Jan Koopman
Een authentiek verhaal uit de overheersing en bezettingsjaren 1940 – 1945
door Bezetter Nazi Duitsland op de Bevolking van Nederland
geschreven door Jan Koopman, 90 jaar oud, overleden op 11 Augustus 2013
INLEIDING.
Een authentiek verhaal uit de bezettingsjaren 1944 – 1945 door Nazi-Duitsland geschreven door Jan Koopman. Vrijheidsonderdrukking door Nazi Duitsland. September 1944 tot mei 1945 begon de de Duitse bezetter met de 2e invoering van het houden van razzia’s op de Nederlandse bevolking. Aantal geschatte burgerslachtoffers 500.000. De razzia’s werden tot de dag van uitvoering geheim gehouden. Daarvoor werden massaal uitvoerende machten “Waffen SS en De Grüne Polizei” ingezet om een groot deel van de Nederlandse Bevolking als Dwangarbeiders te laten werken. Zij werden toen onder dwang en militair toezicht geplaatst om in willekeurige fabrieken, werkplaatsen en verdedigingswerken te moeten werken. RAZZIA SLACHTOFFER. Jan Koopman 21 jaar was de enige zoon die nog thuis bij zijn ouders in de Waalstraat woonde. Hij was een van de slachtoffers van de vele gehouden geheime SS- razzia’s. Hierna beschrijf ik mijn authentiek verhaal dat nu ruim 65 jaar geleden mij is aangedaan en nog altijd als de dag van gisteren weer als een nachtmerrie voor mijn geest verschijnt. De reden is dat ik pas na 65 jaar met mijn verhaal van de ondergane razzia voor de dag ben gekomen is de komst van de computer, internet en de onvoorstelbare onthullingen uit die bezettingsjaren 1940 - 1945. Bovendien heb ik al jaren en jaren met de gedachten rond gelopen hoe vind ik de tijd, het geduld en de kennis om een uitgebreid verhaal eens op schrift te stellen. Ik ben pas tevreden als mijn verhaal openbaar kan maken.
HONGERTOCHTEN.
Uitleg waarom de hongertochten plaatsvonden. Om de Duitse troepen verplaatsingen te hinderen, brak op 17 september 1944 in Nederland de algemene spoorwegstaking uit, Daardoor kon het voedsel in het land de steden en dorpen waar het nodig was niet meer bereiken. Transport met vrachtwagens was uitgesloten omdat er haast geen benzine meer was. Schepen konden in de strenge winter niet varen omdat de waterwegen dicht waren gevroren. De gevolgen van staking waren voor de Nederlandse bevolking een regelrechte ramp, geen voedsel, geen brandstoffen en geen gas-elektra. Er was in winkels ook geen voedsel meer te koop. En de bakkers konden geen brood meer bakken wegens stroomafsluiting door de bezetter. Voor de burgers zat er niets anders op dan zelf voedsel bij de boeren op het platteland te gaan halen. De burgers gingen zelf bomen omhakken omdat er geen kolen en andere brandstoffen werden aangevoerd. Zo ontstond uit voedselnood “Hongerwinter 1944 - 1945” en het werden hongertochten en door uitputting en vrieskou vielen er vele dodelijke slachtoffers. In Amsterdam waren dat ca.3000 hongerdoden! Ik ging toen regelmatig op de fiets naar het platteland om bij de boeren proberen voedsel te kopen, soms met succes. Ik had na lang zoeken in de omgeving van het Gein Holendrecht een boer gevonden waar ik melk kon kopen. Het bijzondere aan deze boerderij was dat er rond de boerderij grote witte borden stonden met de tekst: Besmettelijke Ziekte Mond en Klauwzeer. Met gevolg een verbod van levering melk, melkproducten en vee aan de Duitse autoriteiten. Bang voor besmettelijke ziekten! Thuis hadden wij geen brood of ander voedsel meer dan suikerbieten!!
Hongertochten
HET VERHAAL.
1e dag Razzia en Deportatie als Dwangarbeider.
Arrestatie-plaats: Boerderij Aurora Amsteldijk in Amsterdam Het begon allemaal op een normale wekelijkse dag dat ik weer het plan had beraamd om op de fiets naar de boerderij omgeving Het Gein en Holendrecht te gaan voor melk. Ik verliet op 2 februari 1945 op de fiets mijn ouderlijk huis Waalstraat Amsterdam
's morgens tegen 8 uur om voor melk naar de boerderij te gaan rijden. Het was rustig weer en ik was mij van geen enkel onheil bewust en reed kalm op de fiets langs het Miranda-zwembad naar de Amsteldijk langs het water van de Amstel richting Ouderkerk. Welk ramp gebeurde er tot mijn schrik en daar stond verscholen achter iedere dikke boom die ik passeerde een SS’er met stengun in de aanslag. Ik dacht direct hommeles en hoe kom ik hier weg. Maar er werd al direct geschreeuwd “weiterfahren”en stonden overal SS’rs verdekt opgesteld en na ca. 200 meter rijden was ik bij de boerderij Aurora aangekomen en werd ik door SS’rs opgewacht en die gebaarde dat ik langs de boerderij het erf moest oprijden.
Daar aangekomen moest ik al direct van een SS’r mij opstellen en mocht het erf niet verlaten en wachten op orders. Rond om de boerderij stonden overal SS-bewakers opgesteld en het stond ook al vol met mannen en vrouwen met en zonder fietsen en die allemaal in die SS- fuik waren gelopen. Ik besefte dat ik in grote problemen zat en dat van melk halen bij de boer geen sprake meer was. Zo ontstond dan ook een gespannen sfeer door het onzekere en lange wachten. Uiteindelijk werd er geroepen dat vrouwen en mannen boven de leeftijd 40 jaar naar huis moesten gaan. Alle mannen jonger dan 40 jaar moesten op de orders van de SS’rs blijven wachten. Hierdoor kreeg ik de gelegenheid een briefje aan mijn moeder en vader te schrijven waarin ik schreef door de SS’rs op de Boerderij Aurora gevangen werd gehouden en dat zij zo spoedig mogelijk naar de boerderij moesten komen. Dit briefje heb ik aan een ouder echtpaar meegeven om naar mijn ouders brengen. Mijn ouders zijn direct gekomen. Na aankomst moesten zij mij tussen de SS-bewakers en andere mannen en vrouwen zoeken. Het enige wat zij konden doen was mijn geleende fiets meenemen maar ook om afscheid van mij te nemen en ze waren zeer aangedaan en bang dat ze mij nooit meer terug zouden zien. Ik kom heus wel terug zei ik tegen mijn ouders. Gezien dat ik al eerder kans had gezien aan de Duitse verplichte te werkstelling door een list wist te ontkomen. Maar dat geeft nu geen enkele zekerheid om dit keer ook weer in slaag om aan de SS-gevangenschap te kunnen ontsnappen. Ik wacht mijn kans wel af maar ik wist natuurlijk niet wat de die SS’rs met mij en andere mannen van plan waren. Uiteindelijk werd er omgeroepen dat mannen die een fiets bij zich hadden zich in colonne op de Amsteldijk moesten opstellen voor een tocht onder begeleiding van SS’rs. Ik bleef toen nog met enkele andere mannen zonder vervoer achter maar spoedig kregen we opdracht ons gereed te maken voor een lange voettocht. De opdracht was naar een loods aan de Levantkade aan het IJ.
Voettocht door de stad
Het werd een tocht van ca. 2 uur door de stad met maar lieft 5 SS’rs als bewakers om ons heen. Daar aangekomen moest ik en de andere gevangen direct door een deur een grote loods naar binnen. Het bijna niet te geloven wat ik daar zag, er stonden en lagen overal mannen tussen stroobalen en allemaal afkomstig van razzia’s uit de hele omgeving Amsterdam, Badhoevendorp, Haarlem en nog vele andere plaatsen. Hieruit blijkt dat de SS-militairen nu op grote schaal met razzia in Nederland waren begonnen om overal mannen gevangen te nemen en te deporteren. Na enige tijd wachten werd ik door een SS’r opgehaald en naar een kantoorje gebracht om door een militair achter een bureau te worden ondervraagd, mijn naam adres genoteerd en ook mijn persoonsbewijs gecontroleerd. Ik kreeg daar geen enkele uitleg wat er met mij en de andere gevangenen zou gaan gebeuren.
Levantkade
Ik moest direct teruggaan naar de plek tussen de strobalen bij de andere gevangenen om daar weer te gaan zitten wachten. Ik wilde daarna de wc opzoeken maar die was niet in de loods en ik moest naar buiten want daar was al een lange diepe KUIL gegraven met daarvoor een DWARSBALK en dat was nu de gevangene WC en wel onder toezicht van SS-bewakers. Beslist hier geen kans om te vluchten. Terug gekomen tussen de balen stro kreeg ik contact met mijn lotgenoten en die vertelde over wat zij allemaal bij razzia’s in Badhoevedorp hadden ondergaan. Zo verging het bij een razzia bij een kapsalon en daar werden zonder pardon al aanwezige klanten en personeel gedwongen de kapsalon te verlaten en moesten de kappers uitdrukkelijk bevel van de SS’rs hun kappers- gereedschap mee nemen om daarna allemaal gedwongen in een millitaire vrachtwagen met SS- bewakers te stappen. Zij werden direct door SS’rs per militaire vrachtwagen naar de gevangenenloods Levantkade Amsterdam transporteert. Hierdoor ontstond paniek en angst onder de bewoners van Badhoevedorp. Ook zij konden ook geen kant op om te vluchten of iemand te waarschuwen voor de razzia’s door de SS’rs. Hele buurten in Badhoevedorp werden voor het houden van razzia’s afgesloten. Woningen werden één voor één naar aanwezigheid op mannen doorzocht en indien aanwezig direct als gevangenen afgevoerd, Nu maar afwachten wat er met mij en de andere gevangenen gaan doen? Zo ontstond er in de loods onder de gevangenen een gespannen sfeer en dan met al die geruchten werd een bijna een onhoudbare toestand. De loods deur ging open en een kar kwam binnen met gamellen met soep en die werd uitgeschept op fruitschaaltjes zonder lepels en zo uitgedeeld maar die soep werd al direct geruild tegen sigaretten! Het was te verwachten smakeloze soep en ik kreeg van iemand een zelf met hand gesneden houten lepel voor de soep. Het blijft een hachelijke situatie daar tussen strobalen liggen wachten en wachten en wat gaan ze toch met ons uitvoeren? Ik had geen tas bij mij ook geen verschoning, geen zeep, geen tandenborstel en geen handdoek.
2e dag van Deportatie als Dwangarbeider.
Opgesloten als gevangene in een loods aan de Levantkade Amsterdam. Slavenvervoer per Rijnaak. Omstreeks 12 uur in de nacht werd er geschreeuwd “naar buiten komen en in rij opstellen”. Alle gevangenen moesten naar een aan de wal van de Levantkade liggende Rijnaak lopen, Daar aangekomen om dan één voor één via een loopplank in het donker naar het dek van de Rijnaak lopen. Daar aangekomen direct met een ladder één voor één het ruim in om op de houten vloer naast elkaar te gaan zitten. Ook hier stond een SS’r opgesteld. Daar in het donker zaten we met z’n allen rug aan rug op de bodem van de Rijnaak. Stel je voor nachts in het donker en dan zonder licht. Gaan die SS’rs ons misschien ergens in zee dumpen. Dat was even in gedachte een onprettig voor uitzicht. Zo werden ik en de andere gevangenen als slaven behandeld. Het lijkt wel een herhaling van de neger-slaven-handel uit het verre verleden. Nadat ik een beetje tot mij zelf was gekomen probeerde ik de ontstane toestand enigszins te overzien. Opeens merkte ik dat de Rijnaak begon te varen maar waarheen? We waren allemaal zo onder indruk dat we in het ruim van een Rijnaak waren op geborgen. We waren sprakeloos van afschuw van zodat we er geen woorden over konden uitbrengen. Tijdens het varen mocht niemand van ons de trap naar het dek op. Wat is toch de bedoeling van deze vreselijke transport methode per Rijnaak! Maar na ongeveer 4 uur varen kwamen we stil te liggen en ik voelde dat de boot dwars over de golven heen en weer ging rollen. Ineens begon iemand te schreeuwen en ik hoorde al iemand overgeven en daar heb je het al dacht ik, zeeziekte door rollen van het schip. Gelijk drongen er meerdere gevangenen de ladder op om over te geven maar werden gelukkig niet door de SS’rs tegen gehouden. Toen de trap weer vrij was ben ik ook naar het dek gegaan maar ik had gelukkig geen last van misselijkheid maar ik had al bij voorzorg een maagtabletje ingenomen, dat had ik altijd bij me. Op het dek van Rijnaak aangekomen zag ook andere gevangenen er diep treurig bij zaten maar niet aanspreekbaar en ik kreeg frisse lucht want het was in het ruim vol met gevangenen er niet frisser op geworden en vooral doordat braken. Aankomst Rijnaak in de haven van de stad Kampen. Het was koud, veel wind, bewolkt maar droog en nu bleek pas dat we in open water vlak bij een lange strekdam voor anker lagen maar verder geen schepen of land te zicht. Ik kon dus niet vaststellen waarom we niet verder gingen varen. Maar na een half uur liggen dobberen en heen en weer rollen ging we weer varen. Ik en de andere gevangenen mochten van de SS - bewakers nu niet langer meer op het dek van de Rijnaak verblijven en werden weer het ruim ingestuurd. Maar na enige tijd varen stopte de boot opnieuw en ik hoorde dat SS-bewakers tegen de Rijnaakschipper roepen over het aanleggen van de Aak. Er werd al spoedig geroepen om uit het ruim te komen. We moesten over een loopplank naar de kade lopen. Aankomst in de van Heutszkazerne gevangenis. Ik zag nu pas de gebouwen met de tekst van Heutszkazerne voor me en keek goed uit op een vlucht mogelijkheid. Uitgesloten, dacht ik hier zijn overal Duitse militairen. We moesten ons in colonne opstellen en naar de kazerne lopen. Voor één van de kazerne gebouwen stonden groepjes gewone militairen met elkaar in de weer. Ik zag ook dat enkele van die militairen zich afzijdig van gevangenen hielden. Ik hoorde nu pas van medegevangenen dat we in de stad Kampen a/d IJssel waren aangekomen. We kregen van de SS-commandant een luid commando om de kazerne binnen te gaan. Ik moest samen met andere gevangenen in de hal een grote trap opgaan en we werden direct door SS- militairen over de vele lokalen verdeeld. Tot mijn verbazing werd ook hier niet voor eten gezorgd en niemand van onze groep durfde daarover te klagen. Alleen waren er wasbakken met water en ik kon mij hier een beetje opfrissen. Op verkenning keek ik door ramen naar buiten en zag op straat groepjes gewone militairen voor een naast gelegen gebouw staan.
Ik zag ook dat toch enkele van die militairen uit grote gamellen voedsel aan enkele van onze gevangenen uitdelen, die waren waarschijnlijk te weten gekomen dat er zieke gevangenen zonder eten en hier dagen en lang zaten opgesloten. Dat was even positief. Maar verder hoorde ik dat in dit gebouw dat er nog vele gevangenen achter gebleven waren van gehouden razzia’s. In de kazerne zaten dan ook mannen uit Rotterdam en omstreken die waren in november en december 1944 na gehouden razzia’s per trein en schip naar de van Heutzkazerne in de stad Kampen vervoerd. In de kazerne zijn enkele gevangenen ziek geworden en zijn hier achter gebleven. Het grootste deel van deze groepen gevangenen zijn allang door de SS’ers met treinen naar Nazi Duitsland vervoerd. Ik hoorde nog meer angstwekkende verhalen over andere razzia’s op de Nederlandse bevolking. Het werd al snel donker en ik dacht hier nog een paar dagen te blijven.
3e dag van Deportatie als Dwangarbeider.
Op transport per trein naar Bochholt in Duitsland. Maar tegen middennacht werd er al geschreeuwd dat we de lokalen moesten verlaten en voor de kazerne in colonne op te stellen om daarna over de brug naar het Station Kampen te lopen, Toen we daar aankwamen stonden op het perron in het donker maar in volle maan al vol met gevangenen. Maar plotseling begon iemand uit onze groep gevangenen plotseling uit volle borst luidkeels een van ons bekend Vaderlands lied te zingen en kreeg al direct gehoor, zodat alle gevangenen meezongen. Waaronder ook het bekende lied “Waar de blanke top der duinen, ik heb u lief, mijn Nederland’. De gezongen liederen op het perron midden in de nacht met alleen volle maan als verlichting door alleen wachtende gevangenen was buitengewoon indrukwekkend. Allemaal door mannen die van huis en haard zijn verdreven. Toen het even stil was begon op de uitkijktoren staande SS'er die ons stond toe te schreeuwen dat vluchten met blauwe bonen werd afgestraft. Het was notabene een Nederlandse SS’er die daar uit de hoogte ons stond af te blaffen en te bedreigen met blauwe bonen. Ik stond op het perron in het donker tussen die massa dwangarbeiders die omgeven waren door gewapende SS’rs. Ik was bang dat na het zingen van die Vaderlandse liederen er wraak op ons zou worden genomen maar dat gebeurde gelukkig niet. Op het perron heerste een gespannen sfeer daar in het holst van de nacht en het was daarbij ook nog winterskoud. Daar stonden wij dan als gevangenen op een onbekende trein te wachten. Eindelijk daar kwam de trein aanrijden. Het bleek een lange trein met een stoomloco en personenwagons met ingeslagen ruiten te zijn. Nu zag ik gelijk dat de trein al vol zat met gevangenen en op de treeplanken stonden de SS-bewakers. Ik moest eerst samen met een hele groep mannen gevangenen langs de trein lopen om ergens in een wagon een plaats te vinden, Maar die waren al volgepropt maar ik zag toch kans mij daar tussen te dringen. Ik ben nogal mager en na veel geduw lukte het. Na schel gefluit en geschreeuw vertrok de trein puffend en steunend voorwaarts en het gevangenen-transport naar een onbekende bestemming in Duitsland was begonnen.
Een plaat uit de film van Westerbork film by Rudolf Breslauer
Wat staat ons toch allemaal te wachten dacht ik en gaan we misschien naar een fabriek. Ik stak even mijn hoofd buiten de trein en zag nu ook de SS-bewakers op de wagon-treeplanken staan. Het was een beestachtig vervoer in een wagon met ingeslagen ruiten. Daarbij gierde de wind luguber door de ramen tijdens het rijden. Ondertussen werd er In de coupe waar ik in stond heel wat werd af gekankerd en werden er ongeloofwaardige verhalen verteld. Want vlak bij mij zaten 2 kerels die luid opschepte dat zij zich als vrijwilliger tegen 5 gulden per dag hadden opgeofferd om in Duitse fabrieken te gaan werken. Zij hadden de toezegging gekregen dat dat voor het achterblijvende gezin goed zou worden gezorgd. Echter de meeste mannen in de wagoncoupé waren gevangenen en hoorden dit gewauwel met afschuw aan. We reden lang in het donker en af en toe hoorde ik buiten de trein geschreeuw van bewakers die zagen dat gevangenen uit de rijdende trein sprongen. Met zo een vlucht-sprong in het donker uit de rijdende trein daarbij raak je bijna altijd levensgevaarlijk gewond. De telegraaf paaltjes langs de spoorrails vormen een gevaarlijke dodelijke obstakels. Ik was dan ook beslist niet van plan uit de rijdende trein te springen, dus gewoon geduldig wachten er komen heus wel kansen om aan de SS’rs te kunnen ontsnappen. Ondertussen had ik nog steeds geen brood of ander eten gehad, dat was schandalig en in de van Heutzkazerne heb ik alleen kraanwater gedronken. Na enige tijd ging de trein langzamer rijden en naar buiten kijkend zag ik een schaars verlicht groot stations bord Gronau en een bord douane “grens Nederland - Duitsland” waar de trein even stopte om dan na korte tijd weer verder te rijden. Na ongeveer twee uur rijden was het licht geworden en we reden het station Bocholt binnen. De trein stopte aan een lang perron en werd al direct luid geschreeuwd “aussteigen”. Dat bevel werd direct door de gevangenen opgevolgd en ik stapte zo gauw als het mogelijk was uit die ellendige trein. Aanvang van een lange voettocht van station Bochholt door bossen, velden, heuvels en dalen naar de omgeving van de stad Elten. Ik stond nu met zoveel gevangenen op het perron Bochholt dat de SS- bewakers direct overgingen met het samenstellen tot colonnes. Maar in ieder geval werden ik en andere gevangenen ingedeeld bij een van die colonnes. Na kort wachten kregen we een bevel om de lange voettocht te gaan maken. Daar liepen we dan als onderdrukte angstige slaven om alle bevelen van de SS’rs op te volgen. Ik en mijn medegevangenen durven geen commentaar op de behandeling als slaven te geven met de angst door die SS’rs in elkaar te worden geslagen.
Bocholt
Eigenlijk een niet te beschrijven situatie waarin ik en de mede gevangenen door die Nazi bezetters in terecht zijn gekomen. Zover ik tijdens het lopen kon zien, liep ik tussen een groep gevangenen met koffers en tassen die werden bewaakt door rondom lopende SS’rs. Na enige tijd in colonne te hebben gelopen begon de ellende, het begon te regenen en dat ging ook nog over in zware buien en dat werd voor mij en de gevangenen een nieuwe beproeving. Bovendien droegen de meest van ons voor z’n barre voettocht ongeschikte kleding en schoenen. De regen veroorzaakt voor gevangenen die koffers bij zich hadden een groot probleem doordat de handvaten van hun koffers het begaven en daardoor genoodzaakt werden hun koffers op de schouder verder te sjouwen, want de bewakers dulden geen enkel oponthoud en zetten de colonne aan tot sneller doorlopen. Het bleef die hele tocht regenen en ook mijn kleding en zeilpet raakte doorweekt. Het was dan ook de hele dag lopen en nog eens lopen door die oneindige bossen in een glooiend landschap. Eindelijk zag ik een vrijstaand schoolgebouw en werd bevolen in dat gebouw te gaan schuilen. Ik was uitgeput en moest het schoolgebouw ingaan om te schuilen en kregen ik en de gevangenen eindelijk daar even rust en hadden een droog onderdak. Opvallend was het wel dat na een hele dag lopen ook hier geen enkele inwoner uit deze streek tegen kwamen. Door het zeer slechte weer waren er geen overvliegende vliegtuigen. Rond het gebouw stelden direct SS-bewakers zich onmiddellijk op. Zodat ook hier vluchten kansloos was en als je een poging deed werd direct neergeschoten want daarmee werd regelmatig door SS- bewakers mee gedreigd. We kregen eindelijk een beker slappe soep. Ik ben gauw in de lege schoollokalen gegaan om in de kasten te gaan rondsnuffelen en ik had succes en trof In een van de kasten een boek met plattegrond kaarten van de omgeving aan en daarin stond de stad Elten en ook de stad Emmerich en nog vele andere bekende plaatsen en die kaart heb ik direct uit het boek gescheurd. Er lagen ook brieven met het adres van de school. Eindelijk kon Ik mij oriënteren. Dat is even treffen. Het werd mij langzamerhand duidelijk dat door de oorlogsdreigingen de leerlingen de school moesten verlaten. De materiaalkasten die nog geheel gevuld waren met lesmateriaal en dat waren allemaal stille getuigen! Ik was even buiten gaan lopen om proberen mij te oriënteren en zag dat er een kuil met balk vlak voor het gebouw was gegraven voor onze wc-behoeften en ik werd direct door SS-bewaker aangeschoten die mij aan scheppen zette om de kuil met zand deels af te dekken want er lag het nodige naast. Hieruit blijkt alweer dat met de komst van een massa dwangarbeiders rekening was gehouden. Na ongeveer een uur rust moesten we het schoolgebouw verlaten en weer in colonne door de regen door de bosachtige heuvelachtig omgeving gaan sjouwen. Velen van ons konden door slechte oude versleten schoenen slecht lopen en kregen blaarproblemen. Aankomst tweede schoolgebouw (internaat) gelegen in de bossen nabij de stad Elten.
Na uren lopen in colonne in de regen over de boswegen kwamen wij weer bij een andere groot schoolgebouw aan en kregen direct een SS-commando om onze bagage en koffers in de hal van de school achter te laten en direct weer naar buiten te komen. Wat schept mijn verbazing we kregen daar allemaal scheppen om gelijk aan het graven te gaan. We kregen de opdracht om op aanwijzingen van de SS-bewakers loopgraven en diepe tankvalkuilen te gaan graven. Dit was even een onverwachte toestand. Eindelijk de ware reden waarom wij gevangenen naar dit oorlogsfront zijn gedeporteerd. Het was de aanleg van een grote verdedigingslinie met tankvalkuilen en loopgraven Waarom is er haast gemaakt met het graven van tankvalkuilen en loopgraven, is er misschien al een aanwijzing van een verwachte veldslag? Het direct aan het graven zetten van gevangenen terwijl de mannen uitgeput en dood moe van de hele dag lopen zijn. Waarom dan haast maken? Ik raakte me nu steeds meer van overtuigd dat hier een belangrijke verdedigingslinie werd aangelegd tegen een veldslag van geallieerden.
Met die te verwachte veldslag zal voor mij en de anderen gevangenen een grote kans lopen onder de voet te worden gelopen. Het wordt hier een dood en verderf slagveld. Dit alles veroorzaakt heel wat onrust onder de gevangenen over wat hen nog meer aan onheil te wachten staat, Het verblijf werd hier steeds riskanter en daarom moet ik zonder aarzelen snel besluiten en niet blijven afwachten voor dat het te laat is mijn plannen gaan uitvoeren. Na enige tijd graven en spitten was het donker geworden en we kregen orders van de SS’rs om met werkzaamheden te stoppen en moesten we direct rechtstreeks terug lopen naar het schoolgebouw. Ik en andere gevangenen waren allemaal zo uitgeput van een hele dag door de heuvels, bossen lopen en dan nog kuilen graven. We moesten direct het schoolgebouw ingaan en kregen daar bekers soep en konden daarna gelukkig naar onze slaapkamers om daar bij te komen. In de kamers waren houten bedden boven elkaar gelegen. Maar de meeste gevangenen kropen direct uitgeput de bedden in. Mijn indruk was dat we in een Katholiek Internaat waren ingekwartierd en dat in de haast voor naderend oorlogsgeweld met volle uitrusting door personeel en kinderen was verlaten. In de school waren dan ook verscheidene slaapkamers allemaal met ingerichte bedden boven elkaar dus kooien of kribben van gelakt hout. Wat een vreemde situatie een school met slaapkamers voor gedeporteerde gevangenen. Ik ben maar vlug in een kooi geklommen met al die ellende om mij heen proberen te gaan slapen, maar met het vaste plan in mijn hoofd om morgenochtend vroeg uit dit werkkamp te ontsnappen. Dat is nu de enige mogelijkheid maar wel met het risico gepakt te worden. Nu of nooit dacht ik! Ik heb nog even de landkaart geraadpleegd maar blijft moeilijk positie te bepalen van de vlucht richting Het was rechts of links om… Dus werd het een gok!
4e dag van Deportatie als Dwangarbeider.
De ontsnapping omstreeks 5 uur in de morgen uit het Internaat Slavenwerkkamp gelegen in de omgeving van stad Elten noord Rheinland Duitsland.
Omstreeks 5 uur volgende dag werden we volgens ons vluchtplan wakker. Er klonk wel vliegtuiggeronk in de slaapkamer, maar de gevangenen werden gelukkig daar niet van wakker van en bleven doorsnurken. Pieter, die pas 15 jaar oud was, had ik gisteren al in mijn vluchtplan betrokken en uitvoerig met hem doorgenomen. Hij stond al klaar te wachten om samen te vluchten. Ons plan was samen te ontsnappen uit dit slavenwerkkamp. We hebben ons voorzichtig geluidloos opgefrist. We moesten wel zonder eten onze ontsnapping uitvoeren en hadden gewoon geen keus en trouwens ook geen enkel idee of we iets te eten zouden krijgen, want gezien het maken van loopgraven zaten we al midden in een oorlogs-gevechtszone. Daarom moesten we direct handelen en zo spoedig mogelijk hier verdwijnen en dat is de enige optie door gebruik te maken van de ontstane situatie van een te verwachte militair offensief. We slopen zonder geluid te maken door een gang naar achterkant van het gebouw en zagen daar een deur naar de tuin en gelukkig was die niet op slot. Ik opende zachtjes de deur en keek voorzichtig naar buiten links en rechtsom geen enkele SS’r of een burgerwacht te zien en nu snel door de tuin sluipen. We klommen over een tuinhek naar een smal pad , rondkijkend op onraad. Maar doordat de maan zo helder scheen was er goed zicht voor onze vlucht. Dat gaat goed dacht ik en we liepen samen een smal kronkelend bospad af en sloegen rechtsaf en kozen een smalle weg omgeven door hoog struikgewas. In de verte klonk zware motoren geluid dat werd onderbroken door vliegtuiggeronk en doffe knallen, waarschijnlijk afweergeschut. Het is maar goed dat we in een andere richting liepen dan waar dat geluid vandaan kwam. We liepen tussen dicht begroeid struikgewas zonder zicht op de grond. Want als overvliegende jagers iemand of iets waarnemen wordt er geschoten. Maar na een uur lopen was het in de lucht weer rustig geworden en konden we onze voettocht op weg naar de Nederlandse grens voorzichtig rondkijkend voort zetten, maar wel bij akkers altijd langs de bosrand lopen. Je moet al bij voorbaat dekking hebben voor plotseling overgierende vliegtuigen. Doordat er nu regelmatig over ons heen werd gevlogen kwam het gevaar nu van uit de lucht!! Het was toch een stom toeval dat al uren liepen zonder in de omgeving of in de stad Elten terecht waren gekomen. Dus hadden we zonder enig hulpmiddel de juiste richting gekozen. Daarmee hadden we ook voorkomen dat SS-bewakers onze ontsnapping met nieuwe arrestatie en nog meer ellende hadden kunnen beëindigen. We liepen zo mijmerend in gedachten verder over glooiende boswegen en we kwamen nog steeds gelukkig geen mens tegen. Ik vond wel vreemd dat we hier steeds alleen liepen en vroeg mij bij herhaling af of we in een door militairen afgesloten gebied liepen. Hoe dan ook het is en het blijft bij een ding: volhouden met doorlopen om ons doel te bereiken. Maar ondertussen vlogen weer gierende vliegtuigen over ons. Het werd nu wel een tocht met veel gevaar en veel lawaai boven in de lucht en daar werd Pieter erg moedeloos van en onzeker van na onze vlucht uit het slavenwerkkamp.
Op zoek naar de Nederlandse grens.
Gelukkig is daar is eindelijk een boerderij om te vragen of we wel de goede richting naar Nederlandse grens lopen, Ik ben direct met een vast beraden houding het erf opgestapt en heb aan de deur geklopt. Je weet maar nooit wat je te wachten staat. De boerin deed direct open en bleef in de deuropening staan. Wat is er aan de hand vroeg zij? Ik draaide er niet om heen en vertelde zonder omhaal dat we uit een slavenwerkkamp waren gevlucht voor naderend en dreigend oorlogsgeweld en dat we al uren op weg op zoek waren en naar de Nederlandse grens. De boerin antwoorde jullie zijn goed op weg maar moeten denk ik wel nog uren lopen voor het bereiken van de Nederlandse grens. Maar ik loop toch nog even voor gezelligheid met jullie mee en bij afscheid heeft ze ons ieder een afscheidszoen gegeven en een goede vooral veilige reis gewenst. Ze was door deze toestand erg gespannen en angstig door de naderende oorlogsdreiging. Ze was al hierdoor erg in de war over wat haar nog te wachten staat. Liefst zou zei ook mee willen vluchten maar waarheen? Het blijft een verschrikkelijke tijd voor de Duitse streekbewoners. Wij zijn zonder enige rustpauze onze weg gaan vervolgen. In gedachten lopend en afvragend: hoe lang moeten wij nog door die oneindige bossen sjouwen, daar er nog steeds geen Nederlandsche grens is te zien. We waren onder indruk van al die enorme dennenbomen en verlaten verwilderde akkers. Het liep het al gauw tegen eind van de middag en wel tegen een uur of zes. Een verlaten omgeving en ook vanaf onze ontsnapping uit de school ook geen enkele gewone of militaire vrachtwagen gezien maar wel zwaar motorengeluid gehoord. We waren zo uitgeput en vielen daardoor langs de weg neer zonder de hele dag maar iets te eten of te drinken te hebben gehad.
4e dag middags na ontsnapping uit het Slaven- werkkamp omgeving Stad Elten.
Na een hele dag aan een stuk zonder eten en drinken door de bossen, velden, heuvels en dalen te hebben gelopen om toch eindelijk weer in ons eigen Nederland terug te zijn. Nadat Pieter en ik een half uur in het gras hadden liggen slapen stapte er twee vrouwen van hun fiets “engeltjes” die op ons af liepen en ons wakker maakten en ons toespraken met “we feliciteren jullie, jullie zijn weer op Nederlandse bodem” en wel vlakbij ons dorpje Kotten, kom maar vlug met ons mee naar ons huis en daar krijgen jullie van ons eten en drinken. Hoe vinden je dat? We hadden natuurlijk onze gevangenschap en ontsnappings-verhaal onderweg naar de woning aan onze “engeltjes” verteld. Wat een geluk zei ik tegen Pieter dat we onze vluchtplan hebben doorgezet. "Wat een vernedering hebben jullie moeten ondergaan" merkte de vrouwen op. Om als gevangene onder militair toezicht te moeten graven! Maar wij vinden jullie helden om zo doortastend op te treden en op het juiste moment het werkkampgebouw weten te ontvluchten. Onze vrouwen vertelden ons ook dat er geruchten gaan van een op komst zijnde van een grote militaire aanval. De Duitse bevolking in deze streek zit al in zak en as voor die ophanden zijnde oorlog met tanks en vliegtuigen. Zij hebben hun kelders als schuilplaatsen ingericht. De vrouwen vertelden ons dat zij veel met Duitse grensbewoners omgingen en die vertelde weer dat in de omgeving van stadje Elten dat er al verdedigingswerken waren aangelegd zoals loopgraven en tankvalkuilen! Maar ondanks al deze oorlogsdreigingsverhalen mochten we bij de vrouwen overnachten. De vrouwen hebben ons verwend met een heerlijk maaltijd en dat hadden we sinds onze gevangenschap niets meer te eten gehad. De vrouwen hadden een verrassing, we kregen ieder een ingepakte worst mee voor onderweg! Ik had nog zoveel willen vertellen over wat ik zelf al eerder met de Duitse bezetters had meegemaakt, maar daar ontbrak de tijd aan om dat nu allemaal nog te vertellen. Het was voor ons moeilijk te bevatten met al die gelopen risico’s om te worden beschoten. Onze vlucht nu al gedeeltelijk geslaagd. We hebben in een hele dag lopend het Duitse oorlogsgebied kunnen achter laten en terugkijkend op 4 dagen van onzekerheid bleek wat die SS’ers met ons van plan waren en bovendien nog gevaar te lopen bij luchtaanvallen gewond of gedood te worden. Ik had onderweg ondervonden dat Pieter van huis uit geen prater was en onze gesprekken vlotte dan ook niet. Een hele dag met elkaar optrekken valt door de onzekere vooruit zichten beslist niet mee. We hebben toch samen maar één doel; veilig thuis te komen waar onze ouders in spanning zitten te wachten of we er in slagen te vluchten om uit de handen van die gehate SS’rs te blijven.
5e dag van huis en onze ontsnapping uit het Slavenwerkkamp Nazi Duitsland.
Onze voettocht langs Winterswijk door de boomrijke wegen met als volgende doel een overnachtingsplaats in de omgeving van Ruurlo. Na ongeveer een uur lopen gierden ineens al knetterend een vliegtuig over ons heen ons heen. Met oorverdovend lawaai kwam alweer iets over ons heen vliegen. We zagen het nu duidelijk, het bleek een V1 vliegende bom te zijn. Op onze route hadden we al verscheidene bomtrechters met verwoeste huizen gezien. Dat waren de gevolgen als een V1 defect raakt en dan neerstort met een enorme explosie en alles verwoest in de omgeving. Een onvoorstelbare situatie! Het was voor de bewoners van deze omgeving levensgevaarlijk geworden om hier te blijven wonen met al die vliegende bommen. We kwamen onderweg nog meer van die inslagen van V1’s tegen.
We begrepen nu wel waarom wij geen inwoners tegen kwamen die waren hun woningen al ontvlucht wegens V1 inslagen Er moet hier ergens vast een lanceerbasis zijn zei ik tegen Pieter. Maar na enige tijd hield het op met die overvliegende V1’s. Met het al liepen we nog steeds te hongeren en eindelijk kwamen we dicht bij de stad Ruurlo en troffen gelukkig een boerderij aan. Maar direct het erf op en aan de deur geklopt en werd weer door de boerin opengedaan. Ik vertelde dat wij uit een gevangenen werkkamp bij de stad Elten voor oorlogsgeweld waren gevlucht en vertelde haar dat op de eerste dag van onze vlucht hadden wij het al zonder eten en drinken moeten stellen en dat viel ons beslist niet mee. We vertelden ook dat we op zoek waren naar onderdak of we misschien in de stal mochten overnachten. Gelukkig kregen we begrip voor ons vluchtverhaal en bracht de boer ons drinken en brood en mochten vannacht bij de koeien in de stal gaan slapen. Dat was weer bedelen om onderdak en voedsel wat een vreselijk toestand en dat allemaal door de Duitse bezetters veroorzaakt. Pieter werd hier bepaald niet spraakzamer door. Hij had er schoon genoeg van en wilde liever alleen verder gaan. Ik zei tegen Pieter dat ik ben van huis uit altijd optimistisch van aard ben en zie bijna overal wel een lichtpuntje in. En bedenk zei ik tegen Pieter, wat die achtergebleven gevangenen in het slaven werkkamp nog allemaal moeten doorstaan tijdens dat aanleggen van een tankvalkuilen en loopgraven. Daar moeten we wel even bij stilstaan dat zij nog waarschijnlijk geen kans meer krijgen uit het slaven-werkkamp te vluchten. Als het eerst maar weer morgen is dan ziet alles voor onze toekomst weer veel gunstiger uit, zei ik tegen Pieter.
6e dag van huis en onze ontsnapping uit het Slaven- werkkamp.
Vertrek uit de overnachtingsboerderij omgeving van Ruurlo en lopend over de eindeloos lijkende wegen nu naar de stad Vorden. In de koeienstal van de boerderij in de omgeving van de stad Ruurlo werden we zeer vroeg wakker gemaakt en kregen van de boerin brood en melk. Na ontbijt fristen we ons op om snel op pad te gaan naar ons volgende loopdoel en dat was nu de stad Vorden en dat werd een hele dag door bossen van eikenhakhout lopen.
Ruurlo
De wegen waren hier opvallend verlaten en af en toe kwamen we alleen fietsende vrouwen tegen maar geen mannen. Zeker vanwege SS -razzia’s zei ik tegen Pieter. Het was rustig maar koud weer en gelukkig geen regen. Maar weer uitkijken naar een volgende boerderij voor onderdak maar al tegen het eind van de middag zagen we gelukkig een boerderij en dan maar weer hopen als wij om onderdak vragen of ze ons vluchtverhaal willen geloven. We zagen er als een stel landlopers uit we hadden niet veel soeps meer aan en dat is logisch want het begin na uitbreken van de oorlog met Duitsland was praktisch niets meer in de winkels te koop. We gelukkig weer een boerderij .Ik heb maar weer de stoute schoenen aangetrokken en het erf naar de deur van de boerderij gestapt. De boerin kwam in de deuropening staan en die wilde graag weten wat we kwamen doen. We hebben weer ons vluchtverhaal van 6 dagen onderweg in het kort verteld en ze had zeer veel begrip voor onze toestand. Ze zag aan onze kleding hoe we er aan toe waren en liet ons binnen en zorgde voor brood en drinken en bracht ons naar de deelkeuken. De boerin liet daarna de stal zien zodat we voor de nacht een plekje in het stro tussen de stampende en plassende koeien konden uitzoeken. Er was stromend water en een gelegenheid waar we ons konden opfrissen. Er was voor mij weer een dag met kapotte schoenzolen voorbij (de zolen van mijn schoenen waren vastgezet met dun ijzerdraad om het klepperen van de zolen tegen te gaan). We vielen in een diepe slaap. Vertrek uit de overnachtingsboerderij omgeving stad Vorden op weg naar onze nieuwe hindernis, de rivier de IJssel.
Vorden
De volgende morgen werden we vroeg tussen de plassende en kletterende koeien wakker en kregen van de boerin een broodmaaltijd en drinken. Nadat wij ons hebben opgefrist zijn we direkt op pad gegaan naar ons volgende doel, het Nationaal Park de Hoge Veluwe en de stad Otterlo. Dat werd eerst een tocht van ruim 2 uur lopen om de stad Brummen vlak bij de IJssel te bereiken maar daar was geen brug over de IJssel maar wel een veerpontje voor wandelaars en fietsers. Maar werd vreemd genoeg alleen bediend door een jonge Duitse soldaat.
Brummen
De rivier de IJssel was een belangrijke hindernis voor ons en werd midden op dag door ons tegen betaling met een veerpontje overgestoken. We bevonden ons wel in een buitengewone hachelijke situatie waar we het risico liepen om weer gevangen te worden genomen. Maar het was toch het overwegen waard met dit veerpontje de IJssel over te steken, want bij de IJsselbrug staan beslist SS-controle posten. Maar ja wat moet je? Ik heb met Pieter overlegd om toch te proberen om met dat veerbootje naar de overkant van de IJssel te komen. Ik had al gezien dat vrouwen met betaling naar overkant werden overgezet. Ik had gelukkig geld bij mij en liep naar de militair en vroeg wat de overtocht koste: fl. 2,50 een papieren rijksdaalder kregen we als antwoord maar toen vroeg ook die militair in het Duits waarheen gaat de reis en ik zei naar mijn familie in Apeldoorn en dat bleek geen bezwaar en ik betaalde met mijn papieren rijksdaalder de overtocht en we werden door de militair netjes naar andere oever overgezet. Pieter had geen geld op zak. Dat was even een opluchting die overtocht en we stapte vlug uit het veerbootje, Dat was even een onverwachte gevaarlijke hindernis. Je weet maar nooit bij controle door militairen hoe dat afloopt en ons geluk was dat die militair niets afwist van razzia’s door SS’rs. Nu maar weer op weg door de bossen naar een wegsplitsing waarvan de ene weg liep door het bosgebied van Nationaal Park Hoge Veluwe en de andere weg liep buiten het bosgebied van de Hoge Veluwe om. Ik vond dat door de bossen van de Hoge Veluwe een veiliger weg. Terwijl de andere weg buiten de bossen om veel meer gevaar liep op beschietingen door Jachtvliegtuigen en SS-controles. We kregen een meningsverschil over de te volgen route naar huis. Een domper op onze vlucht naar huis. Want Pieter kiest de open route om het Park Hoge Veluwe heen, dat is jammer. Mijn route is een veiliger dwars door de bossen van het National Park de Hoge Veluwe. Maar Pieter koos toch een eigen route. Ik vond het erg jammer dat hier onze gezamenlijke vluchtroute naar huis werd afgebroken. Terwijl ik de hele vlucht heb georganiseerd die tot nu toe goed is verlopen. Jammer zei ik!! Maar Ik kan nu zonder overleg een route naar huis door de bossen lopen en mijn eigen tempo aanhouden. Het was voor mij al erg laat geworden doordat veerpontje over de IJssel en ik moest nu snel onderdak gaan zoeken en ik vond algauw een boerderij in de buurt van Laag Soeren en Eerbeek. Maar weer op mijn bekende manier naar de deur gestapt en gevraagd om onderdak. Ik heb weer uitgelegd aan de boerin dat ik uit Duitsland was gevlucht nadat ik als gevangene moest graven aan het oorlogsfront bij de stad Elten. Ik kreeg begrip door mijn verhaal en kreeg brood en drinken en kon nu alleen in de stal bij die stampende en plassende koein te gaan slapen en viel na een bewogen dag in slaap. Het was mij opgevallen dat ik onderweg tijdens mijn vlucht geen boeren heb ontmoet maar wel boerinnen, mogelijk was de oorzaak het gevaar van het houden van razzia’s door SS-militairen.
7e dag van huis en mijn Ontsnapping uit het slavenwerkkamp.
De tocht nu alleen lopend door de bossen van het Nationaal Park de Hoge Veluwe. In de boerderij beginnen de werkzaamheden vroeg in de morgen en ik was daardoor ook vroeg wakker en kreeg ik van de boerin eten en drinken en kon mij gaan opfrissen om weer snel op pad te gaan. Vreemd zo alleen lopend en zonder bagage. Maar onderweg tijdens mijn tocht door Het Nationale Park de Hoge Veluwe sprak ik nog enkele vrouwen aan die als vele op hongervoedseltocht waren en zij vertelde mij dat op de straatweg waar het zeer druk was met karren en fietsers op hongertochten een bijzonder gevaar liep tussen de rijdende Duitse militaire vrachtwagens. Daar tussen lopend of fietsend werden Duitse vrachtwagens door overvliegende jachtvliegtuigen beschoten. Er zij vertelden gehoord te hebben dat door de vele beschietingen al veel slachtoffers onder de etenhalers zijn gevallen! Het werd een lange tocht lopen door het Park de Hoge Veluwe en het was daardoor bijna donker dat ik eindelijk aankwam bij een Rode Kruis post in de buurt van stadje Otterlo. Het was echter te laat geworden en het personeel van de Hulppost was al naar huis. Spertijd was van 8 uur in de avond tot 6 uur in de morgen. Dat was een tegenvaller voor mij want ik had noodzakelijk voetverzorging nodig. Ik moest geduld hebben en wachten tot de volgende morgen. Het enige wat wel geregeld kon worden dat vannacht in het gebouw kon blijven slapen. Helaas kon ik ook niets te eten krijgen alleen maar kraanwater. Het was inmiddels volledig donker geworden en er bleef niets anders over te gaan slapen in dit gebouw. Desondanks heb ik die nacht toch nog goed kunnen uitrusten.
8e dag van huis en mijn ontsnapping uit het Slaven- werkkamp.
De lange voettocht na overnachting bij het stadje Otterlo met het volgende doel omgeving stad Nijkerk. De volgende dag werden de blaren op mijn voeten door het Rode Kruis personeel verbonden. Ik kon hierdoor niet zo vroeg op pad gaan ondanks de grote drang om naar huis te gaan waar mijn moeder en vader in spanning verkeren hoe het met mij ging of ik kans had gezien om aan SS-bewakers te ontsnappen. Ik begon de dag met moed een voettocht met als doel de omgeving van de stad Barneveld en ik schatte dat ik er ongeveer een uur over zou doen maar dat duurde veel langer door spierkramp in mijn rechterbeen en zo werd later en later. Ondertussen had ik maar besloten om in het gras van een bospad te gaan liggen uitrusten na een hele dag lopen zonder eten en drinken. Na enige tijd rusten besloot ik toch maar weer verder te gaan richting Nijkerk. Het was door de spierkramp in mijn been zeer laat geworden. Uiteindelijke dacht ik een boerderij te zien, maar dat bleek echter een grote schuur met hooiberg te zijn. Maar op het erf was dan ook niemand te zien dus verlaten. Het was al praktisch donker geworden maar met volle maan en hoera dat komt goed uit dacht ik en kroop doodmoe de hooiberg in en viel in slaap. Na enige tijd werd ik wakker met het gevoel ik moet met spoed naar beneden om een grote behoefte te doen. Beneden op het erf aangekomen scheen de maan nog steeds helder en de hemel was strakblauw maar vrieskoud en ik heb snel in de bosjes mijn behoefte gedaan. Een verlaten erf dat was voor mij een geruststelling je weet maar nooit wie je tegenkomt en ik klom gauw de hooiberg weer in en viel voor de tweede keer in slaap.
9e dag van huis en mijn Ontsnapping uit het Slaven- werkkamp.
Tijdens mijn vlucht naar huis in de omgeving Nijkerk vond ik een hooiberg met daarin een prima slaapplaats. Ik werd wakker met het gevoel waar ben ik, want ik had niet eerder in een hooiberg geslapen. Gelukkig was op het erf een water tappunt en kon ik me ondanks de vrieskou een beetje opfrissen en ik ben direct op onderzoek gegaan om na te gaan welke richting en plaats ik vandaag moest gaan lopen tussen al die voedselzoekende etenhalers.
10e dag van huis en mijn Ontsnapping uit het Slavenwerkkamp.
Op weg naar mijn volgende doel de Stad Bussum. Maar ik kwam al snel tussen twee stromen etenhalers terecht die naar het platteland op voedsel uit zijn geweest en een groep die nog op weg voor voedsel gingen Ik kon nu zonder omhaal de weg vragen. Ik volgde mijn weg langs Spakenburg en Eemnes. Aan die etenhalers kon je nu zien dat in Nederland honger werd geleden. Belangrijk was wel dat ik nu niet langer alleen naar huis liep. Dat was wel een schrale troost. Na enige uren gelopen te hebben kwam ik nu door Blaricum en Laren gelukkig wist ik hier goed de weg en vervolgde mijn looproute voorzichtig rondkijkend, je weet maar nooit of hier nog razzia’s worden gehouden. Ik kwam zo al langzamerhand in de stad Bussum terecht en liep mijn bekende route over de Ceintuurbaan naar het adres van mijn vriend Jan de Korte in de Spijkerstraat. Ik kreeg daar een groots onthaal van de familie en eindelijk brood en aardappels die de familie de Korte van hun karige rantsoen aan mij hebben afgestaan. Ik moest mijn verhaal over vlucht uit Duitsland dan ook uitvoerig vertellen. Ik heb die nacht heerlijk in een bed van de familie kunnen slapen.
11e dag van huis en mijn Ontsnapping uit het Slavenwerkkamp.
Terugkeer in Amsterdam na deportatie, dwang, ontbering en een levensbedreigende vlucht van ca, 200 KM. Na een diepe slaap werd ik 's morgens wakker in slaapkamer van mijn vriend in Bussum kreeg ik weer het gevoel dat ik dat alles als een nachtmerrie te hebben doorgemaakt zoals gevangenneming deportatie en het vluchten uit Duitsland, Maar ik was toch echt in het huis van mijn vriend Jan de Korte waar ik onderdak en verzorging na mijn vlucht heb gekregen. Ik ben maar vlug opgestaan en maakte mij gereed voor de laatste deel van mijn vlucht. In de woning van mijn vriend Jan de Korte hoorde ik de stem van mijn vriend Theo Hageman uit Bussum die was langs gekomen nadat hij van mijn vlucht uit Duitsland had gehoord. Hij kwam met een voorstel om het laatste deel van mijn tocht naar Amsterdam samen te gaan lopen, maar Theo had wel zijn fiets meegenomen om de tocht terug naar Bussum te maken. We moesten wel goed opletten of er razzia’s van SS’rs waren. We zijn lopend met de fiets aan de hand op weg gegaan. Het was nog een flinke tocht lopend door Naarden, de Amsterdamse straatweg en langs Muiden. Bij vechtbrug Muiden aangekomen nam mijn vriend Theo afscheid van mij en is weer op zijn fiets terug naar Bussum gereden. Ik liep nu alleen verder om via Diemen naar de binnenweg langs het water de Omval om alle risico te vermijden en niet opnieuw SS’rs tegen het lijf te lopen. Deze weg kwam bij de Gasfabriek a/d Amstel uit en kon ik met de grote veerpont naar overkant varen vlak bij de woning van mijn zuster Viry, daar aangekomen ben ik direct mijn zuster gaan opzoeken die niet wist wat ze zag want daar stond haar broer Jan weer vrij maar vermoeid en mager uit gevangenschap terug uit Nazi Duitsland. Mijn zuster stelde direct voor om naar moeder en vader Koopman in de Waalstraat te gaan. Mijn ouders waren zeer verrast mij weer gezond terug te zien en dat hun zoon Jan weer kans had gezien aan die gehate SS-militairen te ontsnappen. Maar Ik moest eerst bijkomen en kreeg het eerste Zweedse witbrood te eten en dat was mijn eerste verrassing. De bakker op de hoek van de Waalstraat had van de autoriteiten van de stad toestemming gekregen om van meel uit Zweden witbrood voor bewoners te bakken. Er was echt in de hele buurt een totale noodtoestand want er was al in maanden geen voedsel in de winkels te koop geweest. Ik moest mij wel eerst gaan opknappen en mijn voeten gaan verzorgen want die waren er slecht aan toe. Mijn vader heeft direct de dokter gewaarschuwd i.v.m. met mijn open voetwonden. Ik kon nu in mijn bed liggend nadenken over alle ondergane belevenissen en nog eens rustig overzien. Ik moest wel enige dagen thuis rust nemen om de wonden aan mijn voeten te laten genezen. Ik zal me nu gaan bezig houden met de berichten over de hevige strijd met Duitse legers en hun verliezen aan het west- en oostfront en de te verwachte einde van die verschrikkelijke oorlog. We hadden thuis een radio-kristal-ontvanger met koptelefoon.
Een product van mijn vader dat zonder electriciteit werkt. Bijnaam indertijd was van mijn vader “Marconi” vanwege zijn amateur radio’s bouwen. Waarmede konden we alle radioberichten over de oprukkende geallieerde legers en de verliezen van Duitse legers volgen. (Radio Oranje) Al is er toen nog geen zekerheid wat de Duitse bezetters nog met de Nederlandse bevolking van plan zijn. Om nog een 3e keer naar Duitsland te worden gedeporteerd is mij te echt te veel om alle ellende om nog een keer te moeten doorstaan. Een spoedig einde van oorlog met Duitsland kwam al dichtbij. Elke volgende dag die ik beleefde leek het wel of ik alles in mijn fantasie had beleefd en maar ik mag van geluk spreken dat ik die ontvoering en vlucht levend en gezond had afgebracht. Hier eindigt mijn verhaal dat maar liefst ruim 65 jaar had geleden plaatsvond.
Met mijn verhaal heb ik gepoogd mijn belevenissen zo volledig en zo waarheidsgetrouw trachten te beschrijven maar kan desondanks veel tekortkomingen speciaal over mijn medegevangenen bevatten. Ik heb nadien echt geen mogelijkheid gezien met mijn lotgenoten over hun beleefde deportatie contacten te kunnen leggen. Maar op Internet zijn echter zeer veel identieke razzia verhalen verschenen en zeer uitvoerig beschreven.
Naslag over de oorlogssituatie op 6 februari 1945 speciaal van de omgeving van de stad Elten en slechts 9 km van het oorlogsfront Groesbeek waar ik aan loopgraven heb gewerkt:
In dat gebied slechts 2 dagen na mijn ontsnapping op 6 februari 1945, trokken op 8 februari de geallieerden legers vanuit de omgeving Groesbeek Nederland over een breed front de Reichsgrenze de Rhein over en Duitsland binnen en vond de grote veldslag plaats met de naam OPERATION VERITABLE. Bij deze aanval werden maar liefst 400.000 Engelsen en Canadezen militairen, 800 tanks. 1000 vuurmonden en 600 vliegtuigen ingezet. Er werd een groot bruggenhoofd over de Rijn geformeerd. In 2 weken tijd vielen door de zware Duitse tegenstand op het slagveld liefst 35.000 doden aan Duitse militairen en 15.600 doden aan Britten en Canadezen militairen en niet te vergeten de vele zwaar gewonde militairen en ook vele duizenden doden in de Duitse steden en streekbewoners. De hele grensstreek en o.a. de steden Emmerich, Kleef, Goch en het Reichwald werden door het offensief in een grote vuurzee veranderd. De bekende bedevaartplaats Kevelaer werd op 3 maart 1945 door de Canadezen zonder slag en stoot veroverd en was de enige plaats uit het oorlogsfront ongeschonden uit de de veldslag te voorschijn was gekomen. Er werden door de geallieerden militairen dan ook vele duizenden Duitse krijgsgevangenen gemaakt. De militaire doorbraak en de veroveringen van het Duitse Rhein-front (Operation Veritable} door de Engelsen en Canadezen legers waren van groot strategisch belang voor de grote Geallieerde verovering van heel Nazi Duitsland. Op 4 maart 1945 bracht dan ook de Premier van England Winston Churchill met Generaal Montcomery en zijn hele staf een speciaal front bezoek aan de gelegerde Canadezen en Engelsen militairen.