Frans Kessels

Silvo interview met de heer Frans Kessels (1921)
Door Marc Jeucken

De heer Frans Kessels is een geboren en getogen Venlonaar. Hij was de jongste uit een gezin van 6 kinderen. Het gezin woonde in het centrum van Venlo.

Gedurende ons gesprek vertelt de heer Kessels onvermoeibaar vol enthousiasme over de bewogen tijd van 1940 tot 1945.

Frans werkte bij het uitbreken van de oorlog op het laboratorium bij van der Grinten in Venlo. Een kopieerbedrijf waar hij na de HBS ondanks de crisistijd, een baan kreeg. Over deze baan en welke gevolgen die voor hem had gedurende de oorlog vertel ik later meer.     

Frans Kessels weet zich nog goed te herinneren dat hij in de ochtend van 10 mei 1940 vroeg wakker werd door knallen en het gebrom van vliegtuigen. De hele lucht was gevuld met vliegtuigen. Vanuit Venlo werd door het Nederlandse legers getracht de opmars te vertragen door bomen over de rijbanen te laten vallen en door twee bruggen over de Maas te laten springen.

De ouders van Frans vluchtten die dag met hun kinderen naar een oom, een eind buiten de stad. Dat leek ze een veiliger heenkomen, maar na een dag nadat de rust enigszins was teruggekeerd zijn ze toch weer naar huis gegaan.

In het begin van de oorlog vorderden de Duitsers gebouwen en materieel. Gedurende de beginjaren van de oorlog hebben de Duitsers een vliegveld aangelegd op de Heide in Venlo. Hiervoor werden arbeidskrachten uit het westen van Nederland gehaald om te werken voor de Duitsers.

Gedurende de oorlog kon Frans bij van der Grinten blijven werken. In tijden dat het bedrijf door de oorlog stillag, werd het loon van de werknemers doorbetaald.
Persoonlijk en op sociaal maatschappelijk vlak ziet Frans de oorlogsjaren als verloren jaren voor met name jongeren die zich op dat vlak in deze levensfase verder ontwikkelen.

Frans meldde zich aan het begin van de oorlog aan bij het Rode Kruis waar hij vanaf  zijn aanmelding een opleiding kreeg die geruime tijd duurde. (Frans is na de oorlog tot 1992 vrijwilliger gebleven). Jongens werden opgeleid voor het werk in het veld en de meisjes voor het werk binnen.

Die tijd bij het Rode Kruis was enerverend. Bij het neerhalen van geallieerde vliegtuigen was het zaak om zo snel mogelijk ter plekke te zijn. Maar ook de Duitsers en het verzet wilden daar zo snel mogelijk zijn. Het was een sport wie het eerst aanwezig was.

Zijn werk voor het Rode Kruis en ook zijn werk bij van der Grinten hebben Frans in deze tijd veel gebracht. Doordat er in Duitsland te weinig arbeidskrachten waren werd er een beroep gedaan op Nederlanders door de Arbeitseinsatz. Ook bij van der Grinten werd gevraagd om een zestal medewerkers. Hiervoor werden de zes jongste die nog niet gehuwd waren aangedragen. Maar bij dit eerste verzoek werden mannen die actief waren bij de hulpdiensten zoals het Rode Kruis, met een bewijs van actief hulpverlener, hiervan vrijgesteld. Later in de oorlog golden deze vrijstellingen niet meer. Van de vijf Venlonaren die Frans kende en voor de Arbeitseinsatz in Duitsland te werk zijn gesteld, is er één gevlucht, één gestorven en zijn de drie anderen naar de oorlog weer teruggekomen naar Venlo.       

Gedurende de oorlog speelde het Rode Kruis een belangrijke rol in het leven van Frans. Via het Rode Kruis waren er ook contacten met het verzet. Deze contacten werden in het verloop van de oorlog intenser. Colonneartsen van het Rode Kruis werden in de loop van de oorlog ook actief in het verzet. Funs van Grinsven was hoofd van het Rode Kruis in Venlo Zuid. Bij hem werd in de loop van de oorlog zijn hele huis doorzocht. Hij hielp onder andere twee Amerikaanse piloten de grens over te vluchten.

Aan het einde van de oorlog werd er in Venlo een knokploeg Venlo opgericht die ervoor moest zorgen dat de geallieerden gemakkelijker hun opmars konden vervolgen.

Tijdens de oorlogsjaren zijn de door de stad marcherende NSBers Frans ook goed bijgebleven. Hij vond de Nederlandse NSBers veel erger in de omgang dan de Duitsers.

Gedurende de oorlog werden er bij Frans thuis regelmatig tijdelijk mensen opgevangen. Vanuit hier gingen ze verder naar een definitief onderduikersadres.

Vanaf juni 1944 werd Venlo zwaar beschadigd door de vele bombardementen. De frontlinie liep gedurende drie maanden dwars door Venlo. Een groot gebied om Venlo heen werd als Sperrgebiet aangemerkt. Vele inwoners (ook familie)moesten geëvacueerd worden. Die evacuatie ging door het hele land tot Friesland toe. Deze tijd was erg angstig. De familie van Frans had geen schuilkelder dus moest men vaker naar het achterland uitgeweken worden waar dan dag en nacht in een schuilkelder werd ondergebracht. Er werd in die tijd veel gebeden. 
Bij de hevige bombardementen werd het stadscentrum deels verwoest en kwamen vele mensen om. Vanuit de schuilplaatsen werden de Amerikaanse beschietingen van de Duitse stellingen gehoord.

Op 1 maart 1945 werd Venlo pas bevrijd. De zomer van 1945 was nog een lastige tijd. Veel geëvacueerden kwamen weer naar huis en troffen daar vaak veel schade aan. Veel vluchtelingen werden met hulpgoederen vooruit geholpen.