De heer Dautzenberg

De slag om Aken door de ogen van de toen 12 jarige meneer Dautzenberg.

Door Ester Sikkenga

Op een zeer regenachtige dag word ik vriendelijk verwelkomd bij meneer Dautzenberg in Vaals, Zuid Limburg. Ik had al van zijn dochter begrepen dat meneer een interessant, letterlijk grensoverschrijdend, verhaal te vertellen had en was zeer benieuwd geworden.

Meneer is geboren in 1933 en was de oudste van vier kinderen. Zijn moeder Duitse, zijn vader Nederlands. De eerste jaren van zijn leven is hij opgegroeid in Duitsland, om precies te zijn in Laurensberg, een voorstad van Aken.

Hij vertelt over het prachtige "Schloss Schurzelt" waar hij vooral mooie herinneringen aan heeft. Naast deze mooie herinneringen is nog een gebeurtenis hem zeer goed bijgebleven.

Hij vertelt over een specifieke avond tijdens een vakantie bij zijn oom en tante. Ondanks dat het al donker was buiten, zagen ze in de verte de lucht opgloeien. Mensen kwamen, bepakt met spullen, door de straten gevlucht. Al snel bleek dat Aken gebombardeerd werd. Via een passant hoorden ze dat het gebouw waar hij met zijn familie woonde ook volledig afgebrand was.

Zijn oom stapte op de fiets en ging kijken of zij veilig weg waren gekomen. Gelukkig kwam hij terug met de verlossende boodschap dat ze het goed maakten. Ze hadden zelfs de inboedel buiten kunnen krijgen en gemeenteleden waren nu bezig om een vervangende woning te regelen.

Iedereen hielp elkaar en ze deden wat ze konden. Diezelfde avond nog was de familie inclusief inboedel verhuisd naar een andere woning elders in het dorp.

Het was gevaarlijk geworden in de voorstad van Aken, zijn ouders besloten daarom elke avond met de kinderen en een karretje met waardevolle spullen te vertrekken. Als oudste kind werd meneer Dautzenberg tot trekpaard van dit karretje benoemd. Elke avond vertrokken ze naar een bunker aan de grens. Comfort was in deze bunker ver te zoeken, maar goed, ze waren veilig daar.

Op een zekere dag veranderde er hoorbaar iets in de geluiden in de verte. De Amerikanen waren in opkomst en kwamen steeds dichterbij. Ze hoorden duidelijk dat het front steeds dichterbij kwam en zo werd een beslissing genomen om zo snel mogelijk naar hun huis terug te keren. De spullen werden ingepakt in het karretje en met het hele gezin vertrokken ze.

Ze kwamen onderweg bij een kruispunt waar aan beide kanten van de weg Duitse soldaten stonden die een voor hen onzichtbaar object onder vuur hielden. Er werd op de familie geschreeuwd dat ze moesten maken dat ze weg kwamen, de amerikanen waren er bijna! Snel probeerden ze langs de vurende soldaten te komen, naar de huizen aan de overkant.

Ze renden het eerste huis binnen om snel in die kelder te schuilen. Tot hun enorme schrik treffen ze in de kelder een groep Duitse soldaten. De schrik moest van hun gezichten af te lezen zijn, want de onderofficier stelde hun direct gerust: "Ihr braucht keine Angst zu haben, für uns ist der Krieg vorbei!" (jullie hoeven niet bang te zijn, voor ons is de oorlog voorbij!).

Het huis trilde op zijn grondvesten, het gebulder van kanonvuur was oorverdovend en plotseling stond er een vreemd figuur bovenaan de trap. Een donkere, kauwgum kauwende GI: Indrukwekkend.

Met een donkere sonore stem zei hij: "Come out, come out there!"

De Duitsers liepen de trap op, met de handen boven hun hoofd en de familie sloot hierbij aan. De amerikaan hield meneer Dautzenberg even staande, greep in zijn borstzak en stak grijnzend een pakje kauwgum toe.

Het gezin vertrok weer richting hun huis, maar kwamen helaas ook deze keer niet zo ver. Toen ze bij het volgende kruispunt rechtsaf sloegen schrokken ze door de aanblik van een stel Amerikaanse soldaten in een greppel, met de geweren in de aanslag. Ze vluchtten een boerderij in waar ze erg bekend zijn zodat ze op adem konden komen, maar troffen daar in de schuilkelder de boer aan met nog een groep Amerikaanse soldaten.

Aangezien het steeds later werd, wilden de ouders van meneer Dautzenberg toch graag zo snel mogelijk bij hun huis uitkomen, dus ze gingen snel weer verder. De geluiden van overvliegende vliegtuigen, ratelende machinegeweren staan meneer nog goed bij. Het was om tureluurs van te worden geeft hij aan!

Op het moment dat ze bij hun huis aankwamen zagen ze Amerikaanse soldaten de huisdeuren inslaan om te controleren op eventuele Duitse soldaten. Vader Dautzenberg was er net op tijd en kon zelf de deur openen. Ze stormden naar binnen en controleerden alles. Er ontstond commotie aangezien er in de bovenwoning een vlag gevonden werd met hakenkruis. Het was erg moeilijk om duidelijk te maken in gebrekkig Engels dat dit niet hun woning betrof en dat er normaal gesproken een ander gezin woonde. Deze waren inmiddels al gevlucht en niet meer in het huis.

Gelukkig wilden zij dit geloven en in het gesprek dat volgde bleek dat de verdere aanval op Aken was gestaakt. De Amerikanen werden binnen uitgenodigd en mochten daar even op adem komen. Dit werd direct aangenomen en de woonkamer werd volledig omgebouwd tot slaapplekken voor de amerikanen.

Een van de soldaten fungeerde als kok en wilde graag van de keuken gebruik maken. Dit was een zegen, want er werd een prima maaltijd op tafel getoverd voor hen allemaal!

De Amerikanen zouden een week in hun huis verblijven.

Ook was er een hospik bij deze groep, dit was wel heel erg fijn, gezien de zus van meneer een flinke hoofdwond had opgelopen eerder. Deze hospik bleef ook nog na die week steeds terug komen om de wond te verzorgen, zelfs toen het front al ver achter Aken was opgeschoven. Wat ook een leuke bijkomstigheid was, was dat hij steeds een behoorlijke hoeveelheid snoep meenam voor de kinderen.

Meneer vertelt dat hij met een warm gevoel terugdenkt aan deze groep Amerikanen en spijt heeft dat ze geen verdere gegevens hebben gevraagd. Graag zou hij willen weten hoe het met deze mannen verder is verlopen.