Aart van Gent

Opgetekend door Ingrid op den Velde

Via Barbara Lambriex bemachtig ik een geluidsopname van haar buurman, de heer van Gent, 100 jaar oud. Hij is momenteel niet sterk genoeg voor het afnemen van een interview door mij, dus heeft zijn lieve buurvrouw een geluidsopname gemaakt.

 

Aart van Gent is geboren in 1924. Als alles goed gaat wordt hij dit jaar in oktober 101!
Aart was dus 16 toen de oorlog uitbrak en woonde in Breda. Hij vertelt over zijn herinneringen als 19 jarige jongeman, die de Schotse troepen in 1944 in het zuiden van ons land gaat helpen.

Breda was inmiddels bevrijd en door Breda heen kwam de Schotse divisie van de 186 RHQ (Regimental Head Quarters) en die hadden een tolk nodig. Zij hadden in oktober, voordat ze in Breda waren, met hun 52 Lowland Division geholpen om Walcheren vrij te maken van de Duitsers. Toen kwam er een majoor van dat regiment bij Aart thuis, major Godbee, en die vertelde van het probleem bij Walcheren: de lokale bevolking kon inlichtingen geven over waar de Duitsers precies zaten. Zo wezen ze bijvoorbeeld precies de wilgenbosjes aan waarachter Duitse mitrailleursnesten zaten. Maar die Schotten/Britten verstonden die Zeeuwen niet goed. En dat was een hindernis bij het innemen van Walcheren. Dus toen ze Breda naderden zeiden ze: ‘We moeten een tolk hebben!’

Aart was net klaar met HBS-A, waarbij je talen moest leren; je moest Frans, Duits en Engels beheersen en ook brieven in die talen kunnen schrijven. Buurtbewoners hadden Aart aangewezen als mogelijk ideale tolk. Dus Aart werd als tolk aangenomen in de 186RHQ van de 52 Lowlands Division.

Hij verhuisde diezelfde avond nog met een jeep naar Dongensevaart.

De Duitsers lagen ondertussen in de omgeving bij Dordrecht te schieten op Antwerpen met ‘Vliegende Bommen (V2)’ ! Die V2 vlogen over Breda en het gebeurde af en toe dat de motor van die V2, voordat ze hun doel bereikten, uitviel waardoor de bom voortijdig neerkwam…..

Op dat moment werd er ook in Bastogne, in de Ardennen, hevig gevochten. De geallieerden vielen de Duitsers daar aan, die zich daar helemaal hadden ingegraven.

De Duitsers deden een wanhopige uitval in de Ardennen. De geallieerden probeerden te voorkomen dat de Duitsers vanuit het Noorden weer een opmars zouden maken richting Antwerpen. Dat was de bedoeling van Hitler toen: Antwerpen terugveroveren onder leiding van generaal Von Rundstedt.

 

Aart heeft maar kort in Dongensevaart gelegen. Het hele regiment werd verhuisd naar Zuid-Limburg ten noorden van de ‘Slag om de Ardennen.’

Ze trokken en masse naar het zuiden, waar ze terechtkwamen in Spaubeek in Limburg.

Aart mocht tijdens die tocht richting Spaubeek meerijden in de wagen van de kolonel, in een jeep voorop de colonne.

Pas later hoorde Aart, dat als Messerschmitts een colonne aanvielen, het eerste wat ze uit de colonne schoten de voorste wagen was waarin immers de leider zat!

Toen Aart dat later hoorde, kon hij een glimlach niet onderdrukken…..

In Spaubeek moest Aart zorgen voor de inkwartieringen. Hij moest alle huizen langs en noteren waar soldaten van hun regiment konden worden ingekwartierd.

Veel mensen die eerst lange tijd Duitsers ingekwartierd hadden gekregen, namen nu ook weer geallieerde soldaten in huis.

Na een tijdje vernam Aart van de bewoners, dat die Duitse soldaten keurig en gedisciplineerd waren geweest, maar dat de Schotten die toen in huis kwamen helemaal niet keurig waren! Aart kreeg allerlei klachten dat er portretlijstjes waren verdwenen, evenals kleine beeldjes…. Er verdwenen afbeeldingen van de muren….Aart vond dat gênant en ook een openbaring: wat een verschil was er tussen die volkeren!

 

Korte tijd later verhuisde het regiment naar Brunssum (boven Heerlen) vlakbij de grens met Duitsland. Achter Brunssum werd hun artillerie geïnstalleerd in de weilanden. O.a. vierentwintig 25-pounders (Britse houwitsers die granaten afvuurden).

Vanuit Brunssum werd Birgden in Duitsland beschoten. Achter een dijk, pal achter de grens, lagen allemaal weilanden die nog volledig waren bezet door de Duitsers.

Nadat de Geallieerde artillerie had huisgehouden en de Duitsers had verdreven, lagen de weilanden achter de dijk bezaaid met gesneuvelde Duitse soldaten.

Aart moest toen de zakken van die dode Duitsers leegmaken en vooral de brieven eruit halen. Deze brieven waren vaak geschreven in een oud Duits schrift met keurige krullerige letters. Gelukkig kon Aart die, vanwege zijn HBS, lezen. De brieven moest Aart dan voorlezen aan de ‘Padre’ (Aalmoezenier) van het regiment.

Die brieven hielden helemaal geen ‘Kriegswichtige’ gegevens in. Het waren alleen maar brieven van moeders thuis die schreven: ‘Die “verdammte Amerikaner”, hebben vannacht weer bommen gegooid!’, … ‘en nou hebben ze die en die huizen platgebombardeerd, en die en die buren zijn nu dood. En we hebben alle puinhopen moeten opruimen!’ Kortom: vreselijke verhalen allemaal…

Aart vertaalde die brieven netjes in het Engels en daar hebben de Schotten toen hun voordeel mee gedaan.

 

Het rare was, dat toen Aart daar lag met het regiment artillerie bij Brunssum, er tegelijkertijd het ‘Ardennenoffensief’ (the battle of the Bulge) bezig was: de laatste grote poging van Hitler om de geallieerde troepen te splijten en door te stoten naar Antwerpen. Dus de Duitsers trokken door de Ardennen heen op Bastogne af en dit was een vrij groot gebied dat de Duitsers nog wilden veroveren. O.a. waren ze uit op de verovering van de benzine-depots van de Engelsen en Schotten.

Aart en de Schotten zaten dus pal ten noorden van die Bulge. Zij verwachtten eigenlijk ook een aanval van Von Rundstedt, dus er werden mijnen gelegd en Aart hielp hierbij mee.

Op een nacht kwamen Schotse/Engelse jonge officieren, waar Aart het goed mee kon vinden, naar hem toe en zeiden: “Arthur (zo noemden ze Aart), je moet mee. Hier heb je een revolver en je moet mee op verkenning. Aan de slootkanten waar onze 25-pounders staan is gekraak gehoord en nu zijn we bang dat daar Duitse spionnen liggen die misschien onze mensen kunnen aanvallen! Dus wij gaan op patrouille en jij loopt voorop met een revolver!” Nou had Aart ervaring met revolvers omdat hij tijdens de oorlog in het Verzet geholpen had, maar hij had er nog nooit daadwerkelijk mee geschoten!

Maar het kon Aart helemaal niks schelen en hij ging voorop. Hij besefte zich dat hij helemaal niks waard was als er een gevecht zou gaan plaatsvinden….

Ze waren ook bang dat die slootkanten ‘gebooby-trapped’ waren (dus dat er een valstrik door de Duitsers gemaakt was).

Theoretisch een groot gevaar dus. Maar gelukkig is Aart daar goed doorheen gekomen.

 

Tijdens die avonturen met de 186 RHQ sliep Aart onder de grond. Door de troepen waren grote gaten gegraven in de grond en daar waren slaapplaatsen gemaakt. Onder de grond waren geïmproviseerde bedden waarop je in ingevouwen dekens, ook wel ‘envelopes’ genoemd, ging liggen slapen. 
Op een ochtend, waren de geallieerde kanonnen gericht op de Duitse steden pal achter de linie waar zij lagen. Daar was een grote dijk die naar Gangelt leidde.

Die dijk was de scheidslijn tussen een observatiepost van de Geallieerden en de Duitsers.

Die observatiepost lag stiekem in Duits gebied. Omdat 1 van de officieren op die observatiepost ziek was geworden, moest die post bezocht worden.

Dus Aart mocht in de auto van de dokter rijden; een hele aardige Ier waar Aart het ook goed mee kon vinden. Eigenlijk had Aart geen rijbewijs en moest het rijden nog leren. Maar de Ierse dokter was levensgevaarlijk achter het stuur, want hij ging al pratende, zonder het zelf in de gaten te hebben, aan de linkerkant van de weg rijden!!! De dokter wilde dus dat Aart ging rijden, dat was safer….. Aart reed dus samen met de dokter over die dijk heen, op Duits gebied!

Toen kwamen ze aan in een dorpje vlakbij bij Birgden en in dat dorpje was het doodstil. Aart en de dokter waren uitgestapt en liepen langs de boerderijen en huizen. Op een gegeven moment hoorden ze wat gepraat in een kelder…. Doodstil luisterden Aart en de dokter en ontdekten opgelucht dat het ‘onze mensen’ waren en geen Duitsers!

De geallieerde soldaten in de kelder waren enorm verbaasd dat zij zomaar aankwamen, want ze vertelden dat iedere geallieerde auto op de weg naar Gangelt van de weg werd geschoten door de Duitsers! Ze zeiden: “Dat is al diverse keren gebeurd en eigenlijk horen jullie allang dood te zijn!"

Aart en de dokter kregen de opdracht om naar de overkant van de straat te rennen, en dit snel te doen, want aan het eind van de straat zaten Duitse snipers! Aan de overkant van de straat moesten ze door een deur heen, maar die vervolgens weer niet te ver open doen, want hij was gebooby-trapped! Vervolgens moesten ze dan naar boven op zolder in dat huis, waar de Geallieerde observatiepost lag die gericht was op het dorpje Birgden.

Aart herinnert zich nog de verrekijkers die gericht op Birgden stonden. Daar op zolder waren diverse officieren. Via een verrekijker zag Aart een Duitse soldaat die op wachtpost stond.

1 van die officieren zei: “Arthur, dit is nou het doel van onze kanonnen. Ik kan meerdere van onze 25 pounders inzetten vanaf het gebied waar jij nou vandaan komt. Maar daarachter liggen pelotons met de mediums, dus grotere granaten. En in Bunde, dat ligt ver weg, daar heb je de zware jongens! En ik kan al die jongens oproepen als ik wil. Dus nu moet ik afwegen wat ik ga doen!”

Aart vroeg aan de officier waarom hij die Duitse wachtpost niet neerschoot…. De officier legde uit dat hij soms 3 à 4 dagen helemaal niks deed, zodat de Duitsers het idee kregen dat ze helemaal niet meer ‘under surveillance’ lagen! Net alsof de Geallieerden de Duitsers helemaal niet meer zagen en dat er niet meer goed opgelet werd!

Ook liet de officier Aart via de verrekijker een Duitse schildwacht zien die voor een school stond. De officier vertelde dat in die school de Duitse officieren en manschappen ‘s middags en ‘s avonds kwamen om te eten. Een concentratiepunt dus.

De geallieerde kanonnen stonden allang op  dat punt gericht. Maar de officier deed nog niks, ook weer om de Duitsers het gevoel te geven dat de Geallieerden zogenaamd niks in de gaten hadden!

Aart en de dokter gingen diezelfde dag nog terug richting Brunssum en zijn weer helemaal ongedeerd teruggekomen.

Een dag of vier later hoorden zij dat de kapitein van de observatiepost van de Geallieerden, bevel had gegeven om allerlei Duitse colonnes, die op een nacht het dorp waren binnengereden en zich in de school en omliggende gebouwen hadden gesetteld, te bombarderen. Niet alleen met de 25 pounders uit Brunssum, maar ook met de mediums die daarachter lagen en ook met de zware jongens uit Bunde!

Zo werd in 1 klap het hele dorp inclusief de waargenomen colonnes gebombardeerd! Aart hielp tijdens de Duitse bezetting ook om neergeschoten geallieerde piloten en vliegtuigbemanningen verder te helpen om via België, Spanje en Portugal terug te vluchten naar Engeland.

 Dit zijn dus allemaal ingrijpende gebeurtenissen die Aart zijn bijgebleven uit de 2e Wereldoorlog.  Een zeer moedige jonge man die behulpzaam was en de Geallieerden enorm heeft geholpen.

 

Pas jaren na de oorlog besefte Aart meer en meer dat er tijdens de oorlogsjaren ook vele vreselijke gebeurtenissen waren te bedenken, waarvan je de impact pas na langere tijd kon begrijpen: Denk je eens in als je als ‘overwinning’ te horen kreeg dat de Duitse Kriegsmarine een transportschip met duizenden jongens van jouw eigen leeftijd tot zinken had gebracht!! Traumatisch!!!

 

Tot slot wil Aart van Gent ons op 31-08-’25 iets ter overweging meegeven:

Typerend voor de oorlogsjaren was ook dat ik in onze huiskamer beneden met de radiodistributie alleen maar Duits/Nederlandse zenders kon horen, terwijl ik onder het dak in een kast verstopt, iedere nacht luisterde naar de streng verboden Engelse zender! Dan hoorde ik uit mijn eigen gebouwde ultra-korte-golf-ontvanger de stemmen van de Amerikaanse en Britse piloten die boven mijn hoofd vlogen op weg (of terug) van hun bombardementsvluchten boven Duitsland. Voor mij een levensles! Ik hoorde ook Churchill in zijn parlement spreken en ook ‘vragen’ om toestemming van de leden van het parlement voor bepaalde plannen en uitgaven (niet al te gedetailleerd natuurlijk)! Maar beneden in de huiskamer was regelmatig het gebral te horen van Hitler; vaak werden door hem met veel marsmuziek nieuwe ‘overwinningen’ aangekondigd….

Dit zijn dus lessen voor de rest van mijn leven…..

 

Deze ‘LESSEN UIT DE ZOLDERKAST’ leerden mij het verschil tussen democratie en autocratie.

Ook vandaag nog een ‘Hot Item!’ Hoogst actueel!!!