Afscheidsbrief uit Fieseler fabrieken

Onlangs zijn wij in contact gekomen met het echtpaar Bloemendaal uit Putten. Ze schonken een aantal heel bijzondere spullen aan onze stichting waaronder een laatste brief van hun oom Aart aan zijn moeder.

Aart was te werk gesteld in de Fieseler fabrieken in Kassel-Bettenhausen (vliegtuigenfabrieken voor o.a. de Messerschmitt en V1 raketten) en is tijdens het geallieerd bombardement van 22 oktober 1943 zo gewond geraakt dat hij wist dat hij het niet zou halen. Hij heeft met hulp van een zuster nog één brief aan zijn moeder kunnen schrijven…

 

”Lieve moeder, u moet niet schrikken, ook als u onmiddellijk ziet dat deze brief is van uw jongen, maar hij zelfe schreef hem niet.

Moeder, in gedachten zeg ik heel, heel zachtkens aan uw oor
lieve moeder u moet sterk zijn en niet huilen hoor.

Ik lig thans heel ver in Duitsland ergens in een hospitaal
En een vriendelijke zuster is vlakbij mij op de zaal
Naast mijn bed is zij gezeten, zit als u vaak heeft gedaan
En zij schrijft u alles moeder wat ik u wil zeggen gaan.

Op een nacht, t’ was kort geleden, hier een zwaar bombardement
Vliegers vlogen door het luchtruim, slecht een gloedgolf zonder end
Dreunend rondom de motoren, duizend vliegtuigen en meer
Werpen overal in ’t ronde hunne zware bommen neer.

Ik was toen met vele anderen naar een schuilplaats heen gevlucht
Maar ook door die dikke muren hoorde ik dat hels gezucht
Alles beefde, dreunde, kraakt. Plots een slag, geschreeuw, geween
Onze schuilplaats was getroffen en viel dreunende ineen.

Onder puinhopen bedolven onder balken zwaar en groot
Vloekten mannen, baden vrouwen in hun vreselijke nood
Vlammen kwamen joelend nader knetterend steeds dichterbij
Kind’ren onder gruis bedolven stierven aan hun ouders zij.

Lieve moeder ’t was zo vreeslijk, alles zij u niet verteld
Ik lag naast een heel oud vrouwtje tussen stenen ingekneld
Dichter, dichter kwam de vuurzee toen een balk viel op mijn hoofd
Ik voelde klap, een schok dan niet meer, ik was door de pijn verdoofd.

Toen ik bij kwam uren later, lag ik op een stille zaal
Tussen andere gewonden in het grote hospitaal
Ik zag een dokter bij mijn bed staan en een zuster met verband
Wat ik toen nog wenste moeder was een druk van uwen hand.

Ik zal maar niet vertellen moeder hoe en waar ik ben gewond
Wist onmiddellijk dat er geen meer op redding voor mij bestond
Neen, geen mens kan mij meer redden, weet dat ik weldra sterven moet. Zend u nu mijn laatste brief, zend u nu mijn laatste groet.

Moeder ik heb veel geleden en ik had ook veel verdriet
Ik wou zo graag dicht bij u wezen maar veranderen kan ik dat niet
Nu is alles, alles goed want ik heb mijn rust gevonden
Niemand zal mij meer verder kunnen verwonden.

Moe, wanneer u deze brief krijgt heb ik geen smaad meer en pijn
Want ik zal dan in de hemel bij mijn lieve Jezus zijn
Moeder zal u heus niet huilen, Engelen beiden aan mijn hand
Van deze boze aarde opwaarts naar een schoon en beter land.

Moeder ik kan niets meer zeggen, ben aan het einde van mijn kracht. Moeder ik heb ook geen tijd meer, want mijn Heere Jezus wacht. En nu neem ik van u afscheid. Moesje dag, dag lieve moe
Ik ga nu rustig en stil slapen en ga naar mijn Heiland toe”

Onderstaand foto’s van de brief, een impressie van de gevangen barakken en het resultaten van het Engelse bombardement dat Aart helaas fataal is geworden.

 

Kijk hier eens naar een ander bericht in relatie tot de Fieseler fabrieken.