Jenny Oedekerk

Vrijwilliger Wim Verbunt heeft onlangs de herinneringen van Jenny Oedekerk (1932) opgetekend. Jenny is geboren aan de Droogbak 4-2 hoog te Amsterdam (zie foto).

Vader Gerrit Oedekerk was getrouwd met Cornelia Rekers, het gezin bestond uit tien kinderen, 6 meisjes en 4 jongens, Jenny was de jongste. De benedenverdieping van hun woon-appartement was een loods, op de eerste verdieping woonden de familie Kokmeyer met hun twee dochters en één zoon. Vader Kokmeyer was kleermaker. Daarboven woonde het gezin Oedekerk met zijn twaalven. (zie balkon)Jenny vond haar moeder erg streng, haar vader was een aardige man. Moeder zorgde voor het gezin en vader was stoker bij een kleine marine kazerne, dat was vlakbij hun appartement. 

Van de lagere school kon ze alleen meester De Moor herinneren, dat was een Fries, hij speelde viool en leerde zijn klas het Friese volkslied: ♫Klink dan en daverje fier yn it rûn Dyn âlde eare, o Fryske grûn! Klink dan en daverje fier yn it rûn Dyn âlde eare, o Fryske grûn!♫ 

Haar school stond aan de Herengracht, ze ging er graag naar toe. Jenny speelde veel op straat. Thuis had ze als taak aardappelschillen ze was een kei in het dun schillen. Vlakbij hun huis stond een groot gebouw van de Raad van Arbeid daar speelden ze veel met de liften, dat was een doorlopende lift een z.g. Paternosterlift, die bleef maar doorlopen. Er was ook een speeltuin. Ze rolschaatsten veel bij van Gend & Loos. Daar hingen ze vaak achter de kar voortgetrokken door een of twee paarden. 

Na 10 mei 1940 veranderde niet zo heel veel. Bij haar vader zat een regiment Duitse soldaten in de kazerne. Jenny heeft een keer een soldaat zijn huid vol gescholden omdat hij hun hond had doodgeschoten, ze is er nu nog kwaad over. De twee dochters van de kleermaker kregen verkering met Duitse soldaten. Er was niet veel eten meer te krijgen en alles was op de bon. Jenny had een goed contact met Harco de onderbuurjongen. Regelmatig riep hij van beneden naar hun verdieping dat Jenny een draadje kon laten zakken. Zo werd menig lekkernij, dat de Duitse soldaten hadden meegebracht, naar boven gehesen voor de familie Oedekerk. 

Toen er sneeuw lag had vader een slee in elkaar getimmerd en ging met Jenny richting Houten lopen om eten te halen. De slee was niet sterk en viel uit elkaar. Zij klopten bij een klooster aan en vroegen of ze hier mochten overnachten. Dat mocht, helemaal boven op zolder. Er was daar geen wc en hadden daar in een fles geplast en dit door het dakraam naar buiten gekieperd. De volgende dag stond er een legervoertuig voor bij het klooster. Jenny en haar vader werden naar huis gebracht, de nonnen hadden gebeld dat vader en dochter niet meer verder konden op hun slee. Het had hun verder geen problemen gegeven, gelukkig, maar ook geen eten! 

Hout voor het fornuis
Op de spoorbaan lagen kleine boomstammen opgestapeld voor vervoer. Samen met een vriendin hebben ze meerdere keren boomstammen gejat. Dat deden ze als volgt: haar vriendin trok het prikkeldraad omhoog, Jenny kroop er onderdoor en kiepte de boomstammetjes –dik waren ze niet- het talud af en brachten deze naar huis. Zo’n een actie was niet zonder risico, maar dat realiseerden ze toen niet. 

Jenny met zus Miep op de boot van Amsterdam naar Warffum, Groningen. In de hongerwinter van 1944 hadden ze maar weinig te eten, Jenny vertelde dat ze tulpenbollen aten en soms zelfs gras. Maar gras dat beviel niet zo goed. Jenny en Miep moesten aansterken en mochten daarom mee op de boot naar Warffum.

Op 11 december 1944 ging Seyss-Inquart, de Duitse Rijkscommissaris, akkoord met de hulp van de kerken op het gebied uitzending van kinderen. Hiervoor werd het ‘Interkerkelijk Bureau voor Noodvoedselvoorziening en Kinderuitzending’ (IKB) opgericht. Naast het Centrale IKB in Den Haag had elke stad haar eigen afdeling.

Het doel was kinderen uit de steden in het westen van het land naar het oosten en het noorden te zenden en om op de terugweg voedsel naar het westen te brengen. Het geld dat al deze transporten voor kinderen en voedsel kostte werd bijeen gebracht door de (collectes in) de kerken maar vooral door bedrijven. 

Medische keuring
Het criterium om hiervoor in aanmerking te komen was op medisch-sociale indicatie. De schoolarts keurde de kinderen, ook een sociale indicatie kon leidend zijn voor uitzending, zoals een werkeloze of afwezige vader.  

Registratie
De kinderen die zich melden, moesten geregistreerd, opgeroepen en daarna geselecteerd worden door middel van een medische keuring door een schoolarts. 

Organisatie
Transport, begeleiding, adressen pleeggezinnen, oproepkaarten, keuringskaarten, labels en wat men mee moest nemen, waren allemaal zaken waarmee rekening gehouden moest worden en vastgelegd. Het was ook van belang dat er rekening gehouden werd welke geloofsachtergrond een kind had. Om met die informatie rekening te houden bij een overeenstemmend pleeggezin. Omdat alle kerken samen optrokken mocht er geen geloof voorgetrokken worden. 

Per schip
Een manier om veel kinderen tegelijk te transporteren was per binnenvaartschip. Dat was niet makkelijk want alleen schippers met schepen die een rol speelden in het transport van voedsel hadden een ontheffing voor de Arbeitseinsatz en mochten varen. Vele binnenwateren waren dicht gevroren en was het vervoer over water van 23 december 1944 tot half februari 1945 (bijna) onmogelijk. Het zou een barre tocht worden. De temperaturen waren laag en er lag ijs op het water. De kinderen verbleven in het ruim van het schip daar was stro neergelegd, zodat ze het warm hadden en daar “makkelijk” konden zitten en slapen. Er was een schot neergezet, met een emmer erachter; dat was het toilet. De schepen vervoerden vijftig tot honderdvijftig kinderen. Ze staken het IJsselmeer over en brachten de kinderen naar Groningen. De reis duurde lang, van een paar dagen tot ruim een week. Dit kwam door de ijsvorming in de waterwegen maar ook doordat het verkrijgen van de benodigde vergunningen om bijvoorbeeld het IJsselmeer over te steken lang duurde. 

Terug naar huis 
Groningen en Friesland waren al in april bevrijd; veel eerder dan hun ouders in het westen van het land. Vanaf half juni verzorgden de geallieerden de transporten terug naar huis.


Met een binnenvaartschip naar Warffum
Jenny ging samen met Miep en veel andere kinderen in het ruim van een binnenvaartschip (zie foto) naar Warffum in Groningen. Jenny vertelde dat ze in het ruim moesten blijven. Ze kregen aan boord pap. Er stond een ton waarin ze hun behoefte konden doen. Ze mochten niet op het dek komen. De reis had één week geduurd. Op de eindbestemming werden ze ondergebracht bij familie Huizinga, een boeren echtpaar met twee kinderen Bert en Geertje. Ze kregen de eerste dagen pap, totdat hun magen weer gewend waren aan eten. Het waren aardige mensen. Jenny hielp mee koeien melken, op het land werken en ging af en toe samen met de boer meerijden op het paard, naar een hoefsmid. Ze gingen niet naar school en ook niet naar de kerk. Dat waren te grote afstanden vertelde Jenny. In april 1945 werd Groningen bevrijd. Ze moesten nog wachten totdat heel Nederland bevrijd was. Ze waren ruim negen maanden daar geweest. 

Van Warffum naar Engeland
Om extra bij te sterken gingen ze met een groep kinderen met de boot naar Engeland. Jenny werd ondergebracht bij de familie Cornford in Gillinham/Kent. Deze familie bestond uit man (Uncle Ted) en vrouw (Anty Nin) en dochter Diana was een jaar jonger dan Jenny. Ze hadden dikwijls plagerijen zoals: Diana; ik ben steviger, Jenny, maar ik ben ouder. Daar ging Jenny wel naar school. Oom Ted bracht haar in het begin naar school, later ging ze alleen. Bijna een jaar is ze daar geweest. Het was een leuke tijd. Diana, was vaak jaloers. Al snel kon Jenny redelijk Engels spreken en verstaan. Daar had ze later profijt van gehad. In de jaren zestig heeft ze Diana opgezocht, ze woonde in Londen. Het jaar daarop is Diana samen met haar man Jenny en Ko in Stramproy komen opzoeken. 

Het gezin Oedekerk had de oorlog overleefd. De oudste broer Coen kwam terug uit Duitsland hij was daar te werk gesteld en had daar TBC opgelopen en werd thuis verpleegd. Een broer Gerrit werkte bij de spoorwegen en was ondergedoken evenals broer Joop, van Willem heeft Jenny geen herinnering aan hoe hij de oorlog heeft overleefd. 

Na de oorlog
Na de oorlog verhuisden ze naar de Ouderzijds Voorburgwal (zie foto). Jenny moest zich melden bij de HBS, daar heeft ze drie maanden op school gezeten totdat ze er achter kwamen dat er een foutje gemaakt was. Jenny ging verder in de zevende klas en maakte die af met goede cijfers. “Ik kon heel mooi schrijven,” vertrouwde Jenny mij toe. 

Daarna ging ze met een vriendin werken bij een lampenkappenatelier, Kemner. (foto) Jenny deed haar werk goed ze was nogal secuur in de afwerking. Daarna ging ze de verpleging in een sanatorium voor TBC patiënten in Hoog Laren. Daar waren de mannen en vrouwen afdelingen streng gescheiden. Bij de mannenafdeling had Jenny leuke contacten. Ze vond de vrouwen op vrouwenafdeling maar zeurpieten. Een van hun mannelijke patiënten heette Schat. Die was op een gegeven moment onvindbaar en Jenny ging samen met haar vriendin Gré in het park zoeken roepende: “Schat, Schat!” van vele kanten werd er geroepen: “Zuster, zuster hier ben ik!” Later kregen ze van de directrice een flinke uitbrander. Deze man deed dat later nog een keer, met hetzelfde resultaat, inclusief uitbrander. Na het sanatorium is Jenny een jaar in het Weesperpleinziekenhuis gaan werken. 31 december 1960 trouwde ze met Ko Schaaders. Ze kregen drie kinderen en nu heeft ze weer een grote familie met drie kleindochters en zes achterkleinkinderen. 

Contact met familie Huizinga 
Met twee van de kinderen zijn Jenny en Ko op bezoek geweest in Warffum. Het viel ze op dat er zo weinig was veranderd. Klompen stonden nog op dezelfde plaats.Ze hebben daar ook geslapen, Monique en Renee in de bedstee. Enkele jaren terug, tijdens een kort verblijf in Delfzijl, zijn ze hen weer gaan opzoeken. Dat was een fijn weerzien.

Jenny is nu 90 en woont samen met Ko al jaren in Tilburg. Jenny hoopt net zo oud te worden als haar broer Willem die vorig jaar op 102-jarige leeftijd is overleden.

 

Bron, Kinderuitzending: Geschiedenis van Zuid Holland.

Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier  de reacties op dit verhaal.