Bernard Johan Schieven

Hier een interview met Bernard Johan Schieven. Manon Oplaat ging bij hem langs om zijn herinneringen aan de oorlog vast te leggen. 

Bernard is geboren op 31 januari in 1941, midden in de oorlog. Hij groeide op met zijn beide ouders, zijn broertje die twee jaar jonger is en zijn zus die na de oorlog in 1946 is geboren, op de boerderij waar hij nu nog woont in Toldijk, D’n DreugeBult. 

Bernard heeft zelf niet veel herinneringen aan de oorlog, omdat hij natuurlijk nog erg jong was. De meeste verhalen die hij kent, hebben zijn ouders hem na de oorlog verteld. Toch kan hij zich, ondanks zijn toen nog jonge leeftijd, ook een aantal dingen wel heel goed herinneren. Deze dingen wil hij graag delen. 

Wat Bernard nog goed weet, is dat in februari 1945 een Engels vliegtuig over kwam vliegen. Het was een koude winter en de grond was diep bevroren. Het vliegtuig was door de Duitsers aangeschoten en beschadigd. Het vermoeden is dat de piloot zijn ballast moest kwijtraken om met de benzine die hij nog had weer in Engeland te kunnen komen. Om deze reden heeft de piloot twee bommen, 500 ponders, boven het land van de ouders van Bernard gedropt. 

Eén bom is verderop in het weiland terecht gekomen, maar nooit afgegaan. De tweede bom viel ongeveer 50 meter achter de boerderij en ging wel af. Dit veroorzaakte een krater van 11 meter doorsnede en twee meter diepte in de grond. Er zijn geen slachtoffers gevallen, maar de bom heeft wel voor veel schade gezorgd. Bernard denkt dat dit ook komt doordat de grond zo hard was. Tot wel 500 meter verderop werden bomscherven en stukken zand in de bomen gevonden.

Hoewel de familie over een schuilkelder beschikte, zaten zij daar niet in op het moment dat de bommen vielen. Er was geen enkele aanleiding of waarschuwing voor, omdat het geen gerichte aanval of iets dergelijks was en er geen afweergeschut was.

Van deskundigen heeft de familie later gehoord dat het maar goed was dat de bom zo dicht bij de woning is gevallen. Als dit verderop was gebeurd, was er waarschijnlijk veel meer kapot geweest en waren er wellicht wel slachtoffers gevallen. Bernard heeft nog steeds een scherf van de ontplofte bom in zijn bezit. 

Na de oorlog heeft de hele buurt geholpen om de grote krater weer dicht te maken, met de bats. Eind jaren 80 was het nodig om grondwerk te verrichten ten behoeve van de ruilverkaveling. Een buurman heeft de mensen erop geattendeerd dat hier nog steeds een bom in de grond zat. Dit was de bom die destijds niet is ontploft. De EOD is gekomen om de bom bloot te leggen en onschadelijk te maken. Voordat dit kon gebeuren moesten alle mensen en al het vee geëvacueerd worden. Dit was een hele operatie, omdat er veel kalveren waren die nog niet met de koeien mee de wei in konden. Bernard heeft hier in een veewagen speciale hokken voor gemaakt. De nacht voor de evacuatie werden er ook nog twee kalfjes geboren die op het laatste moment ook nog bij in de veewagen moesten. 

Het ontmantelen van de bom is zonder problemen verlopen, maar had heel anders kunnen gaan. Tijdens de ontmanteling bleek de ontsteking van de bom al half uit de bom te zijn waardoor hij makkelijk had kunnen ontploffen. Dit kan een fabrieksfout zijn geweest of sabotage. 

Dat die bom gevallen is en dat dit zo’n groot gat achter liet dat weet Bernard nog goed. Hij kan zich goed herinneren dat hij boven aan het gat heeft gestaan en dat deze later vol met water stond. 

Het is gewoon mazzel geweest dat er op dat moment niemand heeft gelopen en dat de bom niet op het huis is gevallen. Dit had heel anders af kunnen lopen, aldus Bernard.

Wat Bernard ook nog goed weet is dat een tijdje daarna, hij denk dat het ongeveer in april 1945 was, er ineens heel veel tanks (Engels en/of Canadees) door de straat kwamen rijden. Zijn vader zei op dat moment nog “ze rijden ons alles kapot”, maar dit was niet het geval. 

Een eindje verderop gingen ze staan en begonnen ze te schieten. Bernard heeft dit nooit als angstig ervaren, omdat ze nooit de kant van de boerderij op hebben geschoten. Het broertje van Bernard heeft wel de hele middag gehuild. Achteraf hoorden ze dat deze tanks de opdracht hadden om de omgeving van Dieren zoveel mogelijk onder vuur te nemen. Hier zaten veel Duitsers. Na die tijd lagen er ontzettend veel kogelhulzen in het weiland. Hier heeft Bernard er nog één van in zijn bezit. Deze huls is gemaakt in Canada in 1944. 

Vlak bij de boerderij waar Bernard woont, is een Engels vliegtuig neergestort. Daar is Bernard met zijn vader en een medewerker van zijn vader op een zondagmiddag naar toe gegaan om te kijken. Een Duitse soldaat bewaakte het wrak. Bernard kan zich nog goed herinneren dat zijn vader hem optilde en dat hij even door het raampje naar binnen mocht kijken. Dit mocht ook van de Duitse soldaat. 

Toen zij terug naar huis liepen, moesten ze schuilen in een loopgraaf, omdat er bommenwerpers over kwamen vliegen. Bernard weet nog dat hij het heel gek vond dat hij hierin moest gaan liggen, hij had geen idee waarom dit was. Op latere leeftijd heeft Bernard nog proberen uit te zoeken of er meer bekend was over dit neergestorte vliegtuig of zijn bemanning. Dit is tot op heden niet gelukt. 

NB. Kijk hier naar de reacties op Facebook.