Ton Smiers
Opgetekend door Harrie Oud
In juni 2024 had ik afgesproken met Ton Smiers, geboren op 10 februari 1936 en hij was dus 4 jaren jong toen op 10 mei 1940 Nederland werd overmeesterd door de Duitsers. Het besef was er niet echt, maar op de radio hoorde Ton dat er wel degelijk veel aan de hand was.
Ton woonde op het Zeglis in Alkmaar waar de vader ook zijn winkel in maatkleding had gevestigd. De eerste jaren verliepen relatief gezien rustig maar omdat vader Smiers derde graads Duitser was, werd hij al snel opgeroepen om te gaan werken/vechten voor Duitsland. Kennelijk gingen de Duitsers ervan uit dat hij, vanwege zijn Duitse roots, wel genegen zou zijn om gehoor te geven aan de oproep. Nou, hij dus niet!! Natuurlijk niet! Vader ging direct ondergronds.
Opa had een luikje gemaakt tussen de 1ste en 2de verdieping waarin vader zich kon verschuilen. Tijdens het uitproberen wezen de 2 jongere broertjes van Ton, in al hun onschuld, omhoog. Tijdens razzia’s zouden de Duitsers juist dáárop letten. Levensgevaarlijk dus!!Om die reden moesten de twee direct naar opa en oma voor onbepaalde tijd. Ton mocht, als oudste, gewoon thuis blijven. Buurman Koen was in de gelegenheid om de lijst in te zien wie een bezoekje van de Duitsers kon verwachten. Als vader hoog op de lijst stond gaf de buurman hem een seintje.
Omdat Duitsland bang was dat een invasie in Nederland kon plaatsvinden bouwde men aan de kust een verdedigingslinie; De Atlantic Wall. Het gevolg was dat ook Egmond aan Zee ontruimd moest worden. Een andere buurman kreeg het bevel om zijn huis uit te gaan om ruimte te maken voor mensen uit Egmond aan Zee. Het werd uiteindelijk de heer Zwart, wethouder uit Egmond aan Zee die naast hun kwam wonen. De heer Zwart had ooit TBC gehad en daar waren de Duitsers als de dood voor. Zij meden dat huis. Dat kwam vader goed uit, want hij ging, als het nodig was, schuilen in het huis van de buurman. Als er gebeld werd ging ma altijd eerst kijken wie er aan de deur stond. Als zij hard ging praten wist vader dat er Duitsers aan de deur stonden. Eén keer moest hij snel wegduiken. Achteraf bleek het één Duitser te zijn die in de winkel wilde zijn.
Bommen op Alkmaar
Op 15 januari 1942 raakten verdwaalde Engelse vliegtuigbommen huizen aan het Zeglis nummers 18 en 19 en een huis aan de Oude Gracht. De bedoeling van de Engelsen was om een fabriek voor oorlogsmaterieel te bombarderen. Zeglis nummer 18 en 19 werden compleet verwoest en een distributiekantoor op de Oudegracht werd gedeeltelijk beschadigd. Het gezin van Ton woonde op het Zeglis nummer 25. Dus erg dichtbij. In totaal vielen er 7 doden en acht gewonden. Onder de doden waren er 4 van de familie Koeman. Moeder Smiers werd door de luchtdruk met de achterdeur en al in de achtertuin gesmeten. Tegen alle waarschuwingen in wilde zij toch kijken wat er allemaal aan de hand was. De grote etalageruit aan de voorkant was er compleet uitgeblazen. De winter van 1942 was streng. Erg streng. Met de deur en ramen eruit was het ijskoud in huis. Met dekzeilen van schippers op het kanaal werden de gaten provisorisch gedicht. Pa deed een keer per ongeluk het licht aan. En dat was streng verboden. Onmiddellijk kwamen Duitsers met het geweer in de aanslag en hielden pa onder schot. Pa werd door de stress erg boos, kreeg een waas voor zijn ogen en wilde de Duitsers te lijf gaan met een hamer. Gelukkig hield een Nederlandse politieman hem en de Duitsers tegen. Het had niet veel gescheeld of pa was neergeschoten.
Bij de Ortscommandant
Pa zat op de Biljart-en kegelclub en toen iedereen zijn fiets moest inleveren, kwam hij tijdens een bijeenkomst op het “brijante” idee om een fiets in te leveren zonder zadel, ketting en banden. Grote hilariteit onder de leden natuurlijk. Bij aankomst werd pa weggestuurd maar moest zich wel melden bij de Ortscommandant. Deze strenge man gaf hem een donderspeech en een boete. Gelukkig géén deportatie! Zou het gebeurd zijn in 1944/45 dan had hij de kogel gekregen.
Razzia
In 1944 was er de “grote razzia”. Alle mannen van een bepaalde leeftijd moesten zich melden. Een buurman, die verderop woonde, gaf hier gehoor aan en stond bepakt en bezakt klaar voor zijn huis. Pa was woedend en liet dat ook duidelijk blijken. Ton kan zich nog heel goed de woede bij pa en de angst bij moeder herinneren. Als 9-jarige inmiddels was ook hij zich al bewust van de gevaren die de bezetting met zich meebracht.
Ruilhandel
In de laatste jaren van de oorlog was er honger! Ook in Alkmaar en omdat pa een kledingwinkel had ging hij met andere ondernemers kleding ruilen voor voedsel en kolen voor de kachel. Op een keer ruilde pa kleding voor een half varken!! Dat varken moest worden gebracht op een platte kar met heel veel suikerbieten en daaronder het varken. Toen de kust veilig was werd het varken eronder vandaan gehaald en snel naar binnen gebracht en op tafel gelegd. Pa had eerder al een oude slager geregeld die het varken ging uitbenen. Voor een jochie van 9 was dat best luguber, maar toch ook spannend. In de pekel was het vlees langer houdbaar, dus er moest zout worden gekocht. Normaal kost zout bijna niets, maar in de oorlog en vooral in de laatste oorlogsjaren was zout schaars en heel kostbaar.
Brand !!
Als er brand uitbreekt in je huis dan alarmeer je de brandweer. Dat is logisch maar in de oorlog zeker niet. Het vlees van het varken zou je onmiddellijk kwijt raken aan de “instanties”. Ton herinnert zich dat er brand in de schoorsteen uitbrak en zijn vader snel een teil met water vulde. Een teil die normaal gesproken te zwaar zou zijn om te tillen en vooral te zwaar om er de trap mee op te rennen. Met stijgende verbazing zagen Ton en de rest van de familie dat pa de teil optilde en met bovenaardse krachten de trap op tilde en leeg gooide op het vuur. De paniek leek achter de rug, doch moeder bleef paniekerig. Ton zag zijn moeder naar de klerenkast rennen die onder de brandhaard was. Waar zij bang voor was kwam helemaal uit. Het bluswater kwam door de houten schoorsteen in de kasten waarin vooral gewassen ondergoed, handdoeken, overhemden enz. enz. netjes gestreken en opgevouwen lagen. Dit alles werd door het smerige bluswater min of meer onbruikbaar. Vooral door het gebrek aan wasmiddelen zou het niet schoon te krijgen zijn.
Auto met paard ervoor!!
Ton kan zich ook nog heel goed een opmerkelijk voorval herinneren. Hij zat achterop de fiets bij zijn moeder samen met haar zus, toen een auto met twee Duitse militairen, met een paard!!! ervoor, langs kwam rijden. De leidsels waren door het opgeklapte voorraam. 2 jonge meiden, dus de Duitsers waren op hun vriendelijkst en over en weer werden wat jolige op- en aanmerkingen gemaakt.
De bevrijding
De bevrijding was ook voor Ton een belevenis. Ook hij stond op de Kennemerstraatweg bij de Molen van Piet om de Canadezen Alkmaar binnen te zien rijden. Iedereen ging feestvieren en vermeende NSB’ers werden publiekelijk aan de tand gevoeld. In de zomer van 1945 waren er veel straatfeesten in Alkmaar en met zijn 9 jaar werd Ton zich ervan bewust dat er een andere tijd was aangebroken. De tijd van vrede….