Christian Kehlenbach
Marine Festungsbataillon 366
 

“Christian bevond zich nu met enige soldaten in de omgeving van de Poldertweg, daar is hij gesneuveld; onze rode zakdoek om zijn hals markeerde hem.”

Afgelopen maand kwamen wij in contact met meneer Henk Volders (kijk ook eens hier en hier voor nieuwe informatie over de relatie Henk Volders en Christian Kehlenbach). Hij heeft de oorlogsjaren in Groningen meegemaakt. Henk kan zich veel herinneren uit die tijd. Met name de vriendschap die hij sloot met een jonge leeftijdgenoot is hij nooit vergeten. Het was de Duitse soldaat Christian Kehlenbach.

 

Lees dit korte maar indrukwekkende verhaal over een jongen van 17 jaar die als dienstplichtig soldaat, vier kilometer van zijn thuisland twee weken voor het einde van de oorlog sterft.

 

“Dit verhaal gaat over Christian Kehlenbach, Kriegsmarinenummer 78446/44, één van de vele Kriegsmarine jongens die als opdracht had om de vijand in Oost-Groningen tegen te houden. Hij wordt hier genoemd, omdat ik hem zo goed heb gekend en om duidelijk te maken dat de bezetters niet altijd van die heldhaftige jongens waren die voor de Führer door het vuur gingen.

 

Christian Kehlenbach werd geboren op 13 augustus 1927 in Eschweiler en trad eind 1944 als dienstplichtige in militaire dienst. Na de opleiding werd hij in januari 1945 ingedeeld bij het Marine Festungsbataillon 366, dat op 5 april 1945 werd gelegerd aan de oostzijde van het Ruiten Aa-Kanaal in Oost-Groningen. Het peloton waar toe hij behoorde werd bij de landbouwer Willem van Hateren in de Weite ingekwartierd. Een van de eerste opdrachten was het graven van schuttersputten, want generaal Christiansen, de Duitse bevelhebber in Nederland had bevolen, dat ten koste van alles de vluchtweg naar Duitsland open moest blijven.

Bron: https://www.thirstyswagman.com

De bataljonscommandant, Korvettenkapitän Heitsch, deed er nog een schepje bovenop door de “Mannschaften” duidelijk te maken dat er maar twee mogelijkheden waren: overwinnen of sterven. Ook bij gevangenneming zouden zij zonder meer door de “vijand” worden gedood. Op vrijdag 6 april heb ik hem voor het eerst opgezocht in zijn schuttersput, omdat ik toen in de directe omgeving woonde. Hij had grote angst om te zullen sneuvelen. Ik probeerde hem te bemoedigen en adviseerde hem bij contact met de aanvallers zich zo snel mogelijk over te geven. Ook voorzag ik hem, in ruil voor een paar schoenen, van tabak. Toch bleef hij de toekomst somber inzien.

 

Tijdens dat eerste gesprek verscheen er plotseling een verkenningsvliegtuig, een Pipercub, boven ons. Christian maakte mij duidelijk dat het een vijandelijk vliegtuig was die foto’s van de Duitse stellingen maakte en daarom was het nodig dat ik even bij hem in de schuttersput zou kruipen. Dat heb ik dan gedaan en hoopte maar dat er op dat moment geen aanval van de bevrijders zou komen en dat gebeurde gelukkig dan ook nog niet. Op zondag 15 april had Christian erge keelpijn en vroeg hij om hulp. Willem leende hem een rode zakdoek, die hij om zijn hals bond. Dat is het enige wat wij voor hem hebben kunnen doen.

 

Die morgen, omstreeks half elf, gingen Poolse militairen van de 1e compagnie van het 8e Poolse bataljon Infanterie tot de aanval over. De aanval begon met tanks die de woningen aan de oostzijde van het kanaal, waaronder ook ons huis, langdurig onder vuur namen. Hierin waren Duitse soldaten gehuisvest. Daarna ging de infanterie over tot de aanval. Christian heeft die morgen zijn positie moeten verlaten om gevrijwaard te worden van de Poolse vlammenwerpers. Hij bevond zich nu met enige soldaten in de omgeving van de Poldertweg. Daar is hij gesneuveld; onze rode zakdoek om zijn hals markeerde hem.

 

De volgende dag werd Christian samen met zijn gesneuvelde vrienden begraven op de Algemene Begraafplaats te Vlagtwedde. In 1957 is hij herbegraven op Deutsche Soldatenfriedhof te Ysselsteyn.”

Bron: www.tracesofwar.nl

Het verhaal van Henk geeft aan dat met name in de laatste maanden van de oorlog leeftijd geen rol meer speelde in nazi Duitsland. De 17-jarige Christian is een van de duizenden (te) jonge jongens die dit met het leven heeft moeten bekopen.