Jan van de Vijver

Opgetekend door (J) Sjef Smeets
Vandaag 13 januari 2025 vertelde de, op 9.3.1947 te Someren-Eind (N.Br.) geboren, heer Jan van de Vijver ons in zijn woonplaats Nederweert (L) wat zijn ouders meemaakten in de oorlog:
“Ik ben geboren ‘Op Sluis 12’, zoals we daar zeiden.
De ophaalbrug bij ‘Sluis 12’, in de buurt van Someren, is nog in bedrijf gebleven tot de nieuwe brug, de “Kwart voor twaalf”, klaar was. (De oude en nieuwe brug werden genoemd naar de klok. Halverwege het kanaal lag bij de kruising van de Kanaaldijk noord en zuid met de Brugstraat, de ophaalbrug “Half twaalf”. De nieuwe vaste brug werd “Kwart voor twaalf” genoemd. J.S.)
Praten over Someren in de oorlogstijd kan bijna niet zonder een of meer van de bruggen en sluizen, aldaar gelegen in de Zuid-Willemsvaart, te noemen. Daar is hevig om gevochten.
Mijn ouders waren de eveneens te Someren-Eind geboren Dorus van de Vijver (*11.9.1912) en Miet van de Vijver – Muijen (*12.9.1919)

1937 de ouders, Dorus en Miet van de Vijver
Na hun trouwen op, 16-10-1942, hebben ze eerst in Asten gewoond. Maar daar kon mijn moeder niet aarden.

Opa en Oma Muijen
Onze ouders waren in 1992 vijftig jaar getrouwd. Ze werden toen geïnterviewd door Henk van Soest voor “ ’t Contact”, het weekblad voor Someren. Op de vraag of ze in de oorlog ook iets hadden meegemaakt, keken mijn ouders elkaar eens aan. En zeiden toen: “Ja, maar daar hebben we nooit meer met iemand over gepraat”. Op de uitnodiging van de journalist begon ons moeder toen te vertellen:
“Hun belevenissen speelden zich af tussen de toen nog bestaande ‘Half twaalfse brug’ en “Sluis 12”. Dus tussen ‘Sluis 11’ en ‘Sluis 12’.
Het gezin woonde daar vanaf 1943 in het huis met de schaapskooi, gehuurd van Hannes Vereijken, bijgenaamd “Hannes Mond”. Mijn oudste zus, Diny, is daar geboren op 12.2.1944.
Jozef van der Heijden zat bij het verzet. Hij zorgde ervoor dat veel piloten en andere onderduikers indien nodig op weg naar huis werden geholpen. Op ’n keer kwam hij met drie mannen naar ons toe. Achter de Zuid-Willemsvaart was een woest terrein, bestaande uit ven en bos. Daar vlakbij was het een moerassige wildernis met een eiland. Daar ging een heel smal paadje naar toe, wat slechts bij enkele mensen bekend was. De Duitsers hebben er wel ’n keer naar toe gewild, maar die zakten tot hun middel in het moeras. En daarna probeerden ze dat niet meer.

v.l.n.r. Dorus van de Vijver, zijn zwager Piet Muijen, Jan Muijen,
Doortje Muijen, Francien Verstappen, Miet van de Vijver - Muijen
Het dak van het huisje achter de dijk is te zien op deze foto. Ons moeder haalde er ’s nachts met deze houten roeiboot de was van de onderduikers op. Bij haar ouders aan de overkant haalde ze eten en schone kleren die zij op hun boerderij gewassen hadden. Moeder kon dat thuis niet allemaal te drogen hangen. Dat zou immers opvallen. Mijn ouders hadden bij hun hulp aan onderduikers op de achtergrond veel steun van mijn opa en oma van moeders’ kant, Jan Muijen en Petronella van Eijk. Die woonden tegenover hun aan de andere kant van het kanaal, de Zuid-Willemsvaart.
Soms pakte vader wat pannen van ons huis en dan konden de onderduikers via het dak naar binnen. De pannen moest hij er ook van buitenaf weer opleggen als de mensen binnen waren.
Hier in de Brugstraat, die uitkwam bij de “Half twaalfse’ brug, werden nogal eens razzia’s gehouden. Als moeder dat zag draaide ze gauw om en bracht de onderduikers in veiligheid. Op die brug stond altijd een Duitser op wacht. Die keek in alle tassen.
Zo zijn mijn ouders door de oorlog heen gesukkeld. Toen die voorbij was en de Duitsers terugtrokken, hebben ze een handgranaat in de roeiboot gegooid. Mijn ouders vonden het heel erg, dat ie vernield was.
Een paar dagen later kwam er een Duitser aan de deur. Hij droeg een lange jas en daaronder zijn uniform. Hij had ook een fiets bij zich en zei erge honger te hebben. Mijn vader vroeg of hij de fiets kon kopen? Nee, dat ging niet. Hij moest ermee naar Venlo, daar over de grens en dan verder naar huis. Ons moeder was het middageten aan het koken. Dus zei ze: “Blijf hier maar mee eten”. Hij heeft ook ’s avonds nog mee gegeten en is een nacht blijven slapen. En toen vroeg hij of mijn ouders burgerkleren voor hem hadden? Hij liet een verfrommeld fotootje zien, waar een vrouw en drie kinderen op stonden. Hij vertelde de oorlog ook niet gewild te hebben. Daar zat hij gewoon bij te huilen omdat hij niet wist of zijn gezin nog in leven was. De volgende dag heeft ons moeder nog boterhammen voor hem gesmeerd voor onderweg. Ze had heel erg medelijden met hem. Bij zijn vertrek zei hij: “Als ik goed thuiskom, dan zoek ik jullie na de oorlog op en dan krijg je van mij een fiets”. Maar er is nooit meer iets van hem vernomen.
Ik vroeg aan mijn moeder waarom ze dit verhaal nooit aan haar kinderen verteld had? Waarop zij zei dat Jozef van der Heijden met klem gevraagd had om dit met niemand te delen. Als de Duitsers daar lucht van kregen, zouden alle familieleden worden opgehaald. En misschien nooit meer thuis komen. Dat was hun zo ingeprent, dat er na de oorlog ook niet meer over gepraat werd.
Ik kwam heel veel jaren over de vloer bij Marietje Kooistra – Kruijf in Someren, omdat ik veel oorlogsprentjes voor haar spaarde. Marietje vroeg me dit oorlogsverhaal op papier te zetten, zodat zij het kon verwerken in haar archief. Voor het zo ver kwam overleed haar man, Henk. Daarna begon Marietje met haar gezondheid te sukkelen.
(Someren was op 22 september 1944 al bevrijd. Maar in de omgeving werd nog hevig gevochten in de ‘Slag om Sluis 11’. Een verdwaalde granaat explodeerde in de tuin van de familie Kruijf in de Slievenstraat, waar Marietje glas van gesprongen ruiten aan het opvegen was. Ze raakte levensgevaarlijk gewond in benen en buik en werd met een ambulance naar een militair veldhospitaal in Geldrop gebracht. Vervolgens werd ze overgebracht naar het st. Anna ziekenhuis in Geldrop. Marietje vertelde haar oorlogsverhalen aan schoolklassen. Samen met haar man, Henk Kooistra, werkte zij ook mee bij herdenkingen, aan de oprichting van monumenten en veteranenreünies, zowel in Nederland als in Engeland. Marietje overleed op 24 september 2024, 93 jaar oud. J.S.)
Later heb ik bijna nooit meer aan dit verhaal gedacht. Totdat ik in het Somerens weekblad de oproep van STIBO zag, om verhalen uit de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Dus het was nog niet te laat om dit vast te laten leggen.