Els van Poppel - van de Kimmenade

Vandaag, 10 oktober 2023, halen we oorlogsherinneringen op in Stiphout (tegenwoordig gemeente Helmond) bij, de daar ook op 1.10.1935 geboren, Mevrouw Els van Poppel – van de Kimmenade:

 

De eerste herinneringen zijn van een moment toen de Duitsers al hier waren en ze mijn vader meenamen om te tolken. Hij was toen nog bijna de enige hier in het dorp, die doordat hij de Handelsavondschool had gedaan, zijn talen sprak. En hij wist de weg hier.

Er kwamen bij ons ook enkele Poolse mannen, die krijgsgevangen waren gemaakt en met de Duitsers mee moesten. Zij zaten bij ons aan tafel te huilen. Mijn vader had er medelijden mee en vertelde ons later dat hij hun een zilveren armbandje met dubbeltjes er aan had gegeven. Dat heb ik altijd onthouden.

 

Toen we de kelder in moesten werden matrassen voor de vijf kinderen op de rekken gelegd, waar anders 's winters de appels op werden bewaard. Ik was de oudste. We hadden ook de vader van mijn moeder in huis. Maar die bleef altijd in zijn kamertje in plaats van mee de kelder in te gaan.

 

Mijn man, Frans, was een buurjongen, zoon van de molenaar. Hun huis is op een gegeven moment beschoten terwijl zij in de kelder zaten. De granaat drong aan de achterkant het huis binnen, waardoor ze er niet uit konden totdat iemand van buitenaf het puin voor de kelderdeur wegruimde. Dat was een angstig moment voor de familie. Mijn latere schoonvader is toen in de buurt naar tuinders gegaan en heeft daar van kassen, die kapot geschoten waren, ramen gekocht waar nieuw glas in gezet kon worden.   

 

Op een gegeven moment kwam hier een man uit Eindhoven met de Nederlandse vlag op zijn auto, in de veronderstelling dat het bijna aangrenzende Stiphout ook op 18 september bevrijd was. Maar toen waren de Duitsers nog hier.

 

Wij zijn bevrijd door de Engelsen (een Regiment van de Britse 11e Pantserdivisie J.S.).

Wij hadden ook nog een dienstbode in die tijd. Ze ging dansen met de soldaten en dan kreeg ze nylons. Ik zag vaak dat ze bij het aantrekken handschoenen gebruikte om te voorkomen dat  ze door haar werkhanden ladders in die kousen zou krijgen.

 

Iets wat me toen erg aangegrepen heeft is dat op het balkonnetje van het oude Raadhuis een meisje kaalgeschoren werd. Ik stond erbij te kijken en vond het verschrikkelijk dat ze haar mooie rossig haar afnamen. Een van de mannen, die daar bij was, ik zal zijn naam maar niet noemen, is later ervan beticht bij de NSB te zijn geweest. Na de oorlog deden sommige mensen het ten onrechte voorkomen alsof ze aan de goede kant hadden gestaan.

 

In die tijd werd door de gemeente aan de armste mensen ook groente in blik uitgedeeld. Maar omdat een vrouw hier in het dorp geen blikgroenten kende, gooide ze die blikken bij het gemeentehuis door het raam naar binnen. Zij wilde “echte”, dus verse groente hebben.

 

Net zoals hij eerder voor de Duitsers tolkte, deed vader dat bij de bevrijding – maar nu natuurlijk vrijwillig - ook voor de Engelsen. Hij moest dan mee in een jeep. Als dank voor bewezen diensten kreeg hij bij hun vertrek zo’n met schapenwol gevoerd jack.

 

Er stond een keer een Engelse tank verstopt opzij van het oude Raadhuis. Jongens speelden daar op en er omheen. Toen richtte een Engelse soldaat zijn geweer op een van de jongens, niet wetend dat het wapen geladen was. Hij schoot die jongen dood. Hij  zal ongeveer twaalf geweest zijn. Ik herinner me dat we in een lange rij bij het huis van zijn ouders stonden, waar hij was opgebaard. De Engelsman, die per ongeluk het dodelijk schot loste, is toen snel vanuit Stiphout overgeplaatst.

 

De Engelsen eisten bij ons ook een kamer op, waar een majoor werd ingekwartierd. Zijn naam weet ik niet meer. Maar ’s morgens kwam zijn adjudant, Victor, om thee te maken voor de officier. Daarvoor bracht hij telkens een kacheltje mee. Naderhand was in het zeil op de kamer van mijn broer Cor een  ronde plek weg geschroeid, waar dat kacheltje steeds had gestaan. Typisch toch, dat je zoiets onthoudt.

In die tijd hadden we ook een Schot in huis, Paddy.

 

Mijn man nam eitjes van hun kippen mee naar de Engelsen. Daar ruilde hij die tegen lege koperen granaathulzen. Later zijn die vermaakt tot handveger en blik en ook gebruikt als paraplubak.

 

Interview: J. (Sjef) Smeets

Uit de Bevrijdingsoptocht in Stiphout

Blij kijken, hoe deed je dat ook weer?