Tiny  Persijn-Moormann
Een dag die mijn leven veranderde

Ik ben geboren op 7 juni 1941 in het Emma ziekenhuis te Amsterdam. Mijn  vader een echte Monnickendammer was getrouwd met een Volendamse. Na 1 week in het ziekenhuis zijn moeder en ik weer naar huis in Monnickendam gegaan.

Op 3 jarige leeftijd lag ik samen met mijn zusje Nel in het ziekenhuis, we hadden beide difterie . Toen een gevaarlijke ziekte waar veel kinderen aan kwamen te overlijden. Mijn opa en oma woonden in Volendam en mijn vader, moeder en zus Alie zaten in de tram om ze op te gaan halen. Opa en oma zouden vervolgens met ze mee gaan om ons te bezoeken in het ziekenhuis.

Het was denk ik een uur of 11 in de ochtend toen de tram tussen Edam en Volendam reed en er uit het niets een hoop lawaai klonk. Mijn vader dacht eerst aan onweer maar het bleek een vliegtuig te zijn die de tram onder vuur nam.

Voordat ze iets konden doen werden de passagiers beschoten en ook mijn vader, moeder en Alie werden geraakt. Mijn vader, die een doos tabak in zijn borstzak had werd diversen keren  geraakt. 1 kogel ketste af op zijn doos tabak… deze kogel vloog vervolgens richting Alie. Alie zat op schoot bij mijn moeder en had haar lievelingspop in haar armen. Ze had helaas geen schijn van kans. Alie werd volledig onthoofd en haar rompje gleed onder de bank waar mijn moeder opzat.

De pop van Alie die ze bij zich droeg ten tijde van haar overlijden.

Omstanders hebben mijn vader die zwaargewond was uit de tram gehaald en hebben met gras geprobeerd zijn zwaar gehavend been af te dekken om zo te proberen het bloeden te stoppen.

Mijn moeder raakte in shock; Alie had een rode strik in haar haar en mijn moeder raapte haar hoofdje op. Ze is in paniek met haar hoofdje in haar armen naar mijn opa en oma gerend en heeft het hoofdje van Alie op de keukentafel neergelegd.

De omstanders deden hun best mijn vader te helpen maar het gras om het bloed te stelpen zorgde wel voor een infectie met als gevolg dat zijn been geamputeerd moest worden.

Mijn vader heeft een half jaar in het ziekenhuis gelegen en kon niet bij de begrafenis van Alie zijn. Mijn moeder kon het simpelweg niet aan en is ook niet geweest. Het been van mijn vader is uiteindelijk samen met Alie begraven in dezelfde kist.

Pastoor Brandehof heeft voor mijn ouders een film gemaakt van de begrafenis. Ik weet nog dat mijn vader deze van de  pastoor kreeg toen hij weer thuis was en hem direct in de kachel gooide omdat hij het niet kon aanzien. Hij heeft hier later enorm spijt van gekregen…

Mijn vader ging vanaf dit moment met een rolstoel door het leven. Hij deed ook wat verzetswerk en verspreide illegaal wat lokale kranten. Ik weet nog goed dat een kennis van mijn  ouders genaamd Siem eens onverwachts binnenkwam toen mijn vader net met die kranten bezig was. Siem werd niet vertrouwd, ik dacht dat het een soort van dubbelspion was die ook met de Duisters heulde.  Vader probeerde de kranten te verstoppen door er op te gaan zitten maar Siem had dit gezien. Hij zei dit ook tegen mijn vader maar heeft hem nooit verraden!

Bij ons in Monnickendam zat een bakkerszaak genaamd ‘’Out bakker’’. Mijn vader wist dat deze joden verborgen hield boven zijn winkel. Manu de Leeuw, een van deze onderduikers, had een textielwinkel op het Noordeinde  in oud- Monnickendam. Manu was bang dat ze zijn goud zouden stelen aangezien hij er niet meer was en besloot dit op een zeker moment te gaan ophalen. Wat uiteraard zeer gevaarlijk was!

Siem zag hem lopen en vertelde dit aan mijn vader. Mijn vader op zijn beurt waarschuwde de ondergrondse welke Manu onder bedreiging van een pistool duidelijk maakte dat dit eens maar nooit weer was. Hij bracht de onderduikers maar ook de bakker én zijn gezien in groot gevaar! Manu is hierna direct naar ‘’Overleek’’ een dorpje in de buurt overgebracht.

Herdenkingsplaat op het huis van Manu

Ik weet nog goed dat ook de groenteboer genaamd Leo Hordijk 5 joden boven zijn zaak verborgen hield. Zijn huis is na de oorlog ook voorzien van een steen waarop dit staat. Na de oorlog is er eens een bus met Amerikaanse toeristen langs gereden waarvan 1 joodse passagier zo onder de indruk was dat dat hij naar binnen is gelopen en de gehele familie een baan heeft aangeboden bij zijn bedrijf in Amerika. Leo en zijn familie zijn later op dit aanbod ingegaan en zeer succesvol geworden in Amerika.

Mijn ouders waren zeer vergevingsgezinds. Ze hebben na de oorlog een Duits meisje genaamd Margeret van de Krommen als een soort van vluchteling in huis genomen. Duitsland lag in puin en Margeret had niks meer. Mijn ouders vonden dit het beste om te doen. Helaas is Margeret ondertussen overleden.

Margeret hier in het midden (met haar hoofd schuin).

Het is in deze tijd moeilijk te begrijpen  wat oorlog met een kind en haar familie doet. Ik hoop zo mij steentje te hebben bijgedragen.