Meneer Kuypers

Opgetekend door Marcel Janse

Op 14 augustus 2025 in Loenen aan de Vegt interview ik de heer Kuijpers. Hij is helaas grotendeels blind maar nog ontzettend helder van geest. Het is mij een groot genoegen om zijn oorlogsherinneringen op te schrijven.

De heer Kuypers geboren op 19 april 1925 in Den Bosch heeft in de WOII vanaf mei tot en met begin september 1944 bunkers moeten camoufleren op het eiland Walcheren en heeft diverse andere werkzaamheden voor de Duitsers moeten verrichten.

Hij woonde in een huis onder de toren van de kerk de St Jan in Den Bosch.  Hij woonde daar met zijn vader en moeder en 3 broers. Na de lagere school ging hij naar de Mulo en vervolgens naar de Kunstacademie, de school voor beeldende kunst. Eén van zijn klasgenoten was Nel van der Linden later bleek dat zij illegale krantjes verspreide en zich bezighield met het verzamelen van pamfletten die uit geallieerde vliegtuigen werden gegooid.

Nel is uiteindelijk opgepakt en naar het concentratiekamp in Vugt gebracht. Later is zij in september 1944 omgekomen in het concentratiekamp Bergen Belsen.

Op hetzelfde moment dat Nel was opgepakt stonden er in mei 1944 om half twee s’ middags twee militairen/marechaussee in uniform voor de deur bij de familie Kuypers om de heer Kuijpers op dat moment 19 jaar mee te nemen op transport zonder opgaaf van reden. Zijn ouders wisten niet waar hun zoon naar toe werd gebracht.

Hij werd die zelfde dag met andere leeftijdgenoten naar een werkkamp in Oostkapelle (Oranjezon) in Zeeland gebracht en gehuisvest in 20 barakken. In de barakken zaten Russen, Wit Russen, Italianen en Nederlanders. Er moest dwangarbeid/Arbeitseinsatz voor de organisatie TODt worden verricht.

De Organisation Todt (O.T.) was een Duitse bouwmaatschappij tijdens het bestaan van nazi-Duitsland, genoemd naar de oprichter Fritz Todt. De organisatie werd in 1933 opgericht. In 1945, toen het Derde Rijk was gevallen, werd de organisatie opgeheven.

De Duitse kampleider was geen akelig persoon en stond zelfs toe dat een medegevangene Chef de Groot, in zijn latere leven begeleider van Corrie Brokken, muziek mocht maken op zijn trekharmonica. Ook mochten zij van de Duitse kampleider onder toezicht op zondag langs het strand naar Domburg lopen om de mis/kerkdienst te gaan volgen en aansluitend in een hotel wat door de Duitsers ingenomen was limonade in de tuin te drinken. Vervolgens liepen zij dan weer terug naar Oranjezon. Het was in de ogen van de Nederlandse gevangenen heel vreemd dat de Duitse militairen naakt in zee gingen zwemmen en hun kleren op het strand legden voordat zij in de zee sprongen. De heer Kuijpers gaf aan dat zij het niet slecht hadden zolang je maar deed wat de Duitsers wilden.

Onder dwang moesten zij in de duinen graven, grasplaggen uitsteken in de weilanden en zorgen dat de gebouwde bunkers op Walcheren gecamoufleerd werden. Zand werd in lorries geschept die over een rails zand moesten transporteren door het duingebied. Tevens moesten zij rood geschilderde metalen driepoten plaatsen op het strand met boven op de driepoot een (granaat/mijn) waar de geallieerde tanks op stuk moesten lopen mocht er een invasie komen.

Het was niet toegestaan om met de plaatselijke bevolking te praten.

Een medegevangene had een rails gesaboteerd waardoor er een wagonwagentje van de duinen naar beneden viel. Iedereen moest op appel komen en onder doodsbedreiging en zwaardere straffen voor alle gevangenen moest hij wel bekennen. Uiteindelijk is hij op transport naar Duitsland gezet en omgekomen in een concentratiekamp.

Begin september 1944, tijdens dolle dinsdag moesten alle gevangenen verplaatst worden en met vrachtwagens werden ze naar Bergen op Zoom gebracht om vervolgens met de trein naar de omgeving van Antwerpen te rijden om daar voor de bezetters putten te graven. De treinmachinist kon echter de trein Brabant in laten rijden en alle gevangenen kregen de kans om uit de trein te stappen en te ontsnappen.

De heer Kuijpers kon zo in mei 1945 de bevrijding in zijn geboorte plaats Den Bosch vieren en heeft tijdens het bevrijdingsfeest zijn inmiddels overleden vrouw ontmoet.

Later is de heer Kuijpers nog een keer terug geweest naar Oostkapelle om te kijken waar de barakken precies stonden echter waren deze al gesloopt en weggehaald.