Herman de Warle

Hierbij delen wij het verhaal van Herman de Warle. Geboren in Rotterdam, opgegroeid in Eindhoven.

Door: Pieter Trap


'In 1939 werd ik geboren om precies te zijn op 11 oktober in Rotterdam maar ik groeide op in Eindhoven in het zuidelijke deel Stratum. Spannend en heel interessant was voor mij die tijd van mijn eerste herinneringen die moeten komen uit het jaar 1944 toen ik 4-5 jaar was.

Wij hadden buren en die kwamen s ’avonds bij ons regelmatig op bezoek en daaromheen hing een sluier van gefluister en geheimzinnigheid; ze zaten alle vier aan tafel en daar lag een groot dik boek op en er was een radio aanwezig waar de vier koppen rond omheen hingen in uiterste aandacht naar wat er gezegd werd.

Ik als enig kind had al heel snel in de gaten dat dit heel bijzondere momenten waren en dat ik mij koest moest houden en verstopte ik mij ergens in een hoek van de kamer om maar niet op te vallen tussen de gordijnen.

Alamein, Tobroek,Tunesië, Duitse troepen, woorden waar ik niets van begreep maar die in vloed hadden op de sfeer in de kamer ,het grote boek ging open en ze kropen alle vier nog dichter bij elkaar , waar ze naar keken dat wist ik niet; later hoorde ik dat mijn pa als een van de weinige een Bosatlas had en daarmee konden ze het verloop van de oorlog nauwgezet volgen. Voor mij had dit samenzijn nog een extra dementie want onze buurvrouw had maar 1 arm en wat ik nu heel spannend vond was de vraag hoe kom je daar nu aan. De avond eindigde voor mij altijd op de zelfde wijze, mijn moeder riep dan boosdoenerig, is dat jong nog niet naar bed en dat was voor mij het einde van een spannende gezellige avond.

En dan de vliegtuigen die 's nachts overvlogen , ik hoor mijn ouders nog zeggen in een of andere vrolijke vorm “ze gaan de moffen afmaken”, wat dat was dat wist ik niet maar veel goeds hield dat volgens mij niet in. Het begon zachtjes als een soort geruis het nam snel toe tot het geluid wat zwaar en monotoon over je heen lag, mijn bedje begon dan ineens te schudden en dan trok ik het dekentje over mijn hoofd om mij onzichtbaar te maken voor de buitenwereld, en zo verliepen heel wat nachten dat ze Duitsers afgingen maken.

Wij beschikten over een achtertuin waar mijn ouders kippen hielden en waar mijn pa een schuilkelder had gebouwd, ik herinner me nog dat er een grootdiep gat was waar ik als de dood voor was want als ik er in viel hoe kwam ik er dan weer uit. Er waren houten palen en planken en een trapje en er was een deksel met een gat er in ; en zo hebben mijn ouders daar een proefzitting gehouden om te kijken of dit voldeed bij een eventuele bomaanval . En inderdaad die dag is gekomen, volgens mij was het overdag want ik weet nog dat toen we in dat gat zaten er op het houten dakschot werd geklopt en daar was de buurman met de éénarmige buurvrouw en hun 2 kinderen; ze wilden ook het gat in. Ik weet nog wel dat er eigenlijk geen ruimte was voor 4 volwassene en 3 kinderen maar we stonden daar toch met zijn allen; alleen het houten dak schot kon niet meer dicht want mijn pa was te lang. 

Het werd nog veel interessanter toen ik 's-nachts uit mijn bedje werd gelicht en half slapend in een wandelwagentje werd geplaatst plus wat tassen; het was hartstikke donker op straat en dat was iets bijzonders voor mij want ik had nog nooit een donkere straat gezien eenvoudig omdat alle ramen in huis afgedekt waren. En dan al het volk op straat overal zag je ze lopen naar dezelfde richting het bos aan de Floralaan, opmerkelijk was dat deze uittocht in volkomen stilte verliep en zo belandde een massa mensen in het Leender-bos waar iedereen ergens een beschut plekje zocht. Waarom en hoe deze uittocht tot stand is gekomen dat weet ik niet , wat ik wel weet dat er ergens in het bos een vrouw een kind was kwijt geraakt en zo hebben wij heel lang gehoord, Jantje - Jantje, waar bende gij , jantje - jantje, waar bende gij , jantje - jantje enz enz. 

Ja en dan 18 september Bevrijdingsdag er was iets in de lucht dat kon je merken aan de manier waarop je ouders aan het praten waren, hun stemmen klonken luider er werd gelachen en het verduistering papier werd van de ruiten verwijderd en we gingen op pad. 

Waarheen dat weet ik niet maar mijn ouders zagen er anders uit, waarschijnlijk in het goeie goed en we liepen ook nu weer met vele mensen tegelijk op straat en daar was het te doen vlak bij de Aalsterweg en daar, daar reden auto’s en tanks en van alles en er werd gejuicht en de mensen klapten en mijn pa en ma och die deden toch zo raar die stonden op straat een ander te kussen, bah ik moest er niet aan denken. 

Maar tussen alle vrolijkheid door hoorde ik dat in het stuk open veld waar wij vlakbij stonden dat daar een dode Duitser lag en ja dat was heel interessant, veel leuker dus dan die ene arm van de buurvrouw. Ik zag wel dat op dat veld een groep mensen stonden en al was ik gewaarschuwd daar NIET heen te gaan toch wist ik daar te komen en zag hoe een dode Duitser over een groot schietding hing en hiermee wist ik wat mijn ouders bedoelden met ”ze gaan de moffen afmaken ” die lui die bewogen niet meer. 

Voor mij was de oorlog voorbij.'

 

Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.