Janneke Gorter
De moord op mijn vader in april 1945

De herinnering die wij hier publiceren brengt ons exact 72 jaar terug in de tijd. Namelijk in de dagen voor 30 april 1945 waarin Woldendorp word bevrijdt. Deze herinnering gaat over Janneke Gorter. Zei is 13 jaar als haar vader op 10 april 1945 in Bakkeveen wordt doodgeschoten.

April 1945
Het is het eind van de Tweede Wereldoorlog en hun huis in Woldendorp is veel te gevaarlijk. Samen met haar grote broer Klaas (18 jaar), haar moeder Renske en een groep buurtgenoten is ze via het vroegere Zwarte Paadje (nu AE Gorterweg) gevlucht naar velden buiten het dorp. De groep zit ongeveer twee weken in (drooggevallen) sloten en de laatste paar dagen voor de bevrijding van Woldendorp verblijven ze in Termunten. Overdag kunnen ze schuilen in een schuur, maar ’s nachts wordt er hard gevochten en dan is het veiliger om in de gracht om de begraafplaats te slapen. Janneke weet dan nog niet dat haar vader al vermoord is.

Op 30 april 1945 wordt Woldendorp bevrijd en rijden Janneke, Klaas en hun moeder vol goede hoop achterop een boerenkar naar huis. Het is een enorme troep en ze zien onderweg dode soldaten en dode koeien in het land liggen. Thuisgekomen blijkt het hele dorp een enorme ravage. Hun huis is zwaar beschadigd. Haar moeder vraagt aan iedereen: ‘Weet je ook waar Dries is?’ Als ze op een gegeven moment het sombere antwoord krijgt: ‘Net als die anderen’, weet Janneke’s moeder genoeg. Haar man leeft niet meer. Later horen ze dat hij bij Bakkeveen door de Sicherheitsdienst is doodgeschoten samen met negen anderen.

Woldendorp voor 1940
Janneke is als kleutertje in 1936 in Woldendorp komen wonen, omdat haar vader daar een nieuwe baan had gevonden als hoofdmeester. In die tijd mocht het hoofd van de school in het hoofdmeestershuis wonen.

Voor de oorlog vinden Janneke en haar familie het heerlijk wonen in Woldendorp. Janneke is dol op poppen en wandelt met haar poppenwagentje door het hele dorp. In die tijd waren er in alle straten nog heel veel winkeltjes en andere zaakjes, zoals een bakker, cafés, kruideniers, een slager, een kapper, een kledingwinkel en er was ook een speciaal zuigelingenbureau waar moeders met baby’s terecht konden. Janneke vindt dat heel interessant, want later wil ze verpleegster worden.

Janneke met haar poppen in de tuin

De oorlog
Als Janneke acht jaar is breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Op 10 mei 1940 vallen de Duitse soldaten Nederland binnen. Janneke ziet geen soldaten, maar overal in het dorp staan groepjes mensen te praten over de oorlog. De sfeer is heel beklemmend. De ramen van de school worden afgeplakt voor de vliegtuigen en ’s nachts schuilen ze regelmatig in de kelder van de buren, omdat ze bang zijn voor de bommen.

Ook al is het oorlog in Nederland, het gewone leven gaat door. Janneke gaat gewoon naar school en haar vader staat als meester voor de klas. Ze weet niet dat haar vader bij het verzet is gegaan. Haar broer Klaas, die vijf jaar ouder is weet dat wel. In het geheim zamelt meester Gorter eten in voor mensen die gevangen zijn genomen en verspreidt hij illegale verzetskranten in het dorp.

Op 25 juni 1941 wordt Janneke 10 jaar en krijgt ze een poesiealbum voor haar verjaardag. Al haar vriendinnetjes schrijven er een gedichtje in en plakken er poesiealbumplaatjes bij. Ook haar vader schrijft in haar album en het is een versje vol goede raad. Zo herinnert Janneke zich haar vader later ook vooral als een heel veilige vader, die vrolijk en duidelijk is over wat je moet doen en ook laten. Daar heeft ze haar hele leven plezier van gehad.

Lieve Janneke,
Wil je alle klippen mijden van de grote levenszee,
Neem dan voor kap’tein en stuurman Deugd en Liefde met je mee. Vriendschap zij je tot matrozen en de wijsheid tot kompas. Moed je anker spoed je zeilen tot ’t bevaren dezer plas.
Hoe de golven dan ook slaan, jij landt wis behouden aan.

Je vader Woldendorp, september 1941

De arrestatie
De ochtend dat Janneke haar vader gearresteerd wordt, zal ze nooit vergeten. Het is de eerste lentedag 1945 en haar moeder is die ochtend al vroeg opgestaan om het huis schoon te maken. De rest van het gezin ligt nog te slapen, omdat de school is gevorderd voor inkwartiering van Duitse soldaten. Om 7 uur staat de politie op de stoep om meester Gorter op te pakken. Meerdere verzetsmensen uit de provincie Groningen zijn op die dag opgepakt. Janneke’s moeder begint te huilen, daarom zegt haar vader tegen haar moeder om haar te troosten: ”Smeer maar een broodje voor me”. Een van de politiemensen zegt: ”Jij hoeft geen brood”. Janneke wordt razend en zegt: ”Mijn vader krijgt wel brood!” Janneke krijgt een duw en wordt naar bed gestuurd. Gelukkig heeft haar moeder wel een broodje aan haar vader kunnen meegeven, maar ze weten niet of hij het ook heeft kunnen opeten.

Wat Janneke kent als Zwarte Paadje heet tegenwoordig de AE. Gorterweg. De straat is genoemd naar haar vader, die voluit Andreas Everhardus Gorter heet. De straat is naar hem vernoemd als een eerbetoon, omdat hij in de oorlog gestorven is vanwege zijn verzet. Uit een verzetsrapport blijkt dat Dries Gorter sinds 1941 plaatselijk commandant was van de Ordedienst Binnenlandse Strijdkrachten. Hij hielp onderduikers, zamelde eten in voor gevangenen en verspreidde illegale verzetskranten.

In de stoep voor het huis waar Janneke vroeger woonde, ligt een herdenkingssteen voor haar vader. De steen is ontworpen door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig en heet een ‘Stolperstein’, in het Nederlands vertalen we dat als ‘struikelsteen’. Je struikelt er niet echt over; ze heten zo omdat je er als het ware over struikelt met je hoofd en met je hart.

Bron: http://struikelstenentermunten.nl/

Auteur: Miriam van der Meer