Mevrouw Pieron

Opgetekend door Manon Oplaat
Dokter Pieron (vader van mevrouw Pieron) was huisarts in Dedemsvaart en leider van het verzet aldaar. Doordat hij veel bij mensen thuis kwam kon hij veel dingen regelen. Op 9 december 1944 besloot hij de verjaardag van zijn vrouw thuis te vieren, in plaats van dat hij op zijn onderduikadres bleef waar hij doorgaans de avonden en nachten door bracht. Op die avond vallen de Duitsers de woning binnen. De praktijkruimte wordt grondig doorzocht. Mevrouw Pieron en haar broer worden door hun moeder naar beneden gehaald. Daar zien ze hun vader, dokter Pieron, met de handen in de lucht in de gang staan. Mevrouw Pieron kan zich nog goed herinneren hoe afschuwelijk het was om hun vader zo machteloos te zien staan. Hun vader werd meegenomen. De papieren uit de praktijk lieten ze achter, en ook de woning hebben ze niet doorzocht. Dat was maar goed ook, want hier zaten onderduikers.
Dokter Pieron werd naar het politiebureau in Almelo gebracht waar hij verhoord zou worden. Dit boezemde hem veel angst in, omdat hij als leider van het verzet veel informatie had die bij de Duitsers niet bekend mocht worden. Hij wilde natuurlijk niemand verraden. Op een moment heeft hij zelfs even gedacht “als ik nou doodsangsten uitsta, val ik misschien wel dood neer”. Alles beter dan andere mensen verraden.
Op het moment dat dokter Pieron in Almelo gevangen werd gezet, hadden een aantal jonge mannen in Almelo de bank aldaar met succes overvallen. Vele jutte zakken vol met geld werden buit gemaakt met het idee dit geld onder de inwoners van Almelo te verdelen. Toen de Duitsers dit geld niet terug konden vinden begonnen ze te dreigen om onschuldige burgers dood te schieten. Dit konden de jongens niet laten gebeuren, zij gaven zichzelf aan en werden net als dokter Pieron in Almelo gevangen gezet en werden berecht in de rechtbank in Almelo.
Dokter Pieron is nooit verhoord in Almelo, zijn angst hiervoor was achteraf dus niet nodig geweest. Hij werd, gelijktijdig met de jongens van de bankoverval, overgebracht naar gevangenis De Kruisberg in Doetinchem.
De vrouw van Dokter Pieron ging regelmatig op de fiets zonder banden met eten naar Doetinchem, vanuit Dedemsvaart. Zij kon daar blijven slapen bij een betrouwbaar dominees gezin. Een tante en oma zorgden op die momenten voor mevrouw Pieron en haar broertje. Door dit extra eten te delen met de jongens van de bankoverval, zorgde dokter Pieron ervoor dat zij wat aan konden sterken.
Op een gegeven moment werden dokter Pieron en de jongens met de trein weggevoerd uit Doetinchem. Zij kwamen in concentratiekamp Neuengamme terecht. Een kamp waar veel verzetsstrijders gevangen werden gezet. De gevangen werden behandeld als beesten, het was er verschrikkelijk.
Dokter Pieron had snel door dat de bewaking van het kamp grote angst had voor 1 ding, dysenterie. Dit ging door de slechte omstandigheden snel rond in het kamp. Dokter Pieron heeft aan de bewakers laten weten huisarts te zijn en wel voor de besmette mensen te kunnen en willen zorgen. Ook gaf hij aan dat hij dan wel eten en medicijnen nodig had. Zo heeft dokter Pieron zichzelf en een aantal andere mensen kunnen redden.
Het einde van de oorlog naderde. De Duitsers wilden niet dat de bevrijders de concentratiekampen, en de erbarmelijke omstandigheden binnen de kampen, zouden ontdekken. Dokter Pieron werd met zijn medegevangenen naar Hamburg vervoerd. Hier kwam het Rode Kruis van Zweden de gevangenen met boten ophalen. Dokter Pieron was een lange man, waardoor hij achterin de rij moest gaan staan bij het aan boord gaan. Zo kwam het dat de boot vol was en dat dokter Pieron met een aantal medegevangenen nog op de kade stond. Zij pasten er niet meer bij in. Deze boot bleek later te zijn gebombardeerd en gezonken.
Met een andere boot van het Rode Kruis is dokter Pieron later alsnog opgehaald en naar Zweden gebracht. Drie maanden is hij in Zweden geweest. Dokter Pieron was te erg verzwakt om te kunnen reizen en moest eerst aansterken. Daarnaast kon je nauwelijks reizen omdat alles kapot was geschoten.
Na drie maanden werd dokter Pieron naar de grens van Nederland gebracht. Hier hebben zijn vrouw, zoon en dochter (mevrouw Pieron) hem opgehaald.
In Dedemsvaart ging het als en lopend vuurtje rond dat de dokter weer naar huis kwam. Mevrouw Pieron kan zich nog goed herinneren dat het hele grasveld vol stond met mensen die hem toejuichten. Mevrouw Pieron heeft dit als zeer hartverwarmend en emotioneel ervaren.
Dokter Pieron kon na de oorlog geen huisarts meer zijn. Het draaien van nachtdiensten vroeg te veel van hem, het beroep was voor hem te zwaar geworden. Hij had te veel meegemaakt.
Mevrouw Pieron heeft haar vader, dokter Pieron, nooit over zijn ervaringen in de oorlog horen praten. Ook heeft zij nooit iets aan hem gemerkt. Zij heeft haar vader als een hele fijne, vrolijke en lieve vader ervaren. Een man bij wie zij altijd terecht kon.
Pas na het overlijden van haar beide ouders werden er aantekeningen gevonden van haar vader aan haar moeder vanuit concentratiekamp Neuengamme en kwamen de kinderen meer te weten.

Dokter Pieron met zijn zoon rond 1940
Mevrouw Pieron vind het belangrijk dat de jongens uit Almelo die de bankoverval hebben gepleegd ook genoemd worden in dit verhaal. Zij hebben een heldendaad verricht op zeer jonge leeftijd. Er is een boek geschreven over de bankoverval met de titel “De grootste bankoverval aller tijden”.
Het verhaal begint bij Derk Smoes, een gewone jongen uit Vriezenveen die het niet ziet zitten om net als zijn vader en broers bij de lokale textielfabriek te gaan werken. Gelukkig is hij ook erg slim, dus hij mag gaan studeren. Na zijn studie krijgt hij een baan bij de Twentse Bank.
Derk is ook actief lid van de jongerenafdeling van de SDAP, de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, en hier leert hij Henk Höften en zijn jongere broer Herman kennen. Als de oorlog begint en de Duitsers binnenvallen wordt de SDAP opgeheven voordat er een verplichte NSDAP-club van gemaakt kan worden.
De leden van de voormalige SDAP houden onderling wel contact en plegen samen kleine verzetsdaden in het oosten van Nederland. Ze leggen hiermee de basis voor het Twentse Verzet.
Douwe Mik en Albert Wisman kwamen ook van het Drentse Veen. Douwe is een politieman in Rotterdam, maar als hij later in de oorlog weigert om joden op te pakken moet hij onderduiken. Hij belandt in Almelo bij het Twentse Verzet.
Albert Wisman zit in Brabant bij de marechaussee. In die hoedanigheid helpt hij honderden piloten, joden en andere onderduikers via de ‘pilotenlijn’ veilig naar België. Als de Duitsers hem op het spoor komen moet hij van de radar verdwijnen, waarna hij net als Douwe Mik, Derk Smoes en de gebroeders Höften ook actief wordt in het Twentse Verzet.
Ze stelen samen met onder andere Hennie Meulenbelt postzakken vol met bonkaarten en distribueren deze over alle onderduikadressen voor onder andere joodse gezinnen. Ze helpen uit de lucht geschoten piloten, ontsnapte krijgsgevangenen en verzetsleden die moeten onderduiken naar veilige adressen. In de tussentijd vervoert Tini Michel op haar fiets illegale kranten, pakketjes en distributiebonnen.
Tegen de tijd dat 1944 aanbreekt zijn de verzetsstrijders inmiddels ervaren genoeg om het serieuzere werk aan te pakken. Zo bevrijden ze twee opgepakte kameraden uit cellen van het politiebureau en laten ze talloze treinen ontsporen om het de Duitsers zo moeilijk mogelijk te maken.
Het Twentse verzet is ook betrokken bij de nachtelijke dropping die de voorbereiding op Operatie Market Garden inluidt en bij de aangekondigde spoorwegstaking helpen ze mee om 30.000 spoorwegmedewerkers te laten onderduiken.
Na de zomer van 1944 krijgt het verzet een gouden tip. In de kluizen van twee banken in het oosten van het land ligt meer dan 200 miljoen gulden. Cash. Een plan wordt gesmeed. Door de spoorwegstaking is voor de hulp aan onderduikers dringend geld nodig. Veel geld.
Na toestemming uit Londen slaan ze toe. De kisten vol buitgemaakte bankbiljetten verdwijnen veilig in een hooiberg. Zelfs Churchill wordt op de hoogte gebracht van wat de grootste bankoverval ter wereld blijkt te zijn. De euforie is groot, maar niet overal. De Duitsers zijn beschaamd en woedend tegelijk. Ze zetten alles op alles om het geld terug te krijgen en de daders te pakken. Een beruchte oud-Gestapo officier van de Sicherheitsdienst krijgt de leiding over het onderzoek. De jacht is begonnen…
In het interview van mevrouw Pieron is te lezen dat de jongens opgepakt worden en samen met haar vader dokter Pieron gevangen worden gezet. Voor het verdere vervolg verwijs ik u graag naar het boek.
Ik wil u niet onthouden wat in het boek over dokter Pieron wordt geschreven:
“De 2e helft van december brak aan. Ze hadden een manier gevonden om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen aan het front. Niet dat het ze vrolijker stemde, maar zo hoorden ze nog eens wat. Dokter Pieron speelde daarin een hoofdrol. Hij was huisarts in Dedemsvaart en was opgepakt wegens illegale praktijken. Pieron zat bij Gerhard Nijland in de cel, die inmiddels ook naar De Kruisberg was afgevoerd. De arts probeerde het moreel bij de jonge boerenzoon hoog te houden door veel met hem te praten.
Als de gevangenen bij de bewakers met vage klachten kwamen, waarvan de landwachters ook niet precies wisten wat ze daarmee aan moesten, haalden ze de dokter naar de cel. Pieron was een prettige man, die met de beperkte middelen waarover hij beschikte binnen de gevangenismuren deed was hij kon. Meestal was een goed gesprek al voldoende, de mannen hadden soms gewoon behoefte aan een luisterend oor en hoorden zelf ook graag het laatste nieuws. Omdat de dokter van cel naar cel ging, was hij een wandelende boodschapper en telegraaf.
Derk simuleerde hevige buikklachten en diezelfde dag nog meldde de dokter zich. Ondanks de lastige omstandigheden waaronder hij zijn werk moest doen, had hij zijn statige voorkomen weten te behouden. Zijn pak was weliswaar gekreukt, waarschijnlijk sliep hij er ook in, maar de stropdas was keurig gestrikt en zijn golvende haren zaten strak in model.
Hij vroeg Derk wat er aan schortte, maar had al snel door wat de echte reden van zijn hulpvraag was. Hij vertelde dat de situatie in het westen van Nederland met de dag nijpender werd. Voedsel werd steeds schaarser en het einde van de oorlog was nog niet in zicht. Pieron vertelde ook over een slag die in de Ardennen was geleverd. De uitkomst was ongewis. Wel was duidelijk dat de oorlog nog maanden kon duren.
De meest waardevolle informatie die Derk kreeg was het antwoord op de vraag welke landwachter voor een handeltje open zou staan. Zijn gevoel liet hem ook nu niet in de steek, het was precies de man die hij al in de smiezen had.
De dokter vertrok weer en liet een extra stuk brood achter, “tegen de buikklachten”, dat Derk weer verdeelde onder zijn celgenoten.