Mevrouw Oomen - Smit

Eindhoven, 14 juni 2022

Door Ester Sikkenga

Mevrouw heeft onze advertentie gelezen en is blij dat er nog aandacht voor de Tweede Wereldoorlog is. Ze krijgt in haar omgeving nog wel eens te horen dat ze er beter niet meer over kan spreken, want "het is tenslotte al zolang geleden". Niets is minder waar, haar herinneringen spelen elke dag nog mee! 

Dus zo gebeurt het, dat ik deze zomerdag in de auto zit op weg naar Eindhoven. 

 

We vertellen wat over de omgeving en over de vliegtuigen die bij mevrouw heel dicht over haar huis komen. 

Ik vraag of ze van het geluid geen last heeft en dat is inmiddels niet meer. 

Toen ze hier pas woonde was dat wel anders. 

 

Herinneringen aan de hand van een geluid.. De sirenes op de eerste maandag van de maand is net zoiets. Er komen toch altijd wel herinneringen naar boven. 

Mevrouw heeft hier hulp voor gehad van stichting 40-45 en dat heeft goed geholpen in het plaatsen van bepaalde herinneringen. 

 

"Vrijheid is geen gewoon gegeven, hier moet je wel heel veel voor blijven doen."

 

Mevrouw is opgegroeid in de Eckartseweg in Eindhoven, in een gezin met 8 kinderen waarvan 2 jongens in Duitsland moesten werken. Mevrouw was 7 jaar toen ze haar vader thuis kwamen halen in 1942. 

 

Haar vader was samen met een broer van hem actief in het verzet. Ze brachten Joodse mensen onder bij andere gezinnen. In de nacht vervoerden ze hen in bakfietsen. 

Op een bepaalde avond kwamen er tegen de nacht 5 Duitsers en 'foute' Nederlanders aan hun huis. 

Haar vader wilde in eerste instantie weggaan en heeft nog voor het raam gestaan, maar zag al snel voor het huis ook overvalwagens om hem mee te nemen. Vluchten was dus geen optie meer. 

 

Iedereen moest in de kamer en suite. Er werd vanalles gevraagd aan haar vader en als hij niet snel genoeg antwoord gaf sloegen ze hem. 

Zij moest samen met haar broers en zussen toekijken. 

 

De hele kamer werd op de kop gezet in een zoektocht naar 'bewijs' tegen vader. Er stond ook een secretair die doorzocht werd, daar lag een tekening in. Haar broer had die gemaakt, een tekening van Wilhelmina. Hij kon heel goed tekenen en als je de tekening omdraaide was het een spotprent van Hitler. Haar zus zag dat op de grond vallen en heeft het nog weg kunnen schuiven onder een kast. 

Gelukkig hebben ze de tekening niet gezien. 

 

Haar vader werd weggebracht, ze wisten allemaal niet waarheen. Later bleek dat hij naar st michielsgestel is geplaatst. 

Ze geeft aan dat het wel bekend was wat voor plek het was, wat er gebeurde en wie er zat. 

Elke keer als er iets gebeurde tegen de duitsers, werd er een van de gijzelaars gefusilleerd. 

Moeder is 1x daarheen gegaan op bezoek bij haar vader. Mevrouw was toen 7 jaar en werd meegenomen om haar vader te bezoeken. Voor aan de oprijlaan stonden ze al in uniform te beveiligen. Daar moest je je papieren laten zien voor je binnen werd gelaten. Ze mocht niet dicht bij haar vader zijn, ze moesten flink afstand houden. 

Vader stuurde ook brieven toe, maar deze werden gecensureerd. Alles wat niet verteld mocht worden, werd met zwarte inkt weggewerkt. 

 

Op een gegeven moment werd meneer 'vrijgelaten', dat wil zeggen, hij werd weggehaald uit St michielsgestel en in een andere cel elders gezet samen met een Joodse man. Op een gegeven moment kwam er een agent naar hem toe om hem te waarschuwen.

Die Joodse man bleek namelijk ook een 'foute' man te zijn. Die behulpzaam was voor de Duitsers en daarom bij haar vader in de cel werd gezet. Zo wilden ze testen wat hij zou zeggen. Tot aan de bevrijding heeft hij in die cel gezeten. 

 

Buiten de zorgen voor vader om was het ook qua inkomen een moeilijke tijd. Het gezin van mevrouw was Nederlands hervormd, dat maakte verder nooit iets uit en ze hadden heel veel goede contacten om hun heen. De pastoor kreeg geld van de gemeente om gezinnen te helpen waarvan de vaders weg waren. 

Mevrouw wordt nog steeds heel boos als ze eraan denkt dat zij dit niet kregen alleen met de reden dat zij niet katholiek waren. Ze moesten eerst katholiek worden en dan pas zouden ze hulp kunnen krijgen. Moeder heeft dit geweigerd met alle gevolgen van dien. Gelukkig hadden zij twee stukjes grond waar ze wel wat eten op konden verbouwen, zodat ze geen echte honger gehad hebben. Met haar broer ging ze langs de boerderijen om wat brood te halen. 

 

Mevrouw vertelt ook nog over het ouderlijk huis. In de schuur was een gedeelte, de kinderen wisten dat ze daar niet aan mochten komen. 

Hier lagen gasmaskers en allerlei spullen voor het verzet. 

Ze trof haar moeder daar een keer, druk bezig om een laken in allerlei repen te scheuren. 

Zij konden als kinderen niet begrijpen waarom dat gedaan werd, maar wel dat ze er geen vragen over mochten stellen.

 

Jaren later, na de oorlog, bleek dat er een Joodse man een straat verder was geweest en die hadden ze zoveel getrapt in de buik, dat zijn hele buik open lag. De lapjes van het laken werd door haar oom naar de man gebracht waar ze hebben hem hebben verbonden. Op dit incident na, werd er nooit gesproken over de oorlog. 

 

Na de oorlog brak voor haar moeder een moeilijke tijd aan. Drie van haar zoons (de broers van mevrouw) gingen naar Indië. Toen zij terugkwamen was er niets in Nederland voor hen om een leven op te bouwen. De overheid stimuleert in die periode actief de emigratie: voorlichtingsavonden, emigratie consulten, voorlichtingsfilms en intensieve begeleiding. Ook zijn er afspraken met de immigratielanden en worden subsidies verstrekt.

Zo is het dat er 4 broers en 1 zus naar Australië emigreren. De zus trouwt daar met een Engelsman die ook geëmigreerd was en verhuist later naar Engeland. 




In de  jaren 50 leert mevrouw zelf haar man kennen. Mevrouw vertelt dat in het begin van hun relatie weer een deel aan de oorlog opgerakeld werd. 

Toen de ouders elkaar gingen ontmoeten herkende haar vader namelijk de vader van haar toekomstige man. Zij waren NSB'ers en hij herkende hem van zijn daden.  

Haar partner vond het vreselijk wat zijn ouders hadden gedaan. In september 44 zijn zij ook gevlucht naar Westerbork, toen ze wisten dat de geallieerden kwamen. 

Aan de ene kant zaten de NSBers die de veiligheid opzochten en aan de andere kant zaten de Joden nog die weggevoerd werden. 

Van daaruit zijn ze naar Duitsland gevlucht en daar hebben ze een tijd gewoond, totdat haar schoonvader gearresteerd werd. Later werd dit verzwegen, haar schoonouders vertelden dat dit nooit gebeurt was. 

 

Het was moeilijk, mevrouw kon trots zijn op hetgeen haar ouders gedaan hadden tijdens de oorlog, in tegenstelling tot haar man, die zich zo schaamde voor zijn ouders. 

Gelukkig heeft dit geen invloed verder gehad op hun huwelijk.