Gradus Iest & Koos Ris
Gradus, Janny en Ebelien voor de oorlog
Opgetekend door Gerhard Ris
Gerhard Ris, Dordrecht, voormalig advocaat en magistraat.
Mijn overleden ouders ing. Dick Ris en Janny Ris-Iest zijn beiden in 1930 geboren en kenden elkaar uit de zandbak. Mijn beide grootouders waren voor de oorlog al bevriend en woonden in Stadskanaal.
Mijn grootvader Koos (Jacobus) Ris was officier van gezondheid geweest bij de Koninklijke Marine. Omdat tropenjaren dubbel telden kon hij vroeg met pensioen en is als behoorlijk bemiddeld verzekeringsarts in Stadskanaal worden. In de oorlog begrijp ik dat hij de facto/ officieel(?) als huisarts gefungeerd heeft.
Mijn andere opa Gerhardus Iest en Oma Ebeline de Vries beiden van 1900 zijn ik meen in 1993 respectievelijk 1997 overleden. Beiden kwamen uit Drachten en waren voor de oorlog een garagebedrijf in Stadskanaal begonnen. Mijn opa was als boerenzoon man van Troelstra, het gebroken geweertje en de Blauwe Knoop naar Amerika gegaan om het automobiel-vak te leren bij Ford. Naar verluid konden zijn handen maken wat zijn ogen zagen. Zijn lief wilde uiteindelijk niet zo ver van haar familie naar de VS en dus is de vriendelijk maar zeer autoritaire Gradus retour gekomen. De afstand Stadskanaal Drachten was te overzien voor Ebeline. Oma Ris heb ik niet en Opa Ris heb ik nauwelijks gekend. Mijn moeder en oma vertelden mij dat opa na het gekocht hebben van de garage als kleine ondernemer in een klap sociaaldemocraat socialist (uiteindelijk mij gezegd in 1972 dat hij PvdA stemde) geworden was. Er moest toch winst gemaakt worden om je personeel niet te moeten ontslaan.
Garage Iest voor de oorlog (links) en na de
Opa Ris was een vrijzinnig Liberaal en naar verluid voor de duvel en zijn ouwe moer niet bang. Een hele geestige introvert vriendelijke man die erg goed kon schaken. Naar verluid heeft hij Gradus van de Blauwe Knoop genezen. Opa Iest dronk graag hoogstens één jenevertje per dag. Waarschijnlijk als ik de verhalen aan elkaar knoop moest Iest erg op z'n centjes letten, en kon de gratis hulp bij het ophalen en inrijden van dure sportauto's bij de dealer van Gradus in Amsterdam. Ik neem aan dat Koos die tegen mijn vader desgevraagd gesteld had dat hij Schout bij Nacht geweest was iets dat mijn vader ten onrechte geloofd had (wist hij veel) voldoende in de slappe was om met zijn vriend in Amsterdam eerst de bloemetjes buiten te zetten en de dag erna pas terug te rijden. Oma Ris was naar verluid zeer strikt en was tegen dit soort uitspattingen. Dat de beiden bevriend waren en samen met auto's op pad gingen heeft zich uiteraard in Stadskanaal rondgesproken. Opa Ris hield wel van geintjes waarover veel verhalen van voor de oorlog voorradig zijn. Deels met foto's.
Officier van gezondheid Ris. Lepra op een kampong te Lombok. Mijn vader vertelde mij als kind dat je jouw taak volgens de dan geldende regelen van de reguliere geneeskunst uit moest voeren. Dus dat je met je blote handen een lepra lijder kunt aanraken en helpen. Want elk mens is een mens. Maar wel goed je handen wassen. Dat doe ik dan ook. Het heeft wel het nadeel dat ik verschillende epische voedselvergiftigingen heb gehad. Het geeft ook aan dat dokter Ris naar verluid inderdaad voor de duvel en z’n ouwe moer niet bang was en zeer gedreven was in wat hij deed.
Onderstaande is een foto van waarschijnlijk op de HMS Jakhals of de HMS van Gogh. Mijn vader heeft mij verteld dat opa bevriend was geweest met een van de commandanten. En, dat hij in de officiers mess tegen de commandant had gezegd: “Op dit schip wordt goed geschaakt. Ik daag de bemanning uit voor een potje simultaanschaak!” waarop de commandant direct stelde: “Als je maar wint!” Dat zegde hij toe en deze sluwe rat won ook. Het was de tijd van bezuinigingen en de muiterij op de Zeven Provinciën. Wat mijn vader niet geweten zal hebben, is dat dit zo goed als zeker voorgekookt was door de twee vrienden. De foto laat zien dat niet-officieren in de officiersmess simultaan schaken. Dat was “not done” maar als de commandant al besloten heeft, houdt verder iedereen z’n mond. En voorts laat een commandant zich zo anders niet voor het blok zetten. Een listige manier om de jeu erin te houden.
Een van de grappen die hij in die tijd ook uitgehaald had was om te wedden dat hij zou durven stellen tegen de admiraal dat deze dood kon vallen, toen de officieren het erover hadden om over de kortingen op hun salaris. Er werd gewed om een fles jenever. De dokter wist dat een matroos uit de mast doodgevallen was en dat ook hij een paar woorden zou kunnen spreken. “Ja, Janssen (?) daar lig je dan. We kunnen allemaal doodvallen. Zelfs de Admiraal kan doodvallen!” Gegrinnik en een fles jenever gescoord. Opa Ris had ook gesteld dat hij aan boord ook voor de geestelijke gezondheid verantwoordelijk was. ‘Evidence based medicine’ zoals het oorspronkelijk bedoeld was. Met gevoel en verstand.
Toen kwam de oorlog.
Mijn vader vertelde mij dat de Nederlanders de brug over het kanaal in Mei 1940 getracht hadden op te blazen, maar dat deze op dezelfde plaats teruggevallen was. Zodat de Duitsers er snel overheen konden trekken.
Toen de Jodenvervolging begon is Gradus in het verzet gegaan. Hij bracht Joden naar zijn dealer in Amsterdam. Voor mijn moeder is traumatiserend geweest dat hun buren een Joods tandarts gezin ondanks indringend inpraten door mijn grootouders weigerden om te gaan onderduiken in Amsterdam. Mijn moeder en oma hebben hen nog geholpen de Jodensterren op de kleding te naaien. Mijn moeder gaf aan niet te hebben durven kijken toen alle Joden zachtjes schuifelend naar het station afgevoerd werden. Ze zijn nooit teruggekeerd. Mijn moeder schaamde zich ervoor. En als ze er aan terugdacht dat ze nog steeds dat stilzwijgend schuifelen hoorde.
Gradus is doorgegaan met het wegbrengen van Joden naar Amsterdam tot het moment waarop een van de voor hem aldaar aanwezige voor hem onbekende Joden tegen hem zei: "Oh, dus U bent de heer Iest de garagehouder uit Stadskanaal." Daarvan is Gradus zich zo rot geschrokken dat hij direct naar huis is gereden en met het regelen van onderduikadressen is gestopt.
Later in de oorlog moet het geweest zijn dat er een man bij de garage kwam, waarbij mijn moeder de indringende blik van haar vader nadeed: "Die man heb jij NOOIT gezien!" Mijn moeder dacht dat dit iemand van het verzet geweest moet zijn. Naar mijn oordeel nu, was Opa Iest wat hoog op het autistische spectrum scorend. Het domste wat je doen kunt is er extra aandacht aan wijden. Opa Ris had in zo’n soort geval dit ongetwijfeld verdoezeld door iets te mompelen over waarschijnlijk een patiënt en medisch geheim. Mijn moeder wist dat haar vader niet enkel een jachtgeweer maar ook een revolver die hij uit de VS had meegenomen. Mijn moeder was ervan overtuigd dat haar vader zich liever voor z’n kop had geschoten dan zich te laten arresteren.
In elk geval heeft mijn vader altijd gedacht dat zijn vader niet geweten heeft dat hij verzetskrantjes rondbracht op de fiets. Ze zaten verstopt in de stang van de fiets waar Gradus een schroefdraad op bevestigd had. Ongetwijfeld had Opa Ris tegen zijn vriend gezegd dat hij Dick moest zeggen dat zijn vader het niet mocht weten. Verder zal de sluwe Ris zijn vriend op het hart gedrukt hebben dat wat je niet weet je ook niet kunt verraden. Ris stelde dat hij uitdrukkelijk niet in het verzet gezeten had. Ik weet zeker dat de Duitsers daar anders over gedacht zouden hebben en dat dokter Ris dat ook wel wist.
Ook reed de garagehouder de dokter rond in de auto met een gas-zak op het dak. (De foto is even niet vindbaar.) Het plaatje klopte. De technisch onhandige spelende Ris vervoeren. Opa Ris stelde zei mijn vader mij dat de eed van Hippocrates hem verplichte eenieder dus ook onderduikers maar ook Duitsers medisch te helpen. Uiteraard donders goed wetende - leid ik af - dat Gradus van allerlei voor het Verzet vervoerde op soortgelijke wijze verstopt als de verzetskrantjes in een vakkundig omgebouwde auto. Gradus was een zeer intelligente maar ook bange man. Het is ongetwijfeld mijn oma geweest die Gradus de moed gaf omtrent zaken die gedaan moesten worden. En ook wel wist dat ze daar niet te ver in kon gaan na wat er in Amsterdam gebeurd was. Opa Ris wist natuurlijk als gepensioneerd militair in het voormalig Nederlands Indië dat hij dat ook niet behoorde te weten.
Nadat hij een Duits officier medisch had geholpen wilde deze hem naar verluid een blijk van erkenning geven terwijl een militaire groet werd gegeven in de gang. Opa: “Laat dat er maar vanaf.”
De man die mijn moeder gezien had was zonder twijfel iemand uit het verzet die wel wist dat Gradus goed was, en waarom deze ermee gestopt was. Het verzet had natuurlijk een netwerk van garages door het land nodig voor de logistiek. Wapens, papier, inkt, verzetskranten bonnenkaarten noem maar op. Koos die niet bang was en geestige grapjes wist te maken zal ervoor gezorgd hebben dat bij wegcontroles ze beiden vrolijk zaten te lachen. Dit terwijl het bij Iest uit nervositeit was toen hij weer voor het verzet ging werken of meer ging werken. Ik neem aan dat het de dokter rondrijdend zonder vervoer van gevaarlijk spul anders dan medische hulp aan onderduikers in het eigen gebied wel de hele oorlog doorgegaan zal zijn.
Ik wist van mijn ouders dat opa Iest een trauma had opgelopen in de oorlog en het er niet over wilde hebben. Opa Ris had Gradus op het hart gedrukt om actief te blijven in het verenigingsleven en de focus op de toekomst gericht te houden. Eén keer per jaar tijdens de Dodenherdenking een extra borrel en gedenken en daags erna feest! Mijn opa heeft zich er strikt aan gehouden. Mij viel als kind op dat hij tijdens dodenherdenking erg trilde en met een strakke blik naar de TV keek.
Omdat ik van jongs af aan hevig geïnteresseerd was in alles wat met de oorlog van doen had, vroeg ik opa over de oorlog. Hij verhaalde dat hij een keer een Amerikaanse vlieger die per parachute was geland net te laat was om deze onder te laten duiken, omdat de Duitsers al in aantocht waren. Hij had de vliegenier dit in het Engels meegedeeld dat de Duitsers hem al gezien hadden. En, dat hem dat speet. Vervolgens greep mijn oma in op een zeer sociaal vaardige wijze door het gesprek op een ander onderwerp te brengen.
Tijdens het 50tig jarig huwelijksfeest van opa en oma ik meen in 1972 in Stadskanaal kwamen onafhankelijk drie mensen naar mij toe om indringend te zeggen: "Jouw Opa heeft in het verzet gezeten." Toen ben ik zo dom geweest om telkens te zeggen dat ik dat al wist. Slechts een daarvan kende ik als een jachtvriend van Opa ‘politie Bouwman’.
Mijn ouders stelden dat na de oorlog Opa het verzetskruis is aangeboden en dat hij dat geweigerd had. Inmiddels denk ik dat enkelen hadden aangeboden hem voor te dragen. Mijn ouders zullen niet goed geweten hebben van de schandalige situatie dat er maar 90 verzetskruizen verleend zijn ondanks dat er zo’n 30000 mensen hun leven in het verzet gewaagd hadden. Zelfs Koningin Wilhelmina had niet de macht haar nieuwe adel te eren. De quasi oude adel had de macht dat te verhinderen. Immers, die wilden niet in een situatie gebracht worden te moeten uitleggen hoezo zij dat kruis niet hadden.
Mijn opa en oma deden altijd een middagdutje waarbij oma naar bed ging en omdat ik inmiddels spijt had om niet te hebben doorgevraagd zag ik mijn kans schoon opa nogmaals buiten tegenwoordigheid van oma te ondervragen. Ik vroeg of de verhalen klopten naar aanleiding van het gebeurde tijdens het feest. Opa zei ja, maar er was meer. Hij had voor het Verzet benzine van zijn klanten telkens een beetje achterovergedrukt. In verband met een geplande actie had hij dit ergens in de Drentse bossen op een afgesproken plek bij een kruising verstopt. Toen had politie Bouwman, die ook in het Verzet zat, hem gewaarschuwd dat de mannen opgepakt waren. Schielijk is Gradus naar de plek gereden en het spul weer weggehaald. Toen schoot het gemoed van Opa vol toen hij zei: "Als die kerels gesproken hadden, had ik hier niet meer gezeten!" Direct kwam Oma die kennelijk door had wat er was gebeurd en voerde mij heel vriendelijk af. Daarbij gaf zij aan dat Gradus geregeld nog wel nachtmerries had zolang niemand het maar over de oorlog had dat het verder wel goed met hem ging.
Het is nooit bij mij opgekomen dit aan iemand te vertellen ook niet aan mijn ouders of broer. Pas tijdens de uitvaart van mijn moeder heb ik dit verteld. Al had ik het wel al eerder op internet op mijn site als concept stripverhaal gezet toen mijn lieve moeder aan Alzheimer leed.
Het verhaal over het verzet van mijn opa is mij als kind ik denk toen ik zes was in Engeland waar wij toen woonden verteld. Naar aanleiding van een Sinterklaascadeau van de Franse Actionman verzetsuitrusting. Ik speelde daar niet veel mee. Achteraf denk ik dat ik sinds het in de vakantie logerend bij Opa en Oma in Stadskanaal slecht verstopte serie van GBJ Hiltermann met veel foto's toen ik een jaar of vier was al van de concentratie kampen en wat dies meer zij vernam. Ik kon nog niet lezen maar begreep het donders goed. Ik ben nog steeds met name geïnteresseerd in de Nederlandse krijgsmacht in het Interbellum tot en met Mei 1940. Achteraf bezien logisch. In het verzet ben je te laat.
De reden die opa had gegeven om het Verzetskruis te weigeren was iets in de geest van: "Als die het Verzetskruis krijgt, weiger ik het." Ik denk dat hij wellicht de ander ervan verdacht om fout te zijn geweest, maar ook dat het hem mooi uitkwam. Dan was hij van het gezeur af. Om die reden zou het onrechtmatig zijn als ik degene hiermee belast door meer informatie te geven.
Mijn vader is na de oorlog ook met zijn leven verdergegaan. Wel was hij geïnspireerd geraakt van het vliegen door het zien van de condens strepen van de USAAF die richting Duitsland vlogen zei hij. Maar hij had ook genoeg van de oorlog. Hij wilde verkeersvlieger worden bij de RLD, maar werd gesnapt toen hij met een Tiger Moth achter de oud oorlogsvlieger instructeur onder een brug door vloog. Had hij dat niet gedaan was hij er ook vanaf getrapt. Toen moest hij in dienst als dienstplichtig reserveofficier voorbestemd als artilleriewaarnemer in opleiding voor de een klein spotter vliegtuigje. Als dan al als militair dan ook echt stelde mijn pa. Met een rekest kwam hij in de USAF vliegeropleiding in de VS. In Georgia kon hij niet tegen de hitte want zijn reactiesnelheid nam te veel af. Toen is hij vliegtuigbouwkundig ingenieur geworden bij de R&D van Fokker. Hij kreeg te maken met de Duitse vliegtuigindustrie en kocht voor ons in Engeland later echte Lederhozen. Waarin mijn broer en ik rond 1963-1968 rondrenden zo’n 18 jaar na de oorlog. Waarom ik dit zeg, is dat de herinneringen van mijn vader die van een kind zijn, waaraan hij nooit getwijfeld heeft omdat hij met de toekomst bezig was. En, dat hij snel merkte dat niet alle Duitsers slecht waren.
Om het verschil in officiersopleiding tussen Nederland en de USAF te tonen had mijn vader een door een vriend gemaakte foto’s van hoe er geëxerceerd werd.
Als de drill-instructeur zegt om je kop in je reet te steken sta je zo.
Het lukt weliswaar niet, als je jouw best maar doet.
Zelf heb ik nooit de behoefte gevoeld om hier nader onderzoek naar te gaan doen. Uiteraard zou een en ander ergens gedocumenteerd moeten zijn wie er ongetwijfeld onder marteling gezwegen hebben. Mogelijk leven er nog mensen in Stadskanaal die zich dit deel herinneren.
Opa Ris gaf aan dat hij nog nooit zoveel gezonde mensen had gezien als dokter als in de oorlog. De honger winter heeft zich zoals bekend enkel in Holland voorgedaan. In Stadskanaal was er het eten karig maar net voldoende. Niemand kon zich ook permitteren ziek te zijn. Mijn moeder heeft moeten helpen aardappels rooien en reed op een fiets met houten wielen naar Loppersum waar een bevriende boer was die voedsel aanleverde. ( De foto’s hiervan kan ik niet direct weervinden.)
Voorts vertelde mijn moeder dat zij op een paaltje had gezeten en door haar moeder naar binnen geroepen werd. Toen ze terugkwam was het paaltje kapotgeschoten als gevolg van een luchtgevecht.
Mijn vader verhaalde over de bevrijding door de Polen. De Duitsers die geleerd hadden van de fout van het Nederlandse leger, hadden de bruggen eerst open gedraaid en toen pas de lucht in laten vliegen. De Polen losten dit probleem snel op (ik meen Sherman tank) pardoes het kanaal in te rijden. De bemanning hield zich tijdens de beperkte gevechten schuil in de toren waaroverheen een brug geslagen werd. Daardoor is er niet zo hevig in Stadskanaal als later in Groningen gevochten.
Voor mijn moeder was de bevrijding erg dubbel want haar hondje werd doodgereden door een tank.
Tijdens het veiligstellen van Stadskanaal van mogelijke valstrikken nadat de Duitsers verjaagd waren had mijn vader gezien dat een Poolse officier een touw aan een deur vastgemaakt had, deze liggend opentrok en de zaak toen ontplofte. Zich afstofte en verder ging.
Een Pools militair was omgekomen na de bevrijding toen een andere militair een stengun pistoolmitrailleur achter in een jeep gooide. Deze veerde van de veiligheidshaak en ging vol automatisch af. Ik neem aan dat dit verhaal de ronde deed, want mijn vader stelde niet dat hij het zelf gezien had.
Hetzelfde geldt voor het verhaal van mijn vader dat de Polen enkele SS-ers, die zich overgegeven hadden, achter een schuur geëxecuteerd hebben.