Marijke Croonen

'Op de heenweg naar de apotheek zie ik de rijen dode soldaten bij Musis Sacrum nog liggen. Ze waren afgedekt met kleden, maar ik zal de kistjes die er onderuit staken nooit vergeten.'

De herinneringen die Marijke Croonen (1928 - geboren Sala) nog het meeste bijstaan zijn die uit de laatste jaren van de oorlog. Marijke groeide op in Arnhem met haar moeder en broertje. Haar ouders hadden een apotheek in de stad. Ze heeft onder andere operatie Market Garden van dichtbij meegemaakt. 

Door: Pieter Trap

‘Aan de eerste jaren van de oorlog heb ik, op een enkele grote gebeurtenis na, eigenlijk weinig herinneringen. Wel weet ik nog dat we in 1940 de kanonnen hebben gehoord die de Grebbebergbeschoten. Toen de beschietingen ineens ophielden wisten we dat Nederland had gecapituleerd. Toen de oorlogsjaren vorderde gingen we er steeds vaker op uit met de fiets om eten te zoeken op het platteland. In februari van 1944 werd de gasfabriek door de geallieerden gebombardeerd.

Vanaf dat moment zaten we helemaal zonder gas. Wij woonden aan het Plein 1813 en met het uitbreken van de gevechten in september 1944 hebben we een poos in de kelder van het huis gezeten. Er waren veel beschietingen en achter onze woning zijn veel bommen gevallen. Toen het na een paar dagen weer rustig werd in de stad zijn we uit de kelder geklommen en op de fiets naar de apotheek aan de Rijnstraat 81 gefietst om te zien wat er van over was. Op de heenweg naar de apotheek zie ik de rijen dode soldaten bij Musis Sacrum nog liggen. Ze waren afgedekt met kleden, maar ik zal de kistjes die er onderuit staken nooit vergeten. De apotheek was volledig verwoest en het was voor ons zaak om op bevel van de Duitsers de stad te verlaten. Achteraf bleek dat de Duitsers het dak van de apotheek hadden gebruikt om op de luchtlandingstroepen te schieten. Het torentje dat op het gebouw stond is er hierdoor afgeschoten. 

Toen wij moesten evacueren hebben we nog wat zilver in de tuin begraven en wat Perzische kleedjes onder de kolen verstopt. Toen wij terugkwamen was het zilver er nog en de kleedjes lagen over de rand van het kolenhok. Klaar om meegenomen te worden. We zijn naar Velp geëvacueerd. Dit was na de eerste dagen van de slag om Arnhem. Op de route naar Velp hebben we nog Duitse Panzers zien rijden die richting de stad gingen. In Velp zijn we maar een paar dagen gebleven. Na Velp zijn we in Dieren terecht gekomen en van hieruit kregen wij via het Parool bericht van mijn tante dat we naar Amsterdam konden komen. 

Op fietsen met houten banden zijn we via Apeldoorn en Hilversum naar Amsterdam vertrokken. In Hilversum hebben we de nacht doorgebracht bij een bekende en toen we de volgende dag verder wilden reizen met een auto van het Rode Kruis werden wij op de ’S-Gravenlandseweg tegengehouden voor controle van de papieren. Gevolg van deze controle was dat we ons op het politiebureau in Amsterdam moesten melden. Nadat we dat hadden gedaan zijn we naar onze tante gegaan. 

In Amsterdam aangekomen gingen we er geregeld op uit om eten te halen buiten de stad. Samen zijn we met mijn moeder, pas 41 jaar toen, mijn broertje 12 jaar en ik 14 jaar op de fiets naar Krommenie en Zaandam gegaan, daar woonden familie van mijn moeder. Gelukkig was daar eten dat we weer mee konden meenemen naar de stad. Dit bonden we achter op onze fietsen, maar bij de Hembrug in Amsterdam werden we aangehouden en moesten we alles afladen. Ik ben in huilen uitgebarsten. Ik was zo kwaad op die Duitser en het hielp. Er kwam een andere Duitser aan en die vond het goed dat we alles weer op de fiets bonden. 

De winter in Amsterdam was erg koud en donker en we hebben er een aantal heftige gebeurtenissen meegemaakt. Ik weet nog dat er in oktober van 1944 aan de Apollolaan 29 mannen werden gefusilleerd als represaille op de moord van een SD-er. De lichamen zijn er een paar uur blijven liggen. Een maand later werd de Euterpestraat gebombardeerd, dat was vlakbij de woning van mijn tante. We hebben in de dagen daarna tussen het puin hout verzameld om het huis met een noodkacheltje te verwarmen. Ook brachten we regelmatig een bezoek aan de gaarkeuken. Uren moesten we in lange rijen wachten op soep van aardappelschillen en gebakken tulpenbollen. 

Tijdens deze strenge winter waren de grachten bevroren. De NSB-ers die boven mijn tante hadden gewoond en inmiddels hun spullen hadden gepakt hadden nog goede schaatsen liggen. Deze hebben we gebruikt om tijdens de oorlog nog heerlijk op te kunnen schaatsen op de grachten. Naarmate de winter vorderde kwam de voedseldropping op gang. Ik weet nog goed dat we uit het raam sprongen om te zien hoe de vliegtuigen brood uit strooiden. Dit werd door de nonnen niet op prijs gesteld en wij hoefden daardoor niet meer terug te komen naar school! 

De avond van de bevrijding hoorden we volgens mij rond een uur of negen dat dit zover was. Wij woonden evenwijdig aan de Apollolaan waar de Duitsers toen nog zaten, maar we trokken ons niets aan van de spertijd. Alle vlaggen gingen uit. Ik heb de dagen daarop volgend gezien hoe op het Roelof Hartplein meisjes werden kaalgeschoren die met de Duitsers waren omgegaan en gezien hoe de n.s.b.-ers uit hun huizen werden gehaald.

Na een aantal dagen kwamen de Geallieerden en vierden we in Amsterdam feest. Wij wilden zo snel mogelijk weer terug naar Arnhem. We kregen een Permit en zijn met de vrachtwagens van ‘Zuid helpt Noord’ uiteindelijk in Arnhem terecht gekomen. Wij waren een van de eersten die terug keerden omdat mijn moeder de apotheek in orde moest krijgen. Dat was een heel groot contrast met de drukte in Amsterdam. Toen we aankwamen op het Velperplein was er een lugubere stilte en leegte. Er was niemand! Geen mens. Alleen de kapot geschoten gebouwen stonden er nog. Dat heeft een diepe indruk op mij achter gelaten. Vanaf het Velperplein gingen we naar huis. Daar aangekomen was het een grote puinhoop. Al het huisraad was verdwenen, meubels stonden buiten en de ramen waren allemaal gesneuveld.

Ondanks alle ellende hebben we de bevrijding ook in Arnhem gevierd. Ik heb veel gedanst met de bevrijders, op afraden van mijn moeder natuurlijk! Langzaamaan hebben we de draad weer opgepakt en kwam het dagelijkse leven weer op gang.

Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.