Pim van Os (1938)

Opgetekend door Petra Bontje
Pim van Os (1938)
Opgetekend door: Petra Bontje
Vandaag interview ik Pim van Os in zijn appartement tegenover het gemeentehuis in Oss. Conny Leijten van de Werkgroep Struikelstenen Oss is ook bij het interview aanwezig. Een paar jaar geleden liep ik mee met de wandeling van deze werkgroep, die elk jaar op 4 mei langs verschillende struikelstenen in Oss voert. Die dag sloegen we de Spoorlaan in en stopten bij nummer 22. De acht messing stenen met de namen van Pims vader, ooms, tantes en grootouders maakten indruk op me, evenals het verhaal dat hij toentertijd aan de groep vertelde. We legden acht witte kiezels op de struikelstenen neer ter nagedachtenis aan de acht omgekomen familieleden van Os.
Familie van Os
‘Mijn vader Hans was een echte Ossenaar,’ vertelt Pim. ‘Ook mijn grootvader en overgrootvader zijn echte Ossenaren. Mijn vader kwam uit een groot gezin, mijn grootouders hadden vijf kinderen. Mijn grootvader had een drukkerij samen met mijn oom Sem (Samuel). ‘
In het boekje van de Werkgroep Struikelstenen Oss staat een foto van het gezin van Os. Pim wijst op zijn vader, de oudste van vijf kinderen. ‘Da's de enige knappe van de hele familie,’ grapt hij. ‘Het was een hechte familie. Op vrijdagavond, de aanvang van de sjabbat, zat iedereen bij elkaar.’
Pims moeder, Ruth Kaufmann is geboren in Ziegenhain (Duitsland). ‘Mijn grootouders van Duitse kant waren semi-gefortuneerd,’ vertelt Pim. ‘Mijn moeder is samen met haar broer en drie zusjes vrij streng opgevoed. In 1936 is ze van Duitsland naar Amsterdam gevlucht. Ook haar ouders vluchten naar Amsterdam. Een zuster is naar Palestina gevlucht.’
In Amsterdam leert Ruth Henri Marc (Hans) van Os kennen. Ze trouwen en gaan in Oss wonen, in de Ridderstraat op nummer 33. In 1938 wordt Pim geboren.
Deportatie
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, wordt Hans van Os bij vleesverwerkingsbedrijf Zwanenberg ontslagen. De drukkerij van zijn vader, Simon van Os, wordt door de Duitsers onteigend. De eerste deportatie vanuit Oss vindt plaats in augustus 1942. Ook Simon, zijn vrouw Dina, Samuel (Sem), diens vrouw Roosje, Rosa Anna, Albert en Sonja van Os worden in 1942 gedeporteerd naar Westerbork. Vandaaruit worden Simon, Dina, Sem en zijn vrouw naar Sobibor gedeporteerd waar ze kort na aankomst vermoord worden. Rosa Anna, Sonja en Albert worden naar Auschwitz gedeporteerd, waar ook zij kort na aankomst vermoord worden.
De vader van Pim, Hans, is al eerder uit Oss vertrokken. Omdat hem was toegezegd dat bij vrijwillige melding zijn gezin met rust gelaten zou worden, had hij zich gemeld voor tewerkstelling in Drenthe. *
[*Voor Joodse mannen waren er toentertijd werkkampen ingericht in Drenthe bij Diever, Mantige, Vledder, Orvelte, Gijsselte, Stuifzand, Geesbrug en Kremboong. In de nacht van 2 of 3 oktober 1942 werden de werkkampen ontruimd, de mannen werden naar Westerbork getransporteerd. (Bron: www.geheugenvandrenthe.nl)]
Conny Leijten vult aan: ‘Rond augustus - september 1942 werd er gezinshereniging in het vooruitzicht gesteld. Heel veel mensen van hier dachten dat ze dan in Drenthe met vader of met broers herenigd zouden worden. Dan zijn we in ieder geval samen, dachten ze. Maar er waren toen al lang mensen naar Duitsland gedeporteerd.’
Na het ontruimen van het Drentse werkkamp in oktober 1942 werd Hans van Os naar Westerbork gedeporteerd en vandaaruit naar Auschwitz waar hij als dwangarbeider moest werken. Op 31 januari 1945 overlijdt Hans in werkkamp Blechhammer (Polen).
‘Het heeft vrij lang geduurd voor we erachter kwamen wanneer en waar hij overleden is. We hoorden het via het Rode Kruis, jaren en jaren na de bevrijding.’ vertelt Pim.
Onderduiken
‘Mijn moeder en ik waren in 1942 klaar om te worden gedeporteerd. Toen werd mijn moeder echter ziek en ging die deportatie niet door. Ze is in het Sint-Anna Ziekenhuis beland. Daar leerde ze Mimi Berntsen kennen, die bij haar op zaal lag.’
‘Toen mijn moeder in augustus 1942 hersteld was, heeft Pater Noordermeer voor ons een adres in Berghem gevonden om onder te duiken. Daar hadden we het echter niet zo goed. Na korte tijd zijn we toen bij Herman en Mimi Berntsen, die ook in Berghem woonden, ondergedoken.’
‘Ik zie nog dingen uit die tijd voor me. Ik was in de keuken bij Herman en Mimi. Opeens kwam er iemand via de achterdeur naar binnen. Ik dook meteen de kelder in. Nog zie ik links de weckflessen daar op de planken staan. De bezoeker bleef twee en half uur zitten. Daarna werd ik uit de kelder gehaald. Meteen begon ik te huilen. Ik dacht dat ik op m'n donder zou krijgen, want ik had in m'n broek geplast.’
‘Bij Herman en Mimi had ik geen speelgoed, want die mensen hadden geen kinderen. De ouders van Herman woonden op de hoek, ze hadden een bakkerij. Als het mooi weer was, stopten ze mij in een wasmand, vuile was eroverheen, en dan brachten ze mij naar de boerderij. Ze hadden een tuintje en ik noemde dat ‘de hei’. Ik zie nog de klaprozen en dat tuinhuisje voor me. Daar mocht ik dan spelen. Dat waren ook de enige momenten dat ik kon spelen.’
‘Bij een razzia, ben ik een keer boven in de toren van de kerk in Berghem geweest. Ook heb ik een keer moeten schuilen op de Gewandeweg bij Van der Leest. Dat waren boerenmensen. Er werd van één bord gegeten, maar ik lustte dat niet. Daarom kreeg ik voor elk gerecht een apart bord. Een week ben ik in Loosbroek geweest bij de familie Gabriëls. Na de oorlog heeft het heel lang geduurd voor ik daar nog iemand van getroffen heb, een of andere zus of nichtje, of zo. Die mensen zijn vrij jong gestorven. Met de familie van de Leest heb ik nog wel heel lang contact gehad.’
Bevrijding
‘In september 1944 zijn Oss en Berghem bevrijd. Ik ging toen weer naar school, maar werd na vier weken van school gestuurd met de mededeling: uw zoon moet eerst maar eens leren spelen. Daarna heb ik pas leren spelen.’
‘Ik herinner me de bevrijding van Berghem nog. Er kwamen tanks langs en de straat was één modderpoel. Alles was kapot en nat.’
Na de oorlog
‘Na de oorlog zijn mijn moeder en ik in Oss teruggekomen. We zijn in het huis van mijn grootouders op Spoorlaan 22 gaan wonen. Daar is mijn moeder begonnen met een kantoorboekhandel waar ook sigaren en sigaretten verkocht werden. De machines voor de drukkerij kregen we op een geven moment terug. In 1948 heeft mijn moeder met meneer Kuijs de Drukkerij van Os weer opgestart. Wij woonden boven, de drukkerij was beneden.’
‘In het begin wist mijn moeder net zoveel van drukwerk af als jij. Alleen ze kon wel verkopen. Ze is klein begonnen met briefpapier, geboortekaartjes e.d. Ook maakten we vrij veel drukwerk voor Organon. De grote drukkerij was echter die van van Loosbroek. Mijn moeder zei altijd: Bij van Loosbroek moet het regenen en bij ons hoeft het maar te druppelen.’
‘In 1949 is mijn moeder naar Israël gegaan en is daar vanaf 1952 voorgoed gaan wonen. Ik was toen elf jaar en ben bij mensen in Amersfoort gekomen. In de vakanties kwam mijn moeder naar Nederland.’
‘In Israël heeft mijn moeder een man leren kennen waar ze mee getrouwd is. Die man is overleden in 1976. Ik ben in Utrecht gaan studeren. Toen ik afgestudeerd was, ben ik in de zaak gekomen. Ik woonde boven, beneden was de drukkerij. Af en toe ging ik naar Israël op vakantie. Mijn moeder is 93 jaar geworden en is in 2003 overleden.’
‘‘Van Herman en Mimi kreeg ik na de oorlog een fiets met harde banden. Dan fietste ik van de Spoorlaan naar hun huis in Berghem. Mijn moeder en ik hebben altijd contact met hen gehouden. Herman is vroeg gestorven, maar met Mimi heb ik tot haar dood contact gehouden. Minimaal een keer in de veertien dagen ging ik naar haar toe. Ik bracht dan altijd twee haringen mee. Ik ben ook op haar begrafenis geweest en heb nog een woordje gedaan.’
‘Al mijn familieleden zijn in de kampen omgekomen. Ik ben de enige van de familie van Os die over is. Ik denk daar wel eens over na. Als dit nou niet gebeurd was, die hele oorlog. Wat zouden we dan een grote familie gehad hebben. Dat zou dan nu allemaal getrouwd zijn, de kinderen zouden ook weer kinderen gehad hebben. Daar denk ik wel eens over na.’
Nawoord auteur:
Ik wil Conny Leijten en Petra de Ruijter van Werkgroep Struikelstenen Oss hartelijk danken voor hun hulp bij het tot stand brengen van dit interview en het verkrijgen van de bijbehorende foto’s.
-----------------------
Bronnen:
- Boek: Stilstaan bij struikelstenen in Oss. Werkgroep Struikelstenen Oss, April 2014.
- Websites:
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/458616/pim-van-os
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/619974/henri-marc-van-os



Henri Marc van Os,1936 Struikelstenen Spoorlaan 22 in Oss Drukkerij van Os (collectie Stadsarchief Oss)
(Werkgroep Struikelstenen Oss, www.struikelstenenoss.blogspot.com)


Het gezin van Os op 30 mei 1936: de 55e verjaardag van Simon Pim en zijn moeder Ruth (fotocollectie Pim van Os)
en de 13e verjaardag van Sonja.
(fotocollectie Pim van Os). Voor (vlnr): Rosa, Simon, Sonja en Dina;
Achter (vlnr): Samuel (Sem), Albert Alex en Henri Marc (Hans).