Jack Aldewereld

Vrijwilliger Ester Sikkenga bezocht Jack Aldewereld en werd door hem meegenomen langs plekken uit zijn herinneringen. Dit leverde een zeer bijzondere ervaring op! 

'Een tijdje geleden werd ik door iemand benaderd, die mij graag wilde wijzen op iemand met een bijzonder verhaal. Zij raadde mij aan om maar eens contact met deze meneer op te nemen, hij zou hier volgens haar zeker voor open staan en praatte graag over zijn ervaringen. 

Zo gezegd, zo gedaan: Na een kort telefoongesprek met dhr. Aldewereld spreek ik vervolgens af om hem dinsdag 11 januari 2022 te treffen bij zijn woning in Brunssum.

Meneer wilt graag een rondleiding geven door deze mooie gemeente in Zuid Limburg en daarbij te vertellen over zijn leven en -niet minder belangrijk- de omgeving waarin hij opgegroeid is. Ergens tijdens deze middag spreek ik uit dat ik onwijs veel bewondering voor hem heb, maar hier wil hij niets over weten. De mensen van de NV (Naamloze Vennootschap).. ZIJ verdienen alle bewondering zei hij! Het enige dat hij wilt is deze mensen eren, zonder af te doen aan alle andere individuen die op welke manier dan ook klaar hebben gestaan voor anderen in die onmenselijke tijden. 

Wie was deze meneer waar ik mee sprak? Dhr. Aldewereld is geboren op 2 maart 1943 in Amsterdam. Hij is de jongste van het gezin met boven hem nog 2 broers en een zus. Toen baby Jack 2 maanden oud was zijn zijn vader en twee broers gedeporteerd naar Sobibor en daar vermoord. Moeder Aldewereld is vervolgens alleen met haar twee jongste kinderen. In september 1943 heeft moeder Aldewereld een buurvrouw op bezoek, Jack is dan 6 maanden oud. Zijn grotere zus Fanny van 7 jaar was thee aan het maken voor het bezoek en kreeg kokend water over zich heen. De buurvrouw waarschuwt oma en neemt Fanny mee naar het ziekenhuis om haar na te laten kijken. Op het moment dat zij weg zijn start er een grote onverwachte razzia. Oma neemt baby Jack en verstopt zich met hem in een kast. Moeder Aldewereld wordt meegenomen en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht.

Als buurvrouw Semmy met de zus van Jack terugkomt uit het ziekenhuis, treffen ze een leeg huis. Het toeval wilt dat de familie Aldewereld in Amsterdam naast Semmy en Joop Woortman zijn gaan wonen. Zij waren al heel erg actief in het verzet en redden vanuit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg honderden kinderen. Er is een bekende film die hier ook bekendheid aan gegeven heeft: Süskind. Hoe dan ook, Semmy en Joop ontfermen zich ook over Jack en zus Fanny. 

Jack werd door de NV naar Zuid Limburg gebracht. Hier werd hij in huis gebracht bij Henk en Catoo Muis en zal hier als enig kind opgroeien met de naam Henkie Muis. Hij vertelt over hoe fijn hij het bij hun gehad heeft, ze hebben hem opgevoed als hun eigen kind. 

Na de oorlog werd nooit meer gesproken over de oorlog. Hij gaat in Brunssum naar school en werkt later op de bus, leert zijn huidige vrouw Ine kennen en in 1965 gaan zij trouwen.
Daar krijgt hij tot zijn schrik te horen van een ambtenaar dat hij een keuze moet maken: wilt hij door het leven als Henk Muis verder gaan of als Jack Aldewereld. In goed overleg met zijn pleegouders besluit hij door te gaan als Jack Aldewereld. Uit loyaliteit naar zijn pleegouders was het altijd heel moeilijk om met hen te praten over zijn verleden. Pas nadat zijn pleegouders gestorven zijn, start hij echt zijn zoektocht. 

Hij komt erachter dat er vanuit Amsterdam zo'n 600 Joodse kinderen weg gesmokkeld zijn, waarvan ongeveer 250 mensen naar Brunssum. Blonde kinderen werden naar het noorden gebracht en kinderen met donkere haren naar Zuid Limburg. Hier zouden zij niet opvallen tussen de grote buitenlandse mijnwerk gezinnen. In Zuid Limburg was een enorm sterk netwerk actief. 

Deze ontdekkingen vertelt hij graag verder. Hij ziet het als een verplichting aan de NV om hun zoveel mogelijk te eren. Hij is ze dankbaar voor het dappere werk dat zij gedaan hebben en wilt dit iedereen vertellen. Vandaar ook de rondleiding langs enkele bijzondere plekken in Brunssum. 

We beginnen de rondleiding bij een begraafplaats. Jack parkeert de auto en we lopen in de hoek naar een graf van familie Vermeer. Deze familie woonde in een huis dat ook wel het Elastieken huis genoemd werd. Zij woonden zelf met een gezin van 13 man daar, maar buiten henzelf kwamen er ook veel onderduikers. Jack vertelt dat vrijwel alle Joodse kinderen die vanuit Amsterdam naar het zuiden gebracht werden, kwamen in het Elastieken huis en gingen vanuit hier naar de onderduikadressen. Vanuit de begraafplaats rijden we ook naar dit huis. 

We praten over de manier van onderduiken en of deze kinderen redelijk in 'vrijheid' kunnen bewegen in de pleeggezinnen. Hierop geeft hij aan dat er een paar straten verder iets bijzonders te zien is. Hij pakt zijn telefoon en belt naar iemand op. Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren, maar we stappen weer in de auto en rijden naar de volgende bestemming. 

We stoppen voor een typisch mijnwerkershuisje waar Jack direct naar de achterdeur loopt. De deur wordt geopend en we worden hartelijk begroet. De bewoner van dit huis loopt ons voor naar de kelder en ik weet niet wat ik zie. 

In deze kelder zit een luik met daarachter een uitgegraven schuilkelder. De huidige bewoner vertelt dat hij hier in de jaren 80 aan het klussen was en per toeval achter het luik kwam. Dit zat namelijk verscholen achter een kast. Toen hij het openmaakte vond hij een ruimte met daarin enkele nog gevulde weckpotten, een stoel en een pot waar de behoeften in gedaan konden worden. Het bleek dat hier 4 onderduikers gezeten hebben 2 jaar lang. Hij is er nooit achter kunnen komen wie het precies geweest is en hoe het hen vervolgens vergaan is. 

Dit onverwachte bezoek maakte indruk! 

Na de bewoners vriendelijk bedankt te hebben, vervolgen we onze route. We stoppen voor nog enkele huizen waar bijzonderheden gebeurd zijn. Een huis waar een transportbedrijf zat van de gebroeders Van Bree. Zij vervoerden kolen uit de mijnen voor de nazi's, maar geen enkele rit vanuit Amsterdam kwam terug zonder onderduikers. Ook in het huis zelf hadden ze onderduikers. 

Twee Straten verder stoppen we bij het pomphuis aan het Schutterspark. Het pomphuis werd heel goed bewaakt door de Duitsers, maar ondanks deze bewaking hadden de beheerders van het pomphuis, Jo en Anna Broers, tientallen onderduikers in huis. 

Al deze Brunssumse onderduikers hebben het overleefd! Jack zet zich enorm in om zoveel mogelijk het verhaal van Brunssum voort te spreken. Hij voelt zich hier verplicht toe, zoals hij zelf mooi verwoord heeft: Zodat we kunnen leren en motivatie vinden om te kiezen voor medemenselijkheid, zorg voor elkaar, moed en saamhorigheid. 

Mooi is het ook om een dag later te lezen in een uitgebracht artikel dat de gemeente Brunssum plannen heeft voor een museum in een ruimte van de eerder genoemde pompgebouwen.'

 

Kijk hier voor de reacties op Facebook.