Marietje van de Voort-Michelbrink

Onderstaand delen wij  de unieke oorlogsherinneringen van mevrouw Marietje van de Voort-Michelbrink, woonachtig te Bladel. Maar op 14.10.1931 geboren op de boerderij van haar ouders, aan De Hoef te Hulsel, een naastgelegen dorp in de huidige gemeente Reusel-De Mierden. Haar oorlogsverhaal speelt zich daar in die streek af, in de Brabantse Kempen.

Door: Sjef Smeets


Marietje was het vierde kind in een gezin met twaalf kinderen, waarvan het laatste na de oorlog is geboren. Als kind werd zij aanvankelijk niet met het oorlogsgebeuren geconfronteerd. Zij het, dat in de uithoek die ‘De Hoef’ er vormde, ook een soort van verdeelcentrum voor onderduikers was. Een van die jonge mannen, die niet naar Duitsland wilden om er te gaan werken, de 19- of 20-jarige Victor Bleeker, kwam graag op de boerderij bij de familie Michelbrink. Hij ging er deel uitmaken van het gezin, als ons ‘oudste kind’ en bleef tot na de bevrijding. Er kwamen later ook evacuees uit Berg en Dal, bij Nijmegen. Victor hielp op de boerderij en bij het verzorgen van die evacuees. 

En dan waren er ook nog de smokkelaars uit het Belgische Oud-Turnhout. Die haalden bij ons graan voor persoonlijk gebruik. Het waren bouwvakkers, die als tegenprestatie onze boerderij verbouwden, zodat we de beschikking kregen over een behoorlijke keuken, een huiskamer en een kelder. 

Vader wist de hand te leggen op een radio, die hij verborg in het hooi boven de koeienstal.’ s Middags werd samen met de onderduikers geluisterd naar de BBC.

Pas in 1944 werd het menens, want toen vorderden de Duitsers de boerderij. De familie moest er weg. Alle huisraad ging met paard en wagen naar een andere boerderij in de buurt, waar voor iedereen plaats was op het stro in de stal. Marietje noemt dat gedwongen vertrek een van de meest emotionele oorlogsherinneringen. 

De volgende dag, ontruimden de Duitsers zelfs de hele straat, (wat weer nadrukkelijk in herinnering komt bij de huidige beelden uit Oekraïne). Dus weer naar een andere boerderij, waar het hele gezin drie weken bleef, met wel 60 tot 80 mensen in een stal. Allemaal met hun eigen van thuis meegenomen dekentje. 

Daarvandaan zag Marietje de vlammen in het verderop gelegen Reusel. Ze zag daar ook de kerktoren vallen, in brand geschoten door een kanon in Hooge Mierde. ‘De kogels gingen langs de boerderij af, waar wij verbleven’.

Drommen bommenwerpers gingen over ons heen, op weg naar Arnhem. Sommige werden aangeschoten. Je zag dat ze zouden vallen in het ‘Bladels Bos’. Daar gingen we achteraan. ‘Ons Pap’ ging mee. Een vliegtuig stortte neer op de boerderij van de familie Spliethof. Gevolg: drie doden. 

Later is er een monument geplaatst ter ere van de vele slachtoffers. Wat Marietje altijd bij bleef, was dat de pastoor er kwam op zondagmorgen. En dat zij niet één, maar meerdere hosties kreeg. Die moesten immers op, omdat ze niet achtergelaten konden worden. 

Toen we weer thuis terugkwamen vonden we daar vooral veel troep. Maar er was geen grote schade. De Duitsers hebben we bij Hooge Mierden ook weer zien weg trekken. ’n zielig hoopje’. 

Na de bevrijding gingen we weer echt leven. Vader speelde accordeon en dan was het ’s middags ‘Bevrijdingsfeest’. 

 

Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.