Sjehanneke van Hest-van Hal

'Ze werden daar door de geallieerden vanuit het vliegtuig beschoten, waarschijnlijk werden ze aangezien voor artillerie geschut. Vader, Henk en Jan werden wel geraakt maar konden schuilen in een sloot, Bertus zat met een riem nog vast aan de kar en kon geen kant uit. Na de beschieting vonden ze Bertus dood onder de kar.


Hierbij delen wij de oorlogsherinneringen van Sjehanneke van Hest-van Hal. Wim Verbunt bracht haar een bezoek en tekende de volgende herinneringen van haar op.

Johanna van Hal werd geboren op 2 juni 1929 in Tilburg. Ze woonde in de Verlengde Besterdstraat, wat nu de Besterdring heet. Johanna werd ook wel Sjehanneke of Joke genoemd. Het gezin Van Hal bestond uit acht kinderen Sjehanneke was de vierde in rij. Vader was wever en werkte bij Weverij L.E. van den Bergh. Sjehanneke ging naar de RK meisjes lagere school Sint Catharina, de school stond tegen over hun huis aan de Verlengde Besterdstraat. 

Sjehanneke kan zich niet zoveel van de oorlog herinneren. Het enige wat bij haar een grote indruk had achtergelaten was het overlijden van Bertus de Gouw, 6 oktober 1944 op 15-jarige leeftijd. (lees verderop het verhaal hierover). 

Wim heeft de herinneringen op een rijtje gezet:

De eerste herinnering aan de oorlog
Sjehanneke herinnert zich nog goed de meidagen 1940, ze was toen tien jaar oud, samen met haar vader stonden ze in de achtertuin terwijl de vliegtuigen van de Duitsers zag overvliegen, waarschijnlijk richting Rotterdam.

De tweede herinnering
Duitse soldaten marcheerden door hun straat en zongen allerlei liederen. Ze waren op weg naar het badhuis aan de Prinses Julianastraat, de straatnaam werd in 1942 door de bezetter veranderd in Badhuisstraat.

De derde herinnering
Ze moesten van de bezetter een jaar langer naar school, Sjehanneke kreeg in dat extra jaar bij de Zusters van Liefde naailes van zuster Arnoldia en steno/typen van zuster Margriet.


De vierde herinnering
Alles was op de bon, zelfs snoep. In de achtertuin hadden ze een eigen schuilkelder gegraven.

De vijfde herinnering
Op 10 oktober 1944 werd er bij hen aangebeld, moeder deed open er werd gevraagd of Sjan op de kinderen van de Gouw kon passen er was een akelig incident gebeurd waar Bertus het leven had gelaten. Sjan, de zus van Sjehanneke, was niet thuis en moeder zei: “Johanna, ga de gij maar.” De Gouw had een groentewinkel in de Lange Nieuwstraat en regelmatig gingen de broers Henk, Jan en Bertus samen met hun vader met de handkar groente halen. Op die dag kwamen ze aangelopen vanuit Loon op Zand over de Loonseweg. Ze werden daar door de geallieerden vanuit het vliegtuig beschoten, waarschijnlijk werden ze aangezien voor artillerie geschut. Vader, Henk en Jan werden wel geraakt maar konden schuilen in een sloot, Bertus zat met een riem nog vast aan de kar en kon geen kant uit. Na de beschieting vonden ze Bertus dood onder de kar.

Sjehanneke had samen met Bertus kort daarvoor nog de Plechtige Heilige Communie gedaan in de Besterdse kerk: HH Martelaren van Gorcum. De foto van Bertus op het bidprentje was gemaakt tijdens de Plechtige Heilige Communie. 

De broer van Sjehanneke, Wim, was bevriend met Joos van de Mortel. Joos zat in het verzet en is op 10 augustus 1944 in Kamp Vught om het leven gebracht. (lees verderop het verhaal hierover). Wim gaf Sjehanneke later het bidprentje van Joos van de Mortel in bewaring. Het bidprentje gaat nu naar Stibo. Sjehanneke vertelde erbij dat als je zo’n prentje tijdens de oorlog op zak had, je al opgepakt kon worden vanwege het rood-wit-blauw hoekje op het prentje.Het verhaal van Joos is te lezen onder het verhaal van Sjehanneke. 

Na de oorlog
P. de Gouw een groenten- en fruithandel

In het begin van de jaren dertig begon P. de Gouw een groenten- en fruithandel in de Lange Nieuwstraat. Vanaf het begin van de jaren vijftig had dit familiebedrijf ook een winkel op de hoek van het Besterdplein en de Besterdstraat (Besterdring). In 1965 werd deze winkel verbouwd en sindsdien werd ook het assortiment uitgebreid tot kruidenierszaak, als filiaal van Spar. De winkel van De Gouw werd in 2008 gesloten als een van de laatste ‘buurtsupers’ in Tilburg.

Sjehanneke vertelde dat ze niet veel geleden heeft onder de oorlog. Haar moeder vertelde later dat zij zelf vaak zonder eten naar bed ging. Ze spaarde het eten voor haar kinderen. Sjehanneke had een coupeuse diploma, maar omdat ze te veel last had van haar rug ging ze op het kantoor werken bij de Zuid Nederlandsche Kleeding fabriek. Naast haar kantoorwerk was ze daar ook discjockey, ze draaide muziek en had een verzoekprogramma. Ze mocht van haar baas plaatjes kopen bij van Boxtel of van Rossmeisl. Op deze fabriek leerde ze Karel van Hest kennen. Ze trouwden en kregen drie kinderen. Karel is in 2016 overleden. Sjehanneke woont nog steeds zelfstandig in Tilburg.

Zoals eerder genoemd ook het verhaal van Verhaal van Joos van de Mortel. Geboren te Tilburg op 5 april 1919 en omgekomen in Kamp Vught op 10 augustus 1944 op de leeftijd van 25 jaar. 

Joost van de Mortel, zoon van de burgemeester van Tilburg, werkt als volontair op de gemeentesecretarie van Ulvenhout wanneer hij daar in 1942 voor de Arbeitseinsatz wordt opgeroepen. Hij piekert er echter niet over in Duitsland te gaan werken en verlaat de Ulvenhoutse gemeentesecretarie. Van de Mortel gaat aan de slag als bureauchef bij het Algemeen Afdelingsziekenfonds in Tilburg dat vooralsnog van de tentakels van het Duitse slavenarbeid monster is gevrijwaard.

Eerste arrestatie. De jeugdige bureauchef zit tot over zijn oren in het verzet. Hij helpt onder meer geallieerde piloten de grens over, verzorgt onderduikers, doet aan spionage en geeft illegale persoonsbewijzen uit. In oktober 1942 wordt Van de Mortel gearresteerd in het Belgische Turnhout. Hij wordt gevangengezet in de Kriegswehrmachtgefängnis in Antwerpen, maar weet zich er in de verhoren uit te draaien. Na tien dagen staat Van de Mortel weer als vrij burger op straat. En zet zijn verzetswerk voort. 

In handen van de SDIn de loop van 1943 raakt Van de Mortel, die katholiek is, ook betrokken bij de verspreiding in Brabant van het orthodox-protestantse verzetsblad Trouw. Na de arrestatie van de West-Brabantse verspreider Piet van Gils, op 13 maart 1944, is hij een gewaarschuwd man. Kriminalsekretär Erich Gottschalk, verbonden aan de SD-Aussenstelle in Den Bosch en belast met de opsporing van Trouw, is er veel aan gelegen ook Van de Mortel in handen te krijgen. Hij stuurt de beruchte mensenjager Piet Gerrits, een voormalige opperwachtmeester bij de Tilburgse politie die voor de SD is gaan werken, achter Van de Mortel aan. Gerrits arresteert hem op 13 april 1944 in de Tilburgse Tuinstraat. 

Levenseinde in Vught. Van de Mortel wordt geïnterneerd in de SD-Polizeigefängnis in Haaren, waar sinds september 1943 al meer dan twintig Trouw-verspreiders zijn binnen gevoerd. De groep gaat eind juli 1944 naar Kamp Vught en moet op 5 augustus voor het SS-Polizeistandgericht verschijnen. Alle vierentwintig verspreiders krijgen de doodstraf en worden naar ‘de bunker’ overgebracht, de kampgevangenis. ‘We hebben onze plicht gedaan, we hebben gevochten voor God, Vaderland en Volk,’ zegt Joost van de Mortel vastberaden tegen een medegevangene. Zes verspreiders worden op de avond van 9 augustus 1944 uit hun cel gehaald en gefusilleerd; zeventien, onder wie Van de Mortel, sterven de volgende avond. Eén verspreider heeft gratie gekregen. Zwaar getroffen gezin.

De drieëntwintig gefusilleerde Trouw-verspreiders worden op 9 augustus 1946, twee jaar na dato, op de plek des onheils herdacht. Van de Mortels vader is een van de sprekers. ‘Wij kunnen hen niet beter eren dan door met een opgeheven hoofd opgewekt verder te gaan en onze taak weer te vervullen,’ zegt hij. De woorden komen uit de mond van een man wiens gezin zwaar is getroffen. Een paardrij-ongeluk heeft in december 1944 een dochter het leven gekost. Zoon Jan is weliswaar uit een Duits kamp teruggekeerd, maar hij is lichamelijk in slechte doen en zal uiteindelijk in 1956 overlijden. Zoon Bernard vecht in Nederlands-Indië ‒ en zal er in 1949 sneuvelen. Van de Mortel senior zelf sterft eind 1947. 

Bronnen: Onderzoek en tekst: Peter Bakarchief Trouw, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) van de Vrije Universiteit

 

Dit verhaal hebben we ook op onze facebookpagina geplaatst. Zie hier de reacties op dit verhaal.